Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1446

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 5 mei 2017

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Saudi-Arabië - Interministeriële Conferentie voor buitenlands beleid - Coördinatie en overleg met de deelstaten - Toetreding tot de VN-vrouwenraad

technische VN-Commissie
rechten van de vrouw
positie van de vrouw
Saoedi-Arabië
Interministeriële Conferentie

Chronologie

5/5/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/6/2017)
18/8/2018Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1447

Vraag nr. 6-1446 d.d. 5 mei 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Verenigde Naties (VN) hebben 13 landen verkozen als nieuwe leden van de Vrouwenraad. Naast landen als Irak, Congo en Kenia is ook Saudi-Arabië tussen 2018 en 2022 lid van de Commissie voor de Status van de Vrouwen. Zeker 15 van de 21 leden van de Economische en Sociale Raad van de VN hebben voor het lidmaatschap gestemd. Minstens vijf Europese landen hebben voor de deelname van Saudi-Arabië gestemd

Ik haal er even de landenfiche van Amnesty International bij voor wat betreft de vrouwenrechten in Saudi-Arabië: "Vrouwen hebben in Saudi-Arabië niet dezelfde rechten als mannen. Zeker niet als het om familiezaken als trouwen, scheiden, voogdij en erfenissen gaat. Saudische vrouwen hebben de toestemming van hun mannelijke voogd nodig als zij willen reizen, werken of studeren. En ze mogen niet zelf autorijden.

Vrouwen die zich verzetten tegen deze achterstelling krijgen te maken met intimidatie en arrestatie. Zo werden veel vrouwen die uit protest tegen het autorijdverbod achter het stuur plaats namen opgepakt. Zij werden pas vrijgelaten nadat ze een verklaring hadden getekend dat ze nooit meer zouden autorijden. In 2013 werden twee vrouwenrechtenactivisten, Wajeha al-Huwaider and Fawzia al-Oyouni, tot tien maanden gevangenis en een reisverbod van twee jaar veroordeeld. Hun misdrijf? Zij hadden geprobeerd een vrouw te helpen die door haar man werd misbruikt en mishandeld. Alle belangrijke Saudische mensenrechtenverdedigers zitten lange gevangenisstraffen uit, stopten gedwongen met hun werkzaamheden of ontvluchtten het land."

Vrouwelijke Saudiërs hebben een mannelijke "voogd" en mogen niet solliciteren, alleen over het straat lopen of reizen zonder toestemming van echtgenoot, broer of zoon. Als vrouwen geen Niqab of abaya dragen worden ze gestraft.

De Commissie Status van de Vrouw is samen met het Comité bij het Vrouwenrechtenverdrag (1979) het belangrijkste orgaan voor vrouwenrechten op internationaal niveau. Ons land is sinds 1995 ononderbroken en actief lid van de Commissie.

Transversaal karakter

Deze vraag betreft tevens een transversale aangelegenheid - Gemeenschappen (Gelijke kansen). Ik verwijs naar het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid dat een kader creëert voor de functionele en transversale werking van het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid en het decreet betreffende de oprichting van het Interfederaal Centrum voor Gelijke kansen. De standpunten van de Vlaamse regering en de verdediging hiervan bij de Verenigde Naties - onder meer wat gelijke kansen betreft- geschiedt systematisch in coördinatie met de federale overheid.

De gefedereerde overheden geven mede het inhoudelijk standpunt van de federatie vorm voor die materies waarvoor zij intern bevoegd zijn.

Wat betreft gelijke kansen en non-discriminatie betreft het zogenaamde "gemengde multilaterale dossiers". Het intrafederale overleg over de rechten van de mens (gelijke kansen en non-discriminatiebeginsel) vindt vooral plaats in het kader van ad hoc-coördinatie naar aanleiding van internationale rapportering of standpuntbepaling. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het coördinatiemechanisme COORMULTI of van ad hoc-coördinaties door andere federale overheidsdiensten .

Binnen de Interministeriële Conferentie voor buitenlands beleid waarin de verschillende beleidsniveaus zijn vertegenwoordigd, wordt het Belgisch buitenlands beleid gecoördineerd. Sinds 6 juli 2015 komt dit orgaan terug samen.

Ik verwijs tevens naar het federale regeerakkoord: "De regering zal bijzondere inspanningen doen om het beleid en de standpunten van de betrokken regeringen op de verschillende beleidsniveaus in ons land af te stemmen." Zeker wat betreft gelijke kansen en non-discriminatie is dit fundamenteel.

Ik heb dan ook de volgende vragen:

1) Hoe reageert u op de toetreding van Saudi-Arabië tot de Commissie voor de Status van vrouwen van de VN? Vreest u niet dat dit land net het tegenovergestelde zal nastreven van dat waar de Commissie voor de Status voor de Vrouw voor staat? Kan u dit uitvoerig toelichten?

2) Heeft u voorafgaand aan de stemming binnen de Economische en Sociale Raad van de VN, waarvan ook ons land deel uitmaakt voor wat betreft de toetreding van Saudi-Arabië tot de Commissie voor de Status van vrouwen van de VN voor de periode 2018 -2022 concreet overleg hieromtrent gehad met de deelstaten op informele wijze en/of door het samenroepen van de Interministeriële Conferentie voor buitenlands beleid gezien de mogelijks zware impact op het internationale beleid inzake gelijke kansen en de non-discriminatiebeginselen - rekening houdende met het feit dat de rechten van de vrouw in Saoedi-Arabië op verregaande wijze worden onderdrukt en gezien mensenrechtenactivisten systematisch worden vervolgd en tot gevangenisstraffen worden veroordeeld - en zo ja, wat waren hun standpunten? Sporen deze met uw standpunt en kan u gedetailleerd aangeven hoe dit zich vertaalde in het uiteindelijke stemgedrag bij de Verenigde Naties (EcoSoc) van ons land voor wat betreft de toetreding van Saudie-Arabie tot de Commissie voor de Status van vrouwen van de VN ? Zo neen, waarom niet?

3) Bent u bereid om naar de toekomst toe het stemgedrag van ons land voor wat betreft de samenstelling van de Commissie voor de Status van vrouwen van de VN te agenderen op de Interministeriële Conferentie voor buitenlands beleid gezien de impact van deze benoeming? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo nee, waarom niet en kan u eveneens toelichten?

4) Kan u aangeven of u bereid bent om samen met de deelstaten op de Interministeriële Conferentie voor buitenlands beleid na te gaan hoe wij de rechten van de vrouw in de internationale fora en de verdragen op de meest optimale wijze op systematische wijze zullen verdedigen gezien deze door sommige landen in vraag worden gesteld? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u dit toelichten naar inhoud en timing toe?

Antwoord ontvangen op 18 augustus 2018 :

Deze zaak werd uitgebreid besproken in de commissie Buitenlandse Betrekkingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers op 26 april en 2 mei 2017 (CRIV 54 COM 647, blz. 49-56 ; CRIV 54 COM 649). In de verslagen van deze zittingen zult u een gedetailleerd antwoord terugvinden. Ik raad u dan ook aan deze verslagen te consulteren.

Ik kan u melden dat de inhoudelijke voorbereiding voor de sessies van de Commissie voor de status van de vrouw gebeurt in Coormulti-verband. Gemiddeld worden er twee Coormulti-vergaderingen georganiseerd (één in december en één in februari), waar de Belgische positie wordt bepaald. Zowel de gefedereerde entiteiten als het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen nemen actief deel aan deze vergaderingen. Daarnaast wordt er ook telkens een consultatie met het middenveld georganiseerd.

Er bestaat dus reeds een uitstekende samenwerking en informatie-uitwisseling, zowel in Coormulti-verband als in informele contacten, met de gefedereerde entiteiten en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen met het oog op het bevorderen en beschermen van de mensenrechten van vrouwen in internationale fora (zowel Verenigde Naties als Raad van Europa). Hetzelfde geldt voor de verdragen, met name het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) en het protocol bij dit Verdrag, waarover de Belgische positie sinds lang duidelijk vastligt en internationaal wordt verdedigd, recent nog tijdens de Mensenrechtenraad. Volgens ons land speelt dit Verdrag een sleutelrol in zowel de strijd tegen de discriminatie van vrouwen en tegen geweld tegen vrouwen. We roepen stelselmatig op tot de ratificatie van dit Verdrag zonder voorbehouden en roepen landen die het Verdrag hebben geratificeerd, maar voorbehouden hebben geformuleerd, op om deze voorbehouden in te trekken. Daarnaast wijzen we er op dat ratificatie alleen niet volstaat, maar dat de effectieve implementatie van het Verdrag van groot belang is. Daarom roepen we de Verdragspartijen op hun periodieke rapporteringsplicht te vervullen.