Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-183

van François Desquesnes (cdH) d.d. 31 oktober 2014

aan de minister van Justitie

Justitie - Magistratuur - Kader - Tekort aan magistraten - Maatregelen

magistraat
openbaar ministerie
tekort aan arbeidskrachten

Chronologie

31/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
27/5/2015Antwoord

Vraag nr. 6-183 d.d. 31 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Frans)

Met de zesde staatshervorming zijn meer bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen overgedragen. Artikel 11 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt dat de decreten de niet-naleving van hun bepalingen strafbaar kunnen stellen en de straffen wegens die niet-naleving kunnen bepalen.

De wetgevende machten van de gewesten en gemeenschappen hebben deze bevoegdheid in heel veel domeinen toegepast. Dat is trouwens noodzakelijk om een geloofwaardig beleid te voeren, bijvoorbeeld inzake mobiliteit, milieu, of ruimtelijke ordening. Deze strafbepalingen zijn een aanvulling van andere bepalingen, bijvoorbeeld administratieve sancties, maar ze kunnen ze niet vervangen. Om de “rechtsstaat” te kunnen garanderen heeft Justitie voldoende personeel nodig, zowel voor de federale bevoegdheden als voor deze die toegewezen zijn aan de deelstaten.

Onlangs sloeg de Raad van procureurs des Konings alarm over het tekort aan parketmagistraten. Momenteel is het parket onderbemand en in de toekomst zal het nog erger worden omdat veel parketmagistraten met pensioen gaan.

De cijfers zijn gekend: de personeelsformatie van alle rechtbanken werd in de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen vastgelegd op 652 parketmagistraten bij de rechtbanken van eerste aanleg voor alle gerechtelijke arrondissementen.

Op 1 september 2014 waren er voor 13 parketten 76 plaatsen vacant, dat wil zeggen een tekort van 11,6 %. Bij de parketten in Henegouwen is de toestand nog veel erger. Het tekort loopt er op tot meer dan 20%.

Het probleem is niet nieuw. Al in 2010 voorspelde de Hoge Raad voor de Justitie een tekort aan magistraten tegen 2015-2016 en reikte hij concrete oplossingen aan voor de pensioneringsgolf.

Het aantal stagiaires werd verhoogd, maar werd voor 2014 en 2015 opnieuw verminderd.

Volgens de leeftijdspiramide van de leden van de rechterlijke macht op 31 december 2013, kunnen 359 magistraten momenteel met pensioen gaan en zullen er de komende maanden 14% effectief met pensioen gaan.

Voor de jongste oproepen voor kandidaten voor het ambt van rechter of substituut waren er minder kandidaten dan openstaande plaatsen. De vacante plaatsen moeten dus opnieuw worden gepubliceerd. Bovendien is de selectie- en benoemingsprocedure altijd heel lang.

In Brussel waren er maar vier kandidaten voor vijftien plaatsen, in Charleroi, twee voor zeven plaatsen en in Bergen één voor acht plaatsen. Slechts 20% van de bekendgemaakte vacatures konden worden ingevuld.

Op grond van het Gerechtelijk Wetboek is het mogelijk te anticiperen op de oppensioenstellingen, maar sinds de omzendbrief nummer 154 werd de oproep van kandidaten nooit meer vervroegd.

Bovendien zijn de opdrachten van het openbaar ministerie sinds 1991 verveelvoudigd en is de werklast toegenomen. De personeelsformatie is echter niet aangepast aan deze extra belasting

De werking van Justitie zou kunnen worden geblokkeerd, vooral omdat de nieuwe regering van plan is het aantal benoemingen om budgettaire redenen te verminderen.

Nochtans staat in het regeerakkoord: “de rekrutering van magistraten en personeel bedoeld om de nieuwe kaders van de rechtbank en het parket op te vullen zullen prioritair worden verdergezet” (p. 112).

Er is verduidelijking nodig over de manier waarop de personeelsformatie in alle gerechtelijke arrondissementen en vooral in deze met een flagrant tekort aan magistraten zullen worden aangevuld. Tevens is er verduidelijking nodig over de toekomstperspectieven.

Mijnheer de minister,

1) Welke begrotingsmaatregelen zult u nemen om het tekort aan magistraten aan te pakken? Het gaat niet enkel om het huidige tekort, maar ook over het toekomstige tekort ingevolge de oppensioenstelling van een groot aantal magistraten. De correcte toepassing en opvolging van het strafbeleid moet immers worden gegarandeerd, zowel op federaal niveau als inzake de bevoegdheden die onder de deelstaten vallen.

2) Op welke manier zult u de werving en de opleiding van magistraten steunen, in het bijzonder voor de aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten behoren?

3) Welke stimulerende en proactieve maatregelen zult u nemen om de personeelsformatie in te vullen zoals bepaald in de wet van 1 december 2013 voor elk gerechtelijk arrondissement en in het bijzonder voor de arrondissementen waar er al een aanzienlijk tekort is?

Antwoord ontvangen op 27 mei 2015 :

Zoals ik nader had toegelicht naar aanleiding van mijn vergaderingen met het College van het openbaar ministerie en het College van procureurs-generaal, heb ik mij, bij de begrotingscontrole 2015 maximaal ingezet om een ander besparingsritme te bekomen dan in het regeerakkoord voorzien was, om ervoor te zorgen dat de budgettaire beperkingen geen afbreuk zouden doen aan de doelstellingen die er op het gebeid van strafrechtelijk beleid werden gesteld.

In de edities van het Belgisch Staatsblad van 30 mei 2014, 13 juni 2014, 1 september 2014 en 31 december 2014 werden vacatures gepubliceerd voor magistraten van de Zetel, het openbaar ministerie en de strafuitvoeringsrechtbanken. De niet-ingevulde plaatsen van magistraten en gerechtspersoneel niveau A en B werden opnieuw gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 maart 2015. De niet-ingevulde plaatsen van de niveaus C en D werden geherpubliceerd op 10 maart 2015. Het Instituut voor de gerechtelijke opleiding (IGO) is verantwoordelijk voor de opleiding van magistraten en zal de nodige inspanningen leveren.

Het College van procureurs-generaal en het College van het openbaar ministerie bewaken de kennisoverdracht. De Gemeenschappen en Gewesten zullen dus niet lijden onder de transfer van bevoegdheden. De bepalingen voorzien in de diverse wetsontwerpen die ik dit jaar in het parlement wens in te dienen, bevatten structurele maatregelen die efficiëntiewinsten en schaalvoordelen moeten opleveren.

Thans wordt een stappenplan uitgewerkt om een minimaal aantal vacante betrekkingen in te vullen, met voorrang voor de instanties die de grootste tekorten in de periode 2015–2018 zouden kennen.