Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1679

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 30 november 2017

aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Predictive policing - Voorkomen rellen en voorspellen criminaliteit - Pilootprojecten in België - Privacy - Bescherming

politie
misdaadbestrijding
informatieanalyse
eerbiediging van het privé-leven
verzamelen van gegevens

Chronologie

30/11/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/1/2018)
8/1/2018Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1677
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1678

Vraag nr. 6-1679 d.d. 30 november 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Predictive policing is het voorspellen van crimineel gedrag en normoverschrijdend gedrag door middel van grootschalige monitoring en slimme data-analyse met als belangrijkste doel criminaliteit voorkomen. Volgens politie-experten is predictive policing de volgende stap bij politiewerk. Daarbij staan voorspellende analyses aan de basis van het nemen van beslissingen over politiewerk.

Ik verwijs in deze context naar de recente rellen in Brussel. De inzet van predictive policing kan dergelijke rellen in de toekomst voorspellen en aldus voorkomen. De Nederlandse politie werkt intussen samen met het Nederlands Forensisch Instituut aan zo'n tien projecten van predictive policing. Uittredend minister van Justitie Ard van der Steur meent dat dit een rol zal spelen in het onderscheppen van terroristen en het voorkomen van terroristische daden.

Alvast één project van predictive policing wordt in Nederland heden nationaal uitgerold. De politie gaat het Criminaliteits Anticipatie Systeem (CAS), dat voorspelt waar en wanneer misdrijven als straatroof en inbraak plaatsvinden, landelijk uitrollen.

Volgens de Nederlandse politie kan 40 % van de woninginbraken en 60 % van de straatroven worden voorspeld.

Bij het uitwerken van predictive policing moet men oog hebben voor nefaste gevolgen, zoals etnisch profileren en te verregaande aantasting van de privacy. Predictive policing functioneert het best wanneer het zo veel mogelijk data kan verzamelen (bigger is better). Veel experten pleiten voor het juridisch beginsel van de doelbinding. Hieronder wordt verstaan dat informatie alleen mag worden gebruikt en verwerkt ten behoeve van een welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd doel. Ook tast predictive policing de grens af tussen een strafbaar gedrag en een (niet strafbare) gedachte. Kortom, de voordelen van predictive policing zijn groot, maar dat zijn de gevaren ook.

De verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waar ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de gewesten, waarbij de rol van de gewesten vooral ligt in het preventieve onderdeel.

1) Zijn er bij ons reeds concrete projecten opgezet rond predictive policing binnen bepaalde politiezones of op nationaal niveau ? Zo ja, welke projecten ? Wat is hun doel ? Waar werden ze uitgerold en wat is het resultaat ? Zo neen, waarom niet ? Bent u bereid in de toekomst predictive policing-projecten op te zetten ? Zo ja, waarrond zullen deze worden opgezet, binnen welke zone en wat zijn het budget en de tijdschema ?

2) Welk potentieel ziet u in het inzetten van predictive policing ? Ziet u er een rol voor weggelegd naar het voorbeeld van Nederland wat betreft terrorisme en het voorkomen van rellen ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ?

3) Predictive policing houdt ook risico's in, onder meer wat betreft het aantasten van de privacy en etnische profilering. Bent u bereid hieromtrent met de staatssecretaris voor Privacy samen te zitten om een regulerend kader uit te werken dat onder meer werkt op basis van het juridische beginsel van de doelbinding, en aldus een protocol uit te werken ? Zo neen, waarom niet ?

4) Acht u het aangewezen dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL) zich buigt over predictive policing ? Zo neen, waarom niet en kunt u dit uitvoerig toelichten ?

5) Hoe evalueert u het Nederlandse Criminaliteits Anticipatie Systeem (CAS) en lopen er gelijkaardige plannen in ons land ? Kunt u dit uitvoerig toelichten ?

Antwoord ontvangen op 8 januari 2018 :

Vraag 1) valt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken, en vragen 2) en 5) onder die van de minister van Justitie. Ik beantwoordt dus enkel op vragen 3) en 4).

3) De huidige Privacywet van 8 december 1992 bevat geen specifieke bepaling over die kwestie. Daarentegen, Europese richtlijn 2016/680 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, die in mei 2018 in werking treedt, legt de te nemen maatregelen vast om het evenwicht te bewaren tussen de privacy en het politiewerk op maat.

De richtlijn bepaalt dat de gegevensverwerking door strafrechtelijke instanties wetenschappelijk, statistisch of historisch gebruik van de gegevens kan inhouden voor preventieve doeleinden of voor de opsporing van strafbare feiten, onder voorbehoud van de passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokken persoon.

Die verwerking gebeurt volgens een algemene regeling van richtlijn 2016/680.

Die richtlijn bepaalt dat, indien een type verwerking, in het bijzonder door beroep te doen op nieuwe technologieën, een hoog risico voor de rechten en de vrijheden van natuurlijke personen inhoudt, dan moet de verwerkingsverantwoordelijke een voorafgaande analyse uitvoeren over de impact van de verwerking op de bescherming van de persoonsgegevens.

Die impactanalyse bevat een algemene omschrijving van de verwerkingshandelingen, een risicobeoordeling voor de rechten en vrijheden van de betrokken personen, de overwogen maatregelen om die risico’s het hoofd te bieden, de veiligheidswaarborgen, -maatregelen en -mechanismen om de bescherming van de persoonsgegevens te vrijwaren en om te bewijzen dat de huidige richtlijn nageleefd wordt.

In samenspraak met de minister van Justitie zal ik onverwijld een wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn 2016/680 in Belgisch recht voorleggen aan de Ministerraad.

4) Indien een verwerking een bijzonder risico inhoudt, zoals het politiewerk op maat, legt de richtlijn 2016/680 aan de verwerkingsverantwoordelijke op om de gegevensbeschermingsautoriteit te raadplegen voorafgaandelijk aan de verwerking van persoonsgegevens en de impactanalyse ervan voor te leggen.

Wanneer de gegevensbeschermingsautoriteit meent dat de voorziene verwerking indruist tegen de bepalingen van de huidige richtlijn, dan geeft ze een geschreven advies uit voor de verwerkingsverantwoordelijke.

Indien de verwerkingsverantwoordelijke het advies van de gegevensbeschermingsautoriteit niet opvolgt, dan kan die de tijdelijke of definitieve stopzetting van de verwerking opleggen.