Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-309

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 18 december 2014

aan de minister van Justitie

Geweld tegen ouderen - Ouderenmishandeling - Cijfers - Aanscherpen handhavingsbeleid

bejaarde
geweld
officiële statistiek

Chronologie

18/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015)
19/6/2015Rappel
5/11/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-308

Vraag nr. 6-309 d.d. 18 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid (gemeenschapsbevoegdheid: ouderenzorg - preventie).

Recentelijk werden in Nederland de resultaten van een studie bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat ouderen steeds vaker het slachtoffer zijn van geweld. Opvallend is de toename van geweld tegen mannelijke ouderen. Dit gebeurt zowel thuis, door familieleden bijvoorbeeld, maar ook door thuisverzorgers of in verzorgingstehuizen. In België hebben wij het nummer 1712, de Hulplijn “misbruik, geweld en kindermishandeling”, en Vloco, dat jaarlijks een congres organiseert. In Nederland echter bestaan ondertussen het actieplan "Ouderen in veilige handen" alsook periodieke voortgangsrapportages “geweld in afhankelijkheidsrelaties”. Onze noorderburen gaan zelfs zo ver dat personeel in de zorg op een zwarte lijst kan worden gezet. Ten slotte maakte hun regering het in 2012 mogelijk om zwaardere straffen uit te spreken bij geweld in afhankelijkheidsrelaties, dus ook in geval van geweld tegen ouderen. Omdat de Nederlandse situatie vaak erg aanleunt bij de Belgische, is het interessant te peilen naar de Belgische situatie.

De politie neemt immers de leeftijd van de slachtoffers op in de processen-verbaal. De gevraagde informatie kan aldus onder meer worden teruggevonden in het ISLP-systeem van de politie.

Graag vernam ik van de minister het volgende:

1. Is er in ons land specifiek onderzoek verricht naar geweld op ouderen? Indien ja, wat zeggen hier de cijfers? Indien neen, is er een soortgelijk onderzoek gepland? Kunt u de inhoud en de timing ervan toelichten?

2. Wat is uw reactie op het bericht over de toename van het aantal gevallen van geweld tegen ouderen? Zijn onze cijfers vergelijkbaar met die in Nederland? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

3. Kan de bevoegde minister aangeven hoeveel processen-verbaal er de jongste drie jaar voor geweld tegen ouderen werden uitgeschreven (graag gegevens per jaar) en beschikt hij over bijkomende informatie wat betreft de daders en vooral of deze werkzaam waren in verzorgingstehuizen of in andere instellingen die met ouderen werken?

4. Is de regering bereid om in samenspraak met de Gemeenschappen aanvullende maatregelen te treffen om geweld tegen ouderen tegen te gaan?

5. Hoe staat u tegenover het Nederlandse waarschuwingsregister dat met steun van het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot stand wordt gebracht en waarbij personeel in de zorgsector op een zwarte lijst kan worden gezet in geval van herhaald geweld? Kan dit worden toegelicht?

6. Hoe staat de minister tegenover zwaardere straffen bij geweld in afhankelijkheidsrelaties? Kan dit worden toegelicht?

Antwoord ontvangen op 5 november 2015 :

1) Vanuit Justitie is er op heden nog geen grootschalig onderzoek gevoerd specifiek naar het fenomeen van ouderenmishandeling toe.

2) Het valt te betreuren dat het geweld tegen ouderen in Nederland in stijgende lijn gaat. Gezien het feit dat er hieromtrent voor België geen betrouwbare cijfergegevens voorhanden zijn, kan er moeilijk een vergelijking met Nederland worden opgemaakt.

3) De informatie die in de politiedatabank (ANG) gevat wordt, laat niet toe om een voldoende betrouwbaar of volledig antwoord te leveren. Immers, de gegevens die toelaten de slachtoffercategorie te specifiëren, met name « ouderen », zijn niet verplicht te registreren. De enige indicatie zijn de opzettelijke slagen en verwondingen tegen ouders gezien de slachtofferinformatie hierbij in de feitcode zelf zit vervat. Ik kan u dus, wat dat specifieke onderdeel betreft, de cijfers op nationaal niveau voor de periode 2011-2013, alsook voor het eerste semester van 2014 gegeven, op basis van de databankafsluiting van 24 oktober 2014. Zo werden er in 2011 2 005 feiten van slagen en verwondingen tegen ouders geregistreerd, in 2012 1 966, in 2013 1 845 en in het eerste semester van 2014 965.

4) Geweld tegen kwetsbare personen (bejaarden, kinderen, vrouwen), zeker in intrafamiliaal verband, is een bijzonder aandachtspunt voor Justitie. Deze problematiek is ook een prioritair thema in het regeerakkoord. Verschillende initiatieven (sensibiliseren, opleiden, samenwerking) hierover zijn lopende bij de parketten. Dit toont niet alleen de aandacht aan van de regering ten aanzien van kwetsbare personen, waaronder dus ook de ouderen, maar ook het belang dat ze hecht aan de samenwerking met de verschillende actoren en partners betrokken bij deze problematiek. Ik sta uiteraard open voor overleg met de vertegenwoordigers van de verschillende Gemeenschappen voor wat betreft het geweld tegen of mishandeling van ouderen. Het zwaartepunt van deze problematiek ligt immers in de preventieve (en hulpverlenende) aanpak, en dus bij de Gemeenschappen maar ook bij de steden en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW), en meer bepaald de OCMW-rusthuizen. Dit neemt niet weg dat ik als minister van Justitie uiteraard bereid ben om binnen mijn bevoegdheden de aanpak van ouderenmishandeling te ondersteunen, bijvoorbeeld door een streng vervolgingsbeleid ten aanzien van geweld tegen kwetsbare personen verder te ontplooien.

5) Het oprichten van een register of zwarte lijst van zorgpersoneel maakt geen deel uit van mijn bevoegdheidsdomein, maar wel tot die van de ministers van de deelstaten, bevoegd voor welzijn, volksgezondheid en gezin.

6) In het recente verleden werden reeds inspanningen geleverd om het geweld in afhankelijkheidsrelaties zwaarder te bestraffen. Er wordt aldus verwezen naar de wet van 26 november 2011 tot wijziging en aanvulling van het Strafwetboek teneinde het misbruik van de zwakke toestand strafbaar te stellen en de strafrechtelijke bescherming van kwetsbare personen tegen mishandeling uit te breiden. Daarenboven werd het artikel 458bis van het Strafwetboek ook gewijzigd, waardoor het spreekrecht werd uitgebreid naar misdrijven ten aanzien van alle personen die kwetsbaar zijn ten gevolge van hun leeftijd, zwangerschap, partnergeweld, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid. Voorheen gold het spreekrecht enkel voor misdrijven ten aanzien van minderjarigen.

Professionals die hun beroepsgeheim willen opheffen en misdrijven waarvan zij kennis dragen, willen melden aan het parket, kunnen dat nu dus ook doen ten aanzien van andere categorieën van slachtoffers dan enkel minderjarigen. Er is de laatste jaren dus reeds heel wat gebeurd op wetgevend vlak. Indien het nodig zou blijken hierin nog verder wetgevend in te grijpen, lijkt het meer aangewezen om dit binnen het grotere geheel van de werkzaamheden ter herziening van het globale strafwetboek te doen.