|
|
Begroting 2015 - Niet-recurrente ontvangsten - Impact op de ontvangsten van de regionale overheden
regionale financiën
budgettaire middelen
begrotingsbeleid
| 27/11/2014 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/1/2015) |
| 4/2/2015 | Rappel |
| 4/2/2015 | Antwoord |
Met het uitgetekende begrotingstraject wil de federale regering in 2018 een structureel begrotingsevenwicht bereiken. Het traject bestaat uit een sanering van de openbare financiën en een afbouw van de schuld. Ook eenmalige ontvangsten kunnen deel uitmaken van de totale ontvangsten van een overheid. Indien de federale regering eenmalige ontvangsten in haar begroting inschrijft, dan heeft dit wel een impact op de ontvangsten van de regio's. Het financiële beleid dat de federale regering voert, heeft bijgevolg een duidelijke transversaal karakter en is verweven met dat van de deelstaten.
1) Hoeveel bedragen de niet-recurrente ontvangsten die zijn opgenomen in het budgettair meerjarenkader 2015-2018?
Graag een gedetailleerd overzicht van alle betrokken ontvangsten met voor elk een omschrijving en het bedrag aan verwachte niet-recurrente ontvangsten.
2) Welke maatregelen die, naast de hoger vermelde niet-recurrente ontvangsten, in het budgettaire meerjarenkader zijn opgenomen, leiden tot niet-recurrente opbrengsten of minder-uitgaven?
Graag een gedetailleerd overzicht van alle maatregelen in het budgettaire meerjarenkader die leiden tot niet-recurrente opbrengsten/minder-uitgaven, met voor elk een omschrijving en het overeenstemmende bedrag aan verwachte niet-recurrente opbrengsten/minder-uitgaven.
3) Wat is de impact van deze maatregelen op de min- of meerinkomsten van de regionale overheden?
Graag een overzicht uitgesplitst per deelentiteit (Vlaams, Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap).
De federale regering heeft er bij de opmaak van het meerjarenplan 2015-2018 voor geopteerd om enkel structurele maatregelen te nemen.
Zoals ook het Rekenhof heeft gemeld in de Commissie Begroting en Financiën van de Kamer is de beoordeling of een maatregel, en zo ja in welke mate, als éénmalig moet worden beschouwd niet altijd zo voor de hand liggend.
Zo heeft de Europese Commissie in haar berekeningen voor het rapport over de Belgische ontwerpbegroting de vervroegde inning van de anticipatieve heffing op pensioensparen als niet-recurrent beschouwd. Voor deze maatregel is een uitsluitend federale impact van 300 miljoen euro voorzien in de begrotingscijfers van de regering voor de periode 2015-2018. Deze maatregel heeft geen impact op de deelstaten.