Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-17

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 oktober 2014

aan de minister van Justitie

Belgische gevangenissen - Verdachte overlijdens en moorden - Overzicht - Evolutie - Beleid

strafgevangenis
dood
doodslag
gedetineerde
officiële statistiek

Chronologie

23/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
23/2/2015Antwoord

Vraag nr. 6-17 d.d. 23 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Recent overleed een vierendertig-jarige gedetineerde op de ondergrondse verdieping van de gevangenis van St. Gillis. Het gerecht beschouwt dit overlijden als verdacht. Er bestaat een grote kans dat het hier gaat over moord, gekaderd in de rivaliteit tussen verschillende bendes die in de gevangenis strijden voor de overmacht. Deze machtsstrijd ontwikkelde zich al eerder, het gaat vaak over Marokkaanse versus zwart-Afrikanen, of bendes afkomstig uit het voormalige Oostblok.

Hierover de volgende vragen.

1) Hoeveel als moord gedefinieerde overlijdens vonden er jaarlijks plaats, per jaar, tussen 2006 en 2012?

2) Tot welke resultaten (eveneens per jaar) leidden de vervolgingen gekoppeld aan deze moorden: hoeveel daders werden (a) gedefinieerd en (b) veroordeeld?

3) Hoe evalueert de minister de ontwikkeling van de cijfers en de vervolging van de daders doorheen de jaren?

4) Hoe gaan gevangenissen om met bendevorming, bestaat daaromtrent een specifiek beleid, zo ja welk, met welke instrumenten en resultaten? Zo niet, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 23 februari 2015 :

1) De statistieken geven enkel een onderscheid weer tussen zelfdodingen en andere doodsoorzaken. Het medisch beroepsgeheim verhindert het onderscheiden van een specifieke categorie tussen de andere categorieën van doodsoorzaken, zoals bijvoorbeeld de opgevraagde categorie moorden.

2) en 3) De statistische databank van het College van procureurs-generaal bevat geen informatie omtrent de plaats van de feiten, noch omtrent de hoedanigheid van de verdachten.

4) De gevangenissen hebben hier geen expliciet beleid rond. Toch laat de praktijk zien dat hierin actie ondernomen wordt. Zowel op het niveau van de onderzoeksrechters als op het niveau van de gevangenisdirecteurs wordt in de gaten gehouden dat de concentratie van leden van dezelfde bende niet te groot wordt. Zo beslissen onderzoeksrechters regelmatig om leden van dezelfde bende op te sluiten in verschillende gevangenissen tijdens de loop van het onderzoek. De gevangenisdirecties houden de concentratie ook in de gaten en vragen waar nodig aan de bevoegde instanties (onderzoeksrechters voor beklaagden, directie detentiebeheer voor veroordeelden) om de leden van dezelfde groepering te spreiden. Dergelijke spreidingen vinden regelmatig plaats in de praktijk.

Een ander aandachtspunt betreft de concentraties van leden van rivaliserende bendes. Ook hier trachten de gevangenisdirecties veilige gevangenissen te creëren door in dergelijke gevallen de spreiding van een aantal gedetineerden aan te vragen.