Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1517

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) d.d. 6 juli 2017

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Antisemitisme - Negationisme - Beleid - Cijfers - Centrum voor racismebestrijding

antisemitisme
Unia
bestrijding van discriminatie
racisme
officiële statistiek

Chronologie

6/7/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/8/2017)
23/5/2019Einde zittingsperiode

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1516

Vraag nr. 6-1517 d.d. 6 juli 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het aantal antisemitische daden in Frankrijk is vorig jaar, in vergelijking met 2013, verdubbeld. Het aantal gevallen van fysiek geweld is zelfs met 130 procent gestegen. Dat meldt de CRIF, de Franse « Conseil représentatif des institutions juives ».

Ook in ons land bleek uit diverse mediaberichten dat er nog steeds sprake is van antisemitisme, waarbij naast verbaal geweld ook fysiek geweld niet wordt geschuwd.

Volgens de website antisémitisme.be zouden er 102 antisemitische incidenten hebben plaatsgevonden in 2014. Daarnaast was er de aanslag tegen het Joods Museum van België te Brussel.

Ik verwijs naar mijn eerdere vraag en uw antwoord hieromtrent (nr. 6-439).

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid - Gemeenschappen én Gewesten. Het Centrum voor racismebestrijding werd immers in 2014 « geïnterfederaliseerd ». Het werd daarbij bevoegd voor gewest- en gemeenschapsmateries. Teneinde hun taak te kunnen volbrengen is het belangrijk dat zij over alle indicatoren betreffende racisme beschikken. De strijd tegen antisemitisme is hierbij een kerntaak, maar zonder cijfers vliegt men blind. Daarnaast biedt samenwerking veel kansen om dit efficiënt aan te pakken en dit zowel op het vlak van preventie als op het vlak van handhaving.

Ik had graag volgende vragen voorgelegd aan de minister :

1) Kan de minister meedelen voor de jaren 2014, 2015 en 2016 hoeveel meldingen er werden gedaan betreffende antisemitisme of revisionisme ? Is er sprake van een toename en zo neen, hoe verklaart hij dit, gelet op de rapporten omtrent antisemitisme vanwege de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE) en het Bureau voor de grondrechten van de Europese Unie ? Om welk soort misdrijven gaat het ?

2) Hoeveel mensen werden hiervoor op jaarbasis beboet of kregen een alternatieve straf opgelegd ?

3) Bent u voorstander van een gerichte scholing voor de handhavingsautoriteiten inzake de bestrijding van haatmisdrijven en discriminatie en hebben alle politiezones op dit ogenblik een referentiepersoon voor feiten van discriminatie en haatmisdrijven ? Kunt u toelichten welke budgetten worden uitgetrokken voor opleiding en kunt u uw beleid concreet toelichten aan de hand van projecten op het terrein ?

4) Beschikt u momenteel over een voldoende breed systeem waarbij alle gegevens omtrent haatmisdrijven worden opgesplitst per motief, en zo ja, kunt u deze gegevens vrijgeven wat betreft de laatste drie jaar ? Zo neen, waarom niet en gaat u dit invoeren ?

5) Hoeveel aangiftes waren er de jongste drie jaar op jaarbasis wat betreft a) racisme en xenofobie, b) homofobie en c) negationisme en revisionisme ? Is er nog altijd sprake van duizend dossiers per jaar, zoals in de periode 2009-2013 ?