Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-263

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 4 december 2014

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Partnergeweld - Beroepsgeheim - Nieuwe wetgeving - Aantal dossiers - Opleiding en informatiecampagne

huiselijk geweld
beroepsgeheim
officiële statistiek

Chronologie

4/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2015)
19/6/2015Rappel
23/6/2015Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-262
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-264

Vraag nr. 6-263 d.d. 4 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus conform artikel 79 van het Reglement een bevoegdheid van de Senaat. Het betreft tevens een transversale aangelegenheid - gemeenschappen.

Sinds 1 maart 2013 mogen artsen, advocaten, politiebeambten en andere personen die gebonden zijn door het beroepsgeheim, het parket inlichten wanneer ze weet hebben van partnergeweld. Het Strafwetboek staat in dat geval dus een schending van het beroepsgeheim toe. Met de maatregel wil de regering het aantal feiten van partnergeweld verminderen. Aldus een rapport van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

1) Kan de minister aangeven in hoeveel dossiers personen die gebonden zijn door het beroepsgeheim, gegevens over partnergeweld aan het parket hebben doorgegeven? Kan hij deze cijfers toelichten? Is deze maatregel naar zijn aanvoelen al voldoende bekend bij de betrokken beroepen?

2) Kan hij aangeven of er een opleiding of een informatiedossier voorhanden is voor de betrokken beroepscategorieën, zodat in het bijzonder de hulpverleners partnergeweld kunnen detecteren en informatie hierover desgevallend kunnen doorgeven? Kan hij dat inhoudelijk toelichten? Is hij zinnens verdere stappen te doen? Kan hij die toelichten?

Antwoord ontvangen op 23 juni 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega, de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een handicap, Bestrijding van de fiscale fraude, en Wetenschapsbeleid.