Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-187

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 31 oktober 2014

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Studie Europese Commissie - Mislopen btw-inkomsten - Btw-kloof - Maatregelen

BTW
BTW-inkomsten
belastingfraude

Chronologie

31/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
4/12/2014Antwoord

Vraag nr. 6-187 d.d. 31 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De op 23 oktober jl. gepubliceerde studie van de Europese Commissie over de btw-kloof schat het verlies aan btw-inkomsten in 2012 in de Europese lidstaten op 177 miljard euro. Dit bedrag aan misgelopen btw-inkomsten is te wijten aan het niet-naleven van de btw-regels (fraude) of het niet innen van verschuldigde btw, door onder meer faillissementen, surseances en te late betalingen.

De btw-kloof, het verschil tussen de verwachte btw-inkomsten en het bedrag dat de nationale autoriteiten werkelijk innen, lag in België in 2012 op 10 % en hiermee iets lager dan de 12 % in 2011. In totaal liep België in 2012 bijna 3 miljard euro aan btw-inkomsten mis. Hiermee scoort ons land slechter dan buurland Nederland, waar de btw-kloof (5 %) het kleinst was, maar beter dan Frankrijk (15 %).

Tabel: Ramingen btw-kloof 2011-2012 in miljoenen euro

Nederland

Werkelijke inkomsten: 2011 : 41.610 - 2012 : 41.699

Verwachte inkomsten: 2011 : 43.255 - 2012 : 43.699

btw-kloof: 2011 : 1.645 - 2012 : 2.000

btw-kloof %: 2011 : 4 % - 2012 : 5 %

België

Werkelijke inkomsten: 2011 : 26.019 - 2012 : 26.896

Verwachte inkomsten: 2011 : 29.669 - 2012 : 29.887

btw-kloof: 2011 : 3.650 - 2012 : 2.991

btw-kloof %: 2011 : 12 % - 2012 : 10 %

Frankrijk

Werkelijke inkomsten: 2011 : 140.558 - 2012 : 142.499

Verwachte inkomsten: 2011 : 163.417 - 2012 : 168.082

btw-kloof: 2011 : 22.859 - 2012 : 25.583

btw-kloof %: 2011 : 14 % - 2012 : 15 %

De federale regeringsploeg Michel I wil het verlies aan inkomsten ten gevolge van sociale en fiscale fraude blijvend tegengaan. Hierbij wordt er onder meer ingezet op administratieve samenwerking en op een modernisering van de invorderings- en controleprocedures.

Het is niet enkel in het belang van de federale regering, maar ook in dat van de gewest- en gemeenschapsregeringen dat de misgelopen btw-inkomsten beperkt worden. Alle regeringen in België dienen immers samen een gemeenschappelijke begroting in te dienen bij Europa. De inkomsten op het ene regeringsniveau hebben alzo invloed op de inspanningen van de andere niveaus. Daarenboven ontvangen de gemeenschappen een deel van de btw-inkomsten. Dit toont het transversale karakter van mijn vragen.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Heeft de geachte minister al zicht op de werkelijke inkomsten uit btw voor 2013 en welke geschatte btw-inkomsten staan hiertegenover? Hoe interpreteert hij de cijfers voor 2013 in het licht van de btw-kloof van 12 % en 10 % in respectievelijk 2011 en 2012?

2) Welke ruimte ziet hij voor het verder dichten van de btw-kloof? Van welke maatregelen wordt verwacht dat ze deze legislatuur een bijdrage zullen leveren aan het dichten van de btw-kloof en ten belope van welk (geraamd) bedrag?

3) Welk bedrag aan verwachte btw-inkomsten acht de minister in 2014 sowieso niet inbaar wegens wettelijke ontwijking of oninvorderbare schulden?

4) Hoe luidt het oordeel van de geachte minister over de doeltreffendheid van de huidige btw-handhavings- en nalevingsmaatregelen in België, gelet op de btw-kloof van 10 % in 2012? Welke verbeter- of knelpunten wil hij in dit kader deze legislatuur aanpakken?

Antwoord ontvangen op 4 december 2014 :

De BTW-kloof (“compliance gap”) meet het verschil tussen de werkelijk geïnde BTW en de theoretisch verschuldigde BTW bij toepassing van de vigerende wetgeving. Daarnaast kan ook berekend worden hoeveel de theoretische BTW zou bedragen indien alle wettelijk voorziene verlaagde tarieven en vrijstellingen geschrapt zouden worden (“policy gap”).

De studie waarnaar het geachte Lid verwijst werd in opdracht van de Europese Commissie (DG TAXUD) opgemaakt door het Poolse onderzoeksbureau CASE en het Nederlandse Centraal Planbureau ( ). Het betreft een update van een gelijkaardige studie uit september 2013. Met name de raming van de Belgische BTW-kloof in 2011 kwam in de recentste uitgave overigens meerdere procentenpunten lager uit dan in de vorige studie.

Dit heeft zowel te maken met een verfijning van de methodologie als met een actualisering en herziening van de brongegevens.

Het geeft meteen aan dat de gepubliceerde waarden eerder het resultaat zijn van complexe statistische ramingen dan van precieze metingen.

1 en 3) Volgens de ESR-definities, zijnde de definities die worden gebruikt door de studie uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie, bedroegen de werkelijke BTW-ontvangsten voor 2013 27 226 miljoen euro.

De raming voor de theoretisch verschuldigde BTW is echter nog niet voor handen, normalerwijze zou een update eind 2015 beschikbaar moeten zijn. Om een coherente raming voor 2013 te realiseren, moet namelijk een gelijkaardige methodologie gevolgd worden als die welke in de studie werd gebruikt. Hierbij wordt voornamelijk uitgegaan van gegevens uit de nationale rekeningen, waaronder de aanbod- en gebruikstabellen. Daarbij dient een aanzienlijk aantal veronderstellingen te worden gemaakt aangaande de bepaling van de belastbare grondslagen, de verdeling van die grondslagen over de verschillende BTW-tarieven, de mate waarin bepaalde bedrijfstakken vrijgesteld zijn van BTW, enz.

Overigens, vermits er op het ogenblik van de realisatie van de Europese studie voor een aanzienlijk aantal grootheden voor 2011 en 2012 slechts fragmentaire gegevens beschikbaar waren, dienden zij aan de hand van extrapolaties te worden geraamd.

De resultaten kunnen dus nog wijzigen naarmate recentere statistische informatie beschikbaar gesteld wordt.

Het is ook gebleken dat de resultaten voor de berekening van de verschuldigde BTW in niet-onaanzienlijke mate kunnen worden beïnvloed door het gebruik van andere gegevensbanken en andere classificaties (zoals de NACE-indeling van de bedrijfstakken).

2) Het verlies aan inkomsten ten gevolge van fraude moet blijvend worden tegengegaan. In dit kader worden onder meer de invorderings- en controleprocedures gemoderniseerd en wordt voluit ingezet op administratieve samenwerking, zowel met binnenlandse als buitenlandse administraties.

Verder wordt het toezicht op de elektronische handel aanzienlijk verscherpt. Het begrotingsakkoord voor de komende jaren (zie ministerraad 15 oktober 2014) voorziet dat de opbrengst van deze strijd tegen de fiscale fraude oploopt van 75 miljoen euro (waarvan 50 miljoen BTW) in 2015 tot 250 miljoen in 2018.

Naast het dichten van de eigenlijke BTW-kloof, bevat het begrotingsakkoord ook enkele maatregelen om de policy kloof te beperken.

Zo worden vanaf 1 juli 2015 wordt de BTW-vrijstelling afgeschaft voor medische diensten op het gebied van esthetische chirurgie en behandelingen, behalve voor therapeutische doeleinden. Vanaf 1 januari 2016 wordt daarnaast het ouderdomsvereiste om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief van 6 % BTW voor werk in onroerende staat op privé- woningen verhoogd van 5 naar 10 jaar.

De bijkomende opbrengsten zouden in 2015 beperkt blijven tot 10 miljoen maar vanaf 2016 zowat 200 miljoen bedragen.

4) De onderstaande aanpak door de Algemene Administraties van de Fiscaliteit en Algemene Administratie van de Fraudebestrijding moet bijdragen tot het dichten van de BTW-kloof:

  1. de lidstaten kunnen voortaan via een snelle Europese procedure specifieke maatregelen invoeren om een plotse en grootschalige btw-fraude te bestrijden. Lidstaten kunnen de afnemer van de goederen of de dienst in de door fraude getroffen sector(en) als schuldenaar van de belasting aanduiden. Deze maatregel vermijdt dat de leverancier de verschuldigde btw niet betaalt, terwijl die toch in aftrek wordt gebracht door de afnemer.

  2. omdat in het verleden vaak BTW-fraude met dezelfde soort goederen vastgesteld werden, kunnen de lidstaten in dergelijke gevallen voortaan, zonder voorafgaande Europese procedure, de afnemer als de schuldenaar van de BTW aanduiden. Zo is deze maatregel voortaan van toepassing voor tal van goederen, zoals de levering van gas en elektriciteit, tablets, draagbare computers, mobiele telefoons en computerchips.