Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1793

van Christie Morreale (PS) d.d. 9 maart 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Geweld tegen vrouwen - Bestrijding - Slachtoffers van vrouwenmoord - Moord door de partner - Statistieken - Verzameling van gegevens - Verbetering - Maatregelen - Opleiding van politieagenten

geweld
misdaad tegen de personen
seksueel geweld
positie van de vrouw
vrouw
doodslag
verwantschap
gehuwde persoon
officiële statistiek

Chronologie

9/3/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/4/2018)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2254

Vraag nr. 6-1793 d.d. 9 maart 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

Geweldpleging tegen vrouwen kan heel diverse vormen aannemen, gaande van verbale intimidatie en andere vormen van psychische mishandeling tot dagelijks fysiek of seksueel geweld. Aan het einde van zo'n spiraal van geweld bevindt zich de meest extreme vorm ervan: vrouwenmoord, het opzettelijk doden van een vrouw.

De voorlopige resultaten van een studie die werd uitgevoerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de London School of Hygiene and Tropical Medicine tonen aan dat meer dan 35% van alle vrouwenmoorden door een intieme partner worden gepleegd. In dezelfde studie wordt geschat dat maar om en bij de 5% van de moorden op een man door een intieme partner worden gepleegd. Van alle moorden op mannen en vrouwen zouden er ongeveer 15% door een intieme partner worden gepleegd.

Sedert het begin van de maand februari 2018 zijn, alleen al in de omgeving van Luik, drie vrouwen door hun partner vermoord.

Helaas stellen we vast dat het zeer moeilijk is om in België correcte gegevens over vrouwenmoord te verzamelen, met name omdat bij het verzamelen van medische gegevens of politiegegevens die betrekking hebben op moordzaken, niet de nodige informatie wordt geregistreerd, of niet vermeld wordt wat de relatie was tussen dader en slachtoffer, noch het motief van de moord, laat staan of die om seksitische redenen werd gepleegd. Om dit fenomeen beter te bestrijden, willen de mensen in het veld meer weten over de aard en de prevalentie van vrouwenmoord. Het verzamelen en de analyse van de sterftegegevens moet verbeterd worden en ze moeten per geslacht opgedeeld worden. In geval van moord moet de relatie tussen slachtoffer en dader goed gedocumenteerd worden. Die gegevens kunnen aangevuld worden met inlichtingen vanuit andere bronnen.

Ik wil u hierover vragen stellen, die binnen de bevoegdheid van de Senaat vallen, aangezien het om een federale materie gaat die gevolgen heeft voor de deelstaten op het gebied van gelijkheid van kansen, preventiebeleid, vrouwenrechten en de bestrijding van geweld tegen vrouwen, enz.

1) Op welke manier worden deze gegevens verzameld, met name bij de politie?

2) Overweegt u om nieuwe informatie op te nemen, met name over de relatie tussen het slachtoffer en de dader, ook om te kunnen inschatten of het om een vrouwenmoord gaat?

3) Krijgen politieagenten een specifieke opleiding voor dit soort van geweld?

4) Hoe denkt u het verzamelen van gegevens over dit onderwerp in het algemeen te verbeteren om een doeltreffend preventiebeleid uit te bouwen?