Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1740

van Christophe Lacroix (PS) d.d. 29 december 2017

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Spirulina - Risico’s voor de volksgezondheid - Bijkomend onderzoek - Preventiemaatregelen - Traceerbaarheid - Informatie voor de consument, de gezondheidswerkers en de exploitanten van voedingsketens

wieren
voedingssupplement
verontreiniging van voedingsmiddelen
gevaren voor de gezondheid
plantaardig eiwit
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Chronologie

29/12/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/2/2018)
12/3/2018Antwoord

Vraag nr. 6-1740 d.d. 29 december 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

Spirulina is een microalg die tot de familie van de cyanobacteriën of blauwgroene algen behoort. Ze groeit aan de oppervlakte van zoet en warm water in Afrika, Zuid-Azië en Latijns-Amerika.

Spirulina is rijk aan volwaardige plantaardige eiwitten (55 à 70% van zijn droog gewicht), aminozuren en vetzuren, omega 6, mineralen, oligo-elementen en vitamines, ze bevat ook driemaal meer proteïnes dan rundsvlees en twee keer meer dan soja. Ze wordt vaak gebruikt door sportmensen en veganisten.

Volgens de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (Unesco) is het “een ideaal voedingsmiddel voor de toekomst”. Voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat het om het “het beste voedingsmiddel voor de mensheid in de XXIe Eeuw”.

In België wordt het verkocht en gebruikt in de vorm van poeder of tabletten, als gewoon voedingsmiddel (alleen of als ingrediënt) of in de vorm van een voedingssupplement.

Deze aangelegenheid valt onder de bevoegdheid van de Senaat want het is een probleem van volksgezondheid, federale materie, met gevolgen voor de deelstaten, meer bepaald op het vlak van preventie.

De Agence nationale française de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (ANSES) bracht op 4 augustus 2017 advies uit waarin gewezen wordt op negenenveertig ongewenste neveneffecten (spijsverteringsproblemen, allergieën, problemen met de spieren of de lever, enzovoort).

Tien van deze meldingen zijn ernstig genoeg voor een vervolgonderzoek.

ANSES maakte al een geval van allergische reactie bekend (angio-oedeem in het gezicht), dat zich voordeed in 2014 na de inname van spirulina.

ANSES geeft in het communiqué aan dat producten die spirulina bevatten, besmet kunnen zijn met cyanotoxines (microcystines), bacteriën of sporen van metalen (lood, kwik, arseen). Het geeft de consumenten van voedingssuplementen de raad spirulina te kopen bij verkopers die het best gecontroleerd worden door de overheid.

Personen die allergisch zijn of die aan phenylketonurie lijden (een zeldzame erfelijke stofwisselingsaandoening waarbij phenylalanine in het organisme wordt opgestapeld) wordt aangeraden deze algen te mijden.

Belangrijk is dat veganisten (personen die geen dierlijke producten eten: vlees, vis, eieren of melk) weten dat spirulina geen betrouwbare bron is van vitamine B12, want de vitamine B12 die in spirulina zit is meestal inactief.

Nog volgens ANSES bevat 5 gram spirulina per dag (maximale dosis voor bepaalde voedingssupplementen) 7 à 8,5 milligram betacaroteen, terwijl de maximale dagelijks inname 7 milligram is, bovenop de spontane inname.

1) ANSES waarschuwt voor het risico op allergieën, de aanwezigheid van toxines, sporen van lood, arseen, kwik, een teveel aan caroteen. Beschikt u over onderbouwde informatie over deze volksgezondheidskwestie?

Beschikken uw diensten over bijkomende informatie?

2) Welke preventiemaatregelen zijn er, in overleg met uw collega’s van de deelstaten, omtrent de traceerbaarheid van het product, de informatie van de consument, de gezondheidswerkers en de exploitanten van voedingswinkels (gespecialiseerde winkels, grootwarenhuizen)?

Wat is de stand van zaken?

Antwoord ontvangen op 12 maart 2018 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Spirulina is een plant die toegelaten is in voedingssupplementen en andere voedingsmiddelen die op de Belgische markt worden gebracht, en dit overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten.

Tot op heden werden er in België geen ongewenste effecten gemeld aan de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu ingevolge de inname van spirulina.

Voor wat betreft zware metalen zijn er reeds normen van toepassing.

Net zoals in Frankrijk, gelden in België eveneens de wettelijke maximumgehaltes voor lood, cadmium en kwik in voedingssupplementen, zoals vastgelegd in de Europese contaminantenverordening: voor lood is dit 3,0 mg/kg, voor cadmium 1,0 mg/kg en voor kwik 0,10 mg/kg.

Bovendien geldt in België een maximumgehalte voor arseen in voedingssupplementen, en dit in het kader van koninklijk besluit van 14 juni 2002 tot vaststelling van maximale gehaltes aan contaminanten waaronder zware metalen in voedingssupplementen. Het is verboden om voedingssupplementen in de handel te brengen met gehaltes aan arseen hoger dan 1 mg per kg product. Onder het gehalte aan arseen wordt verstaan het gehalte aan totaal arseen waarvan het gehalte aan arseen onder de vorm van arsenobetaïne wordt afgetrokken. Deze nationale arseennorm voor voedingssupplementen, die geldt bovenop de Europese Unie (EU)-normen, kan relevant zijn voor de voedselveiligheid van voedingssupplementen die spirulina bevatten.

Wanneer spirulina zelf verkocht wordt aan de consument of aan bedrijven voor de productie van een voedingssupplement, gelden de volgende eisen. Aangezien verse spirulina zelf onder de groenten geklasseerd werd, geldt een Europese contaminantennorm van 0,10 mg/kg voor lood en een norm van 0,050 mg/kg voor cadmium. Voor gedroogde producten dient een concentratiefactor toegepast te worden. Voor kwik is een norm van 0,01 mg/kg voor algen waaronder spirulina vastgesteld in de Europese verordening aangaande pesticidenresiduen.

De uitzonderlijke gevallen van microcystines in spirulina die werden vastgesteld, zijn mogelijks afkomstig van andere soorten die in dezelfde omgeving kunnen leven en misschien mee geoogst werden. De algemene veiligheidseisen voor levensmiddelen gelden ook voor dergelijke toxines. Levensmiddelen met een gehalte aan een verontreiniging dat toxicologisch onaanvaardbaar is, mogen niet in de handel worden gebracht.

De controles op deze bepalingen evenals de traceerbaarheid vallen onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) en de minister bevoegd voor Voedselveiligheid.

Volgens de gegevens in het rapport van het Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (ANSES) blijft de aanbreng van bètacaroteen door de inname van 5 gram spirulina per dag onder het veilige maximumgehalte bepaald door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (European Food Safety AuthorityEFSA) op basis van overwegingen in verband met hepatotoxische en teratogene effecten.

In het kader van de Europese wetenschappelijke samenwerking, ingesteld door verordening (EG) nr. 178/2002, wordt verwacht dat het ANSES de resultaten van zijn onderzoek aan de EFSA meedeelt. De EFSA kan vervolgens, op verzoek van de Europese Commissie, een lidstaat of op eigen initiatief, de risico’s van spirulina op basis van de nieuwe gegevens evalueren.

De producten die in overeenstemming zijn met de regelgeving houden, op basis van de huidige kennis, geen risico in voor de gezondheid van de consument.

2) Net zoals alle voedingssupplementen die op de Belgische markt worden gebracht, moeten ook degene die spirulina bevatten, verplicht genotificeerd worden bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu. De lijst van voedingssupplementen met een notificatienummer kan geraadpleegd worden op de site van de FOD. Over het algemeen wordt het de consumenten afgeraden voedingssupplementen te kopen of te gebruiken die in deze lijst voorkomen.

Mijn diensten hebben de studie van het ANSES voorgelegd aan de Belgische Commissie van advies voor plantenbereidingen. Die is gemachtigd om de risico’s te evalueren. We zullen op basis van de conclusies van deze Commissie beslissen of er bijkomende maatregelen nodig zijn.