Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1489

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 13 juni 2017

aan de minister van Justitie

Gevangenissen - Medewerkers van het gevangeniswezen - Smokkel - Bestrijding - Preventieve maatregelen

strafgevangenis
gevangeniswezen
zwarte handel
handel in verdovende middelen
Nederland
gevangenispersoneel

Chronologie

13/6/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 13/7/2017)
6/12/2017Rappel
22/12/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1489 d.d. 13 juni 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag verwijs ik naar het Nederlandse evaluatierapport « Binnen de muren niet toegestaan » waarin wordt ingegaan op de toetsing van de handhaving van orde en veiligheid in de penitentiaire inrichting.

Ik neem enkele interessante aanbevelingen uit dit rapport over en had graag vernomen hoe deze in ons land al of niet worden toegepast.

Transversaal element: met de uitvoering van de zesde staatshervorming krijgt Vlaanderen een pak nieuwe bevoegdheden. Sinds 1 januari is aldus de overheveling van de bevoegdheden van de justitiehuizen naar de drie gemeenschappen een feit. De justitiehuizen staan in voor de begeleiding en opvolging van onder andere voorwaardelijk in vrijheid gestelde gevangenen, veroordeelden tot een werkstraf, mensen met een enkelband en « probanten ». Ik verwijs tevens naar het Vlaamse decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid van de gemeenschappen.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister :

1) Kan de geachte minister aangeven hoe niet-integer gedrag van medewerkers in het gevangeniswezen wordt tegengegaan en kan hij de specifieke maatregelen gedetailleerd oplijsten ?

2) Is er regelmatig een periodieke herziening van de screening van medewerkers in het gevangeniswezen en kan dit concreet worden toegelicht ? Wat zijn hiervan de cijfermatige resultaten ?

3) Is er in elke gevangenis net zoals in Nederland een vertrouwenspersoon inzake het melden van niet-integer gedrag ?

4) In welke opleidingen wordt er voorzien om niet-integer gedrag van de medewerkers in het gevangeniswezen te voorkomen ? Kunt u de inhoud en de periodieke updates toelichten ?

5) Geschieden er regelmatig controles bij het personeel op contrabande bij de toegang van de inrichting en wordt daarbij net zoals in Nederland gebruikgemaakt van bagagedoorlichting, detectie en drugshonden ? Zo ja, hoeveel controles worden er uitgevoerd? Zo neen, waarom niet ?

6) Worden gevoelige locaties zoals de toegang voor de levering van goederen in de magazijnen gecontroleerd op veiligheidsrisico's en worden deze geobserveerd met camera's zoals in Nederland ? Zo neen, waarom niet ?

7) Kunt u meedelen hoeveel medewerkers in het gevangeniswezen respectievelijk de laatste drie jaar werden betrapt met smokkelwaar voor gedetineerden ? Kunt u dit desgevallend toelichten ?

Antwoord ontvangen op 22 december 2017 :

1) De deontologische regels van het rijkspersoneel zijn in diverse bronnen vastgelegd. Zo zijn er vooreerst :

– het statuut van de Rijksambtenaar (koninklijk besluit van 2 oktober 1937) ;

– het het deontologisch kader voor de ambtenaren van het federaal administratief openbaar ambt (omzendbrief 573 van 17 augustus 2006, Belgisch Staatsblad van 27 augustus 2007).

Daarnaast zijn er een aantal regels die specifiek gelden voor penitentiair personeel. Die liggen vast in de Bijzondere Instructie van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen (koninklijk besluit van 14 mei 1971).

Ook de federale overheidsdienst (FOD) Justitie heeft aandacht aan dit fenomeen besteed en heeft in 2006 een waardencharter uitgewerkt.

Binnen de federale overheidsdienst (FOD) Justitie bestaat er bovendien een Raad voor ethiek en deontologie, een permanent orgaan dat de opvolging verzekert van projecten en initiatieven op het vlak van integriteit en dat waakt over een coherent integriteitsbeleid. Deze Raad is samengesteld uit vrijwilligers van alle entiteiten van de FOD Justitie.

De missie van de Raad is om een volwaardig integriteitsbeleid uit te werken, een actieplan op te stellen, voorstellen van beleidsinstrumenten te lanceren aan het directiecomité en medewerkers te sensibiliseren. Momenteel werkt de Raad aan een sensibiliseringsactie rond het gebruik van sociale media.

Het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI) is een actieve partner in de uitwerking van het integriteitsbeleid voor de FOD Justitie, en meer specifiek voor de gevangenissen. Zowel voor regio Noord als voor regio Zuid werd in 2016 een specifieke deelraad EPI voor ethiek en deontologie opgericht, en dat onder de overkoepelende Raad voor ethiek en deontologie van de FOD Justitie. De deelraden zetten zich in voor een organisatiecultuur binnen de gevangenissen waar vertrouwen en integriteit kernaspecten zijn van de dagelijkse werkrealiteit. Dit doen ze door alle medewerkers binnen het DG EPI te sensibiliseren over het thema integriteit en door, in samenwerking met de integriteitscoördinator van de FOD Justitie, lokale initiatieven binnen de Nederlandstalige en Franstalige inrichtingen aan te moedigen en op te volgen. In 2016 en in 2017 organiseerden de deelraden een specifiek seminarie over deontologie, ethiek en integriteit voor gevangenisdirecteurs, personeelsverantwoordelijken en andere medewerkers van de gevangenissen. In 2017 organiseerde de deelraad Zuid een seminarie dat zich specifiek richtte op de doelgroep zorgequipes en psychologen. Samen met externe partners werken zij momenteel aan een methodiek om ethische vragen te behandelen.

Naast preventieve integriteitsinstrumenten, bestaan er ook verschillende reactieve instrumenten :

– evaluaties ;

– aanspreken van het personeelslid en uitleg vragen (mondeling of schriftelijk) ;

– ordemaatregelen : deze maatregelen beogen geen sanctie, maar worden in het belang van de dienst opgelegd, zoals :

- verbod om de inrichting te betreden ;

- schorsing in het belang van de dienst ;

- verplaatsing in het belang van de dienst ;

– tuchtstraffen : tuchtmaatregelen zijn gericht op het bestraffen van foutief gedrag en houden een werkelijke sanctie in voor het betrokken personeelslid. Een tuchtprocedure is een uitzonderlijke aangelegenheid die steeds ernstig wordt overwogen. Het spreekt voor zich dat een goede communicatie en begeleiding na een incident tot snelle en goede resultaten kan leiden, daar waar een tuchtprocedure eerder lang duurt.

De vijf mogelijke tuchtstraffen zijn :

- terechtwijzing ;

- inhouding van wedde (minimum een maand – maximum zesendertig maand) ;

- verplaatsing bij tuchtmaatregel ;

- ontslag van ambtswege ;

- afzetting.

Tot slot bestaat er een officiële meldprocedure voor integriteitsschendingen of praktijken van niet-integer gedrag (deze is van toepassing bij alle federale overheidsdiensten). Dankzij die procedure kunnen personeelsleden in alle discretie en met de nodige bescherming en ondersteuning (een vermoeden van) niet-integer gedrag of een integriteitsschending melden. Zo kunnen sancties worden opgelegd en verdere integriteitsschendingen worden vermeden. De vertrouwenspersonen integriteit zijn centrale contactpersoon en spelen hierin een cruciale rol.

2) Bij de screening van penitentiair personeel wordt aandacht besteed aan betrouwbaarheid en integriteit. Alle personeelsleden moeten een uittreksel uit het strafregister aanleveren en in de voorafgaande selectieproeven en in de stage (voor bewakingspersoneel) wordt de competentie « betrouwbaarheid tonen en integer gedrag » getest en opgevolgd. Er zijn geen periodieke herzieningen van de screening van penitentiair personeel, maar er is wel opvolging via evaluatie- en functioneringsgesprekken.

Weliswaar wordt het DG EPI door het parket voor eventueel tuchtrechtelijk gevolg in kennis gesteld van misdrijven gepleegd door personeelsleden die onder haar gezag vallen en waarvoor deze veroordeeld werden.

3) Binnen de FOD Justitie zijn twee types van vertrouwenspersonen die kunnen worden aangesproken.

Er is in eerste instantie de (centrale) vertrouwenspersoon Integriteit op niveau van de FOD Justitie (één per taalrol). Het zijn collega’s met wie medewerkers elk probleem over integriteit, ethische dilemma’s of veronderstelde integriteitsschending kunnen bespreken, en dat in alle vertrouwelijkheid. De vertrouwenspersoon adviseert en informeert medewerkers over de procedure voor een aangifte van een integriteitsschending en ondersteunt hen in de verschillende stappen.

Ten tweede zijn er tevens de vertrouwenspersonen bij de psychosociale cel van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze zijn weliswaar meer actief op het terrein van het « pesten op het werk » en dus meer betrokken bij interactionele conflicten.

Personeelsleden kunnen een (vermoeden van) integriteitsschending of niet-integere praktijken uiteraard ook steeds melden bij hun functionele of hiërarchische leidinggevende, wat de voorkeurpiste is, omdat de directe chef in principe best geplaatst is om impact te hebben op het gedrag en de houding van medewerkers.

Wanneer personeelsleden dit liever niet via hun leidinggevende doen, dan kunnen ze ook gebruik maken van de officiële meldprocedure, die er gekomen is door de wet van 15 september 2013. Door die wet kan je als personeelslid van de federale overheid melding doen van integriteitsschendingen, gepleegd door personeelsleden van de federale overheid in de uitoefening van hun functie.

Ook kunnen klachten ingediend worden bij Centrum Integriteit bij de federale ombudsman.

4) Alle medewerkers die in de gevangenissen in dienst treden, volgen een opleiding deontologie. Zowel in de basisopleiding voor bewakend personeel als in de basisopleiding voor niet-bewakend personeel komt een vak deontologie aan bod. In de basisopleiding voor bewakend personeel gaat het om een opleiding van zestien uur bestaande uit vijf luiken : inleiding, vijf bronnen, professioneel handelen en kwetsbare relaties. In de basisopleiding voor niet-bewakend personeel wordt er een halve dag gefocust op deontologie.

De opleidingscentra voor penitentiair personeel van het DG EPI bieden ook een flitstraining aan over deontologie. Dat is een eendaagse opleiding waarvoor alle medewerkers van het gevangeniswezen zich vrij kunnen inschrijven of op vraag van hun chef. Gevangenissen kunnen ook vragen om deze opleiding lokaal en op maat van hun inrichting te organiseren voor de personeelsleden.

Een specifiek opleidingsonderdeel « deontologie » wordt bovendien momenteel op maat uitgewerkt voor personeelsleden van de werkhuizen in de gevangenissen en van de Regie van de gevangenisarbeid.

Bij de diverse opleidingen, wordt er inhoudelijk steeds vertrokken vanuit een kennismaking met de vigerende regelgeving, die daarna wordt toegepast aan de hand van casussen op de werkvloer (aangepast aan de doelgroep). Periodieke updates worden uitgevoerd wanneer de regelgeving wordt aangepast.

5) Alle bagage gaat dagelijks door een RX-apparaat en personeelsleden en bezoekers moeten passeren via een metaaldetectiepoort.

Drugshonden worden regelmatig ingezet voor de controle van bezoekers en gedetineerden. In enkele inrichtingen gebeurt dit ook naar personeel toe, maar deze werkwijze is nog niet geüniformeerd. Hierna worden de jaarcijfers gegeven voor wat betreft het aantal controles met drugshonden naar bezoekers toe :

– 2014 : 5 085 ;

– 2015 : 4 333 ;

– 2016 : 3 464 ;

– 2017 (tot en met juni) : 2 202.

6) Wat betreft de toegang voor de levering van goederen, zijn alle nieuwe gevangenissen uitgerust met camera’s. In oudere gevangenissen beschikt men doorgaans over een minder uitgebreid cameranetwerk maar gebeurt er standaard en via een vaste procedure manueel een controle van de voertuigen bij elke binnenkomst en bij het verlaten van de gevangenis.

7) Het DG EPI beschikt enkel over cijfers van feiten die hebben geleid tot een tuchtdossier :

– 2015 : twee tuchtdossiers waarvoor een tuchtmaatregel werd opgelegd :

- binnensmokkelen van drugs met als tuchtstraf : ontslag van ambtswege ;

- binnensmokkelen van medicatie voor een gedetineerde met als tuchtstraf : verplaatsing bij tuchtmaatregel ;

– 2016 : twee tuchtdossiers waarvoor een tuchtmaatregel werd opgelegd :

- binnensmokkelen van GSM’s voor gedetineerden met als tuchtstraf : ontslag van ambtswege ;

- binnensmokkelen van verschillende voorwerpen met als tuchtstraf : verplaatsing bij tuchtmaatregel ;

– 2017 : drie tuchtdossiers waarvoor de tuchtprocedure nog lopende is :

- binnensmokkelen van voeding voor een gedetineerde ;

- binnensmokkelen van gsm’s en andere voorwerpen voor een gedetineerde ;

- binnensmokkelen van drank voor een gedetineerde.