Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-357

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 19 december 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post

Internet of Things (IoT) - Opkomst - Rol van België - Beleid

internet
interconnectie van systemen
elektronische handel
computernetwerk
radiocommunicatie
datatransmissie
regeringsbeleid
internet der dingen
mobiele communicatie

Chronologie

19/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015)
22/1/2015Antwoord

Vraag nr. 6-357 d.d. 19 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens het artikel 'The Four Key Elements That Will Make The 'Internet Of Things' An Absolutely Massive Market' van 3 december jl. van de Business Insider is het 'Internet of Things' (IoT) aan het uitgroeien tot een markt met een enorme omvang. In het artikel worden vier oorzaken genoemd, die mogelijks aan de basis liggen van deze ontwikkeling en de steile opgang van het IoT verklaren:

1. de dalende kostprijs van sensoren die de apparaten met elkaar verbinden via het internet;

2. de stijgende investeringen in de IoT-sector;

3. de toenemende graad van verbondenheid via het internet;

4. het feit dat meer en meer mensen beschikken over 'remotes' zoals smartphones, tablets.

Volgens een rapport van de Amerikaanse denktank 'The Information Technology & Innovation Foundation' (ITIF) hangt het al dan niet benutten van het IoT o.a. af van hoe beleidsmakers met de nieuwe mogelijkheden omgaan. ITIF noemt 10 principes die zij zouden moeten hanteren om de mogelijkheden van het IoT te ontsluiten.

1. Chart the course for adoption;

2. Lead by example;

3. Look to partnerships to overcome obstacles;

4. Reduce regulatory barriers and delays for getting smart devices to market;

5. Minimize the regulatory cost of data collection;

6. Make it easy to share and reuse data;

7. Relentlessly pursue better data;

8. Reduce the "data divide";

9. Use data to tackle hard problems;

10. Where rules are needed to protect consumers, keep them narrow and targeted.

In zijn beleidsnota stelt de minister een leidende rol te willen opnemen inzake e-government, de digitale samenleving en het IoT. De minister ziet de operationalisering van het Centrum voor Cybersecurity België in 2015 hiervoor als een essentiële randvoorwaarde.

Op het niveau van de deelstaten voert onder meer Vlaanderen via iMinds strategisch onderzoek naar het IoT. Het iMinds strategisch onderzoeksprogramma rond het IoT staat centraal bij het opbouwen van de expertise van Vlaanderen om de technologie van de toekomst vorm te geven. Het onderzoeksteam van het iMinds IoT-onderzoeksprogramma werkt thans aan zeven actieve concepten. Atto Cell is één van deze zeven concepten en wil het probleem van draadloze connectiviteit oplossen door in de vloer antennes te integreren die communiceren met draagbare antennes aan schoenzolen.

Het transversaal karakter van mijn vraagstelling blijkt uit de beleidsinitiatieven van de federale en de Vlaamse regering op het vlak van het IoT.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1. Op welke manier tracht de minister de leidende rol van België op het vlak van het Internet of Things (IoT) uit te bouwen en vorm te geven? Welke concrete acties en maatregelen voorziet hij hiervoor te nemen op de korte, middellange en lange termijn? Graag een overzicht met voor elke actie tevens de middelen die worden vrijgemaakt.

2. Is er in de federale beleidsvoering omtrent het IoT een samenwerking voorzien met de Gewesten en/of kennisactoren met digitale knowhow en/of universiteiten?

Zo ja, met welke partners is een samenwerking wenselijk en op welke manier zal aan deze samenwerking gestalte worden gegeven?

Zo neen, waarom niet?

Welke partner/s zal/zullen de coördinerende en leidende functie ter zake toegewezen krijgen?

3. Tot welke concrete output wenst de minister te komen met de beleidsmaatregelen op het vlak van het IoT en/of worden er concrete doelstellingen vooropgesteld en nagestreefd, en zo ja welke?

Antwoord ontvangen op 22 januari 2015 :

1) De digitale agenda voor België zal aandacht hebben voor de verschillende facetten van de digitale economie, waaronder ook de beloftevolle evolutie van het « Internet of Things » (IoT). Een periode van consultatie en overleg, die momenteel aan de gang is, zal uitmonden in een concreet actieplan dat de digitale revolutie en de groei van innovatieve toepassingen zoals het IoT in ons land aanwakkert, innovatie ondersteunt, bedrijven laat groeien en consumenten versterkt. België wil in deze context een leidende rol spelen. De digitale agenda voor België, die bekend zal worden gemaakt in het voorjaar van 2015, zal voor elk actiepunt een aantal concrete maatregelen voorzien op de korte, middellange en lange termijn. In 2015 zullen de prioritaire actiepunten gerealiseerd worden of op zijn minst opgestart.

2) Het Internet stopt niet aan de grenzen van landen of regio’s. Voor de uitvoering van de digitale agenda voor België zal de samenwerking met de verschillende bestuursniveaus in ons land, waaronder de Gemeenschappen en Gewesten, dan ook een cruciale rol spelen. Wat het IoT betreft, is er ook een belangrijke internationale component, waarbij de problematieken van overdraagbaarheid, beveiliging, internationale standaardisatie en harmonisering op internationaal niveau moeten worden besproken worden. Een wereldwijde open markt waarin voorwerpen met elkaar kunnen communiceren zonder op incompatibiliteiten te stuiten is hierbij het streefdoel. Daarnaast zal ook een constante dialoog en samenwerking opgezet worden met de relevante actoren in het Belgische digitale ecosysteem. Zowel spelers uit de bedrijfswereld, het middenveld, maar ook overheden, academici en onderzoekscentra zullen hierbij betrokken worden.

3) Zoals voorzien in het regeerakkoord en in de beleidsnota wil ons land een leidende rol opnemen inzake e-government, de digitale samenleving en het IoT. De digitale agenda voor België, die bekend zal worden gemaakt in het voorjaar van 2015, zal voor elke beleidsmaatregel een aantal concrete doelstellingen vooropstellen, met voor elke doelstelling het gewenste meetbaar resultaat.