Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1909

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 15 juni 2018

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen

Luchthaven van Zaventem - Hybride vliegtuigen - Gebruik - Toelating - Ontwikkeling - Stimuleren en ondersteuning

luchthaven
vliegtuig
luchtverkeer
minder vervuilend voertuig

Chronologie

15/6/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/7/2018)
13/9/2018Antwoord

Vraag nr. 6-1909 d.d. 15 juni 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uiteraard is de zaak van de vliegtuigen in en rond Zaventem een aangelegenheid die transversaal is. De federale minister van Mobiliteit is bevoegd voor de vliegroutes en de Gewesten zijn bevoegd voor de geluidsnormen.

Onlangs stond in een persartikel dat sommige vliegtuigconstructeurs eindelijk oor hebben voor de vraag van vele overheden en mensen om stillere en propere vliegtuigen te bouwen. Zo was er het nieuws dat men begint met het bouwen van passagiersvliegtuigen die elektrisch kunnen landen en opstijgen. Uiteraard zou deze technologische revolutie een enorme stap voorwaarts zijn voor het oplossen van de geluids en uitstootproblematiek van de luchthaven van Zaventem.

Indien de vliegtuigen in de toekomst elektrisch kunnen landen en opstijgen, zal de schadelijke uitstoot aanzienlijk verminderen en zullen de omwonenden van de luchthaven eindelijk kwaliteitsvol kunnen leven.

Wat heeft de geachte minister reeds gedaan om er mee voor te zorgen dat onder andere onze luchthaven binnen relatief korte termijn verplicht zal worden om enkel nog hybride passagiers en cargotoestellen toe te laten ? Wat heeft hij reeds gedaan om mee de internationale druk op te voeren op de vliegtuigconstructeurs en de vliegtuigmaatschappijen om zo snel mogelijk deze stillere en meer propere vliegtuigen te produceren en te gebruiken ? Kan hij hierrond samen met de gewestregeringen, initiatieven nemen en ondersteunen ? Wanneer denkt hij dat er redelijkerwijze gebruik zal kunnen gemaakt worden van deze hybride vliegtuigen ? Is dit niet een zaak waar ons land een voortrekkersrol in kan spelen ? Kan het wetenschappelijk onderzoek daarrond niet mee ondersteund worden door de federale regering ?

Antwoord ontvangen op 13 september 2018 :

Eerst en vooral moet ik het enthousiasme van het geachte lid temperen. Hybride lijnvliegtuigen bestaan nog niet en zullen volgens de meest optimistische voorspellingen pas bij het begin van het decennium 2030 in ons luchtruim verschijnen, en dit op voorwaarde dat de verwachte technologische doorbraken realiteit worden. Als Europees voorbeeld is een consortium bestaande uit Airbus, Siemens en Rolls Royce, van plan om in 2020 een demonstratiemodel (dus zelfs nog niet eens een prototype !) uitgerust met één elektrische motor op vier, de lucht in te sturen. Het is pas na afronding van grondige testen met twee of meer elektrische motoren dat er een prototype kan worden ontworpen, gebouwd, getest en dat er uiteindelijk lijnvliegtuigen in serie kunnen worden geproduceerd.

1) Wanneer dergelijke hybride lijnvliegtuigen beschikbaar zullen zijn, lijdt het geen enkele twijfel dat de minister die dan bevoegd is, de nodige maatregelen zal nemen om gaandeweg het gebruik ervan in de Belgische luchthavens op te leggen.

2) Alvorens een realiteit te worden, zal het hybride lijnvliegtuig moeten voldoen aan nieuwe eisen en regelgevingen. Samen met andere Europese landen ijvert België al bij de belangrijkste internationale luchtvaartorganisaties (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, International Civil Aviation Organization – ICAO en Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, European Aviation Safety Agency – EASA) om het pad te effenen voor de ontwikkeling van de regelgeving, het ontwerp, de productie en het gebruik van dergelijke hybride lijnvliegtuigen.

3) Gemeenschappelijke acties met de gewestregeringen zullen in dit domein zeker worden ondernomen wanneer deze hybride lijnvliegtuigen het stadium van het prototype voorbij zijn.

4) Om de termijn in een andere tijdsschaal uit te drukken, dergelijke hybride lijnvliegtuigen zouden binnen drie à vier legislaturen moeten verschijnen.

5) De wetenschappelijke en industriële domeinen die specifiek nodig zijn voor de productie van deze vliegtuigen (batterijen, chemie, elektrische aandrijving, vliegtuigbouw, enz.), zijn in België goed ontwikkeld en dus is het erg waarschijnlijk dat België een voortrekkersrol zal spelen in de ontwikkeling van dergelijke hybride lijnvliegtuigen.

6) Het wetenschappelijk en industrieel beleid, evenals de steun aan dit beleid, behoren tot de bevoegdheid van mijn collega’s die belast zijn met Economie of met Wetenschapsbeleid, maar zijn tevens een bevoegdheid van de Gemeenschappen en Gewesten.