Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-398

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 januari 2015

aan de minister van Justitie

Strijd tegen de radicalisering van sommige jongeren - Samenwerking met de Gemeenschappen

verhouding land-regio
moslim
terrorisme
religieus conservatisme
integratie van migranten
jeugdmalaise
geweld bij jongeren
extremisme
islam
strafgevangenis
radicalisering

Chronologie

16/1/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/2/2015)
22/9/2015Antwoord

Vraag nr. 6-398 d.d. 16 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de aanslagen in Parijs en de veiligheidsoperatie in Verviers wordt de dreiging van terroristische aanslagen alleen maar groter.

Een groot deel van de bevolking schuift die aanslagen en dreiging verkeerdelijk in de schoenen van de moslimgemeenschap in ons land.

De Gemeenschappen zijn bevoegd voor het inburgeringsbeleid en het integratiebeleid. Het lijkt me essentieel dat bij de aanpak van het extremisme ook vertegenwoordigers van de jeugdorganisaties en van de moslimgemeenschap betrokken worden. Dringend overleg met de Gemeenschappen is bijgevolg noodzakelijk.

Terecht wordt de minister van Justitie nauw betrokken bij de opmaak en uitvoering van de acties ter bestrijding van het radicalisme binnen de gevangenissen, maar ook algemeen in de samenleving.

1) Heeft de minister al contact gehad met de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen om samen een actieplan rond bestrijding van radicalisme op te maken? Zo ja, wanneer vond dit overleg plaats en wie nam eraan deel?

2) Heeft de minister al contact gehad met vertegenwoordigers van de Moslimexecutieve in het kader van de opmaak van een actieplan ter bestrijding van extremisme? Zo ja, met wie had hij overleg en wanneer vond dit plaats?

3) Heeft de minister al contact opgenomen met vertegenwoordigers van de Unie van Moskeeën in het kader van de opmaak van een actieplan ter bestrijding van extremisme? Zo ja, met wie had hij contact en wanneer vond dit overleg plaats?

4) Heeft de minister, in samenspraak met de beleidsverantwoordelijken van de Gemeenschappen (inburgering, onderwijs, cultuur, jeugd en welzijn), al contact gehad met de vele lokale en bovenlokale zelforganisaties op basis van etnisch-culturele identiteit met het oog op de betrokkenheid en het vergaren van kennis in het kader van de opmaak van een actieplan tegen radicalisering? Zo ja, met wie, wanneer, en welke beleidsverantwoordelijken van de Gemeenschappen waren daarbij betrokken?

5) De minister kondigde aan dat hij nauw ging samenwerken met de moslimconsulenten binnen de gevangenissen. Werden daar al concrete maatregelen rond genomen? Werden er al gesprekken rond gevoerd en zo ja, met wie en wanneer?

Antwoord ontvangen op 22 september 2015 :

1) en 4) De minister van Justitie heeft op regelmatige basis contact met de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen rond het thema van radicalisering. Er zijn intensieve bilaterale contacten met de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, onder meer over de informatiedoorstroming tussen de politie- en veiligheidsdiensten en de justitieassistenten en over de vorming van justitieassistenten met betrekking tot deze problematiek. Er is ook aandacht voor de samenwerking tussen de actoren van de jeugdzorg en jeugdbescherming enerzijds en de politie-en veiligheidsdiensten anderzijds. Daarnaast is er regelmatig overleg met de Vlaamse minister van Onderwijs in het kader van het ontwikkelen van een antiradicalistisch tegendiscours in het onderwijs.

Er zijn ook de nodige contacten met de vertegenwoordigers van de verschillende departementen actief in het gevangeniswezen, en dit in het bijzonder in het kader van het actieplan aanpak van radicalisering in de gevangenissen.

Naast deze bilaterale contacten werkt de minister ook nauw samen met zijn collega’s van de Gemeenschappen in het kader van de kadernota integrale veiligheid, waar radicalisering en terrorisme ook worden besproken. Tot slot zijn er ook nog de gesprekken in de context van het overlegcomité en het platform radicalisering dat werd opgericht in zijn schoot.

2) Als officiële vertegenwoordigers van de Belgische moslimgemeenschap is het Executief van de Moslims van België vanzelfsprekend voorafgaandelijk door de minister geconsulteerd in het kader van het actieplan ter bestrijding van radicalisme in de gevangenissen. Naast het bureau van het Executief, bestaande uit de voorzitter en twee vice-voorzitters, verkreeg de minister ook meermaals advies van de heer Tujgani, voorzitter van de theologische raad van het Executief.

3) Er vonden op ministerieel niveau geen officiële contacten plaats met de Unie van Moskeeën.

5) De minister heeft meermaals overlegd met zowel de Nederlandstalige als de Franstalige hoofd-Islamconsulenten. Daarnaast sprak de minister ook uitgebreid met de Islamconsulent in de gevangenis van Lantin. Naast een opvulling van het bestaande kader van consulenten zullen er ook negen bijkomende Islamconsulenten worden aangesteld.