Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-299

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 december 2014

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Raadpleging bij specialisten - Tariefwijzigingen - Gevolgen voor het beleid van de Gemeenschappen - Overleg - Criteria

medisch specialisme
dokter
remgeld
bestedingen voor gezondheid

Chronologie

5/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2015)
11/2/2015Antwoord

Vraag nr. 6-299 d.d. 5 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een bezoek aan de specialist wordt vanaf 1 januari 2015 in het merendeel van de gevallen fors duurder. Dat blijkt uit twee interne documenten van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). De minister wil hiermee 40 miljoen euro aan terugbetalingen besparen.

Het remgeld, het bedrag dat patiënten uit eigen zak moeten betalen na tussenkomst van de ziekteverzekering, voor een bezoek aan de specialist wordt herzien. Twee documenten in die zin zijn voorgelegd aan de leden van het Verzekeringscomité van het RIZIV, waarin vertegenwoordigers van de dokters, de ziekenfondsen en de ziekenhuizen zitting hebben.

Twee koninklijke besluiten van de minister van Volksgezondheid zouden vanaf 2015 van kracht worden. Sommige tarieven bij de specialisten zullen dalen, maar 70 % van de raadplegingen zal duurder worden. In 61 % van de gevallen stijgt het remgeld met 46 %. Consultaties tijdens het weekend zouden 75 % duurder worden, consultaties 's avonds of 's nachts 61 %.

Uiteraard heeft dat rechtstreekse gevolgen voor het beleid van de Gemeenschappen. Ook is het onduidelijk of er een verschil wordt gemaakt tussen consultaties na doorverwijzing door een huisarts of consultaties zonder doorverwijzing huisarts. Dat zou toch een verschil moeten uitmaken. De het beleid van de Gemeenschappen zou er immers moeten op gericht zijn om de huisarts als spil van de gezondheidszorg te beschouwen.

1) Heeft de minister overleg gepleegd met de gemeenschappen voordat ze deze koninklijke besluiten heeft uitgevaardigd? Zo niet, zal zij hierover overleg plegen?

2) Is deze maatregel een loutere besparingsmaatregel of zit er ook een visie achter die rekening houdt met het beleid van de Gemeenschappen? Waarom worden sommige raadplegingen bij de specialist goedkoper en andere duurder? Op basis van welke criteria heeft de minister deze beslissing genomen en een onderscheid tussen verschillende specialisten gemaakt?

Antwoord ontvangen op 11 februari 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 

1. Het systeem van remgeldvermindering voor een raadpleging bij een geneesheer- specialist blijft behouden, wanneer de patiënt is doorverwezen door een huisarts. De maatregel heeft geen impact op het beleid van de gemeenschappen. 

2. Sinds de invoering van de wet in 1963 inzake verplichte ziekteverzekering is een grote hoeveelheid aan remgelden ingevoerd. Het KCE (KCE rapport 180a/2012 Vereenvoudigen van de remgelden) benadrukt dat het remgeld voor raadplegingen bij specialisten complex en weinig transparant was zowel voor de patiënt, de artsen, de ziekenfondsen en het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Bovendien moest de patiënt bijvoorbeeld meer betalen voor een pediater ( euro 12,69) dan een cardioloog (euro 11,80), terwijl beide vormen van zorg even waardevol kunnen zijn voor de patiënt. 

In plaats van dit systeem met een mix van remgeldpercentages en vaste remgeldbedragen, stelde het KCE daarom voor naar een systeem met vaste bedragen te gaan voor alle specialismen, en wel voor volgende redenen: