Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1323

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 16 maart 2017

aan de minister van Justitie

Milieudelicten - Vervolging - Cijfers - Maatregelen

milieudelict
officiële statistiek
gerechtelijke vervolging

Chronologie

16/3/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/4/2017)
22/5/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1323 d.d. 16 maart 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Verschillende aspecten van Justitie werden overgedragen naar de deelstaten en bijgevolg betreft deze vraag om een transversale aangelegenheid.

Er wordt steeds meer geklaagd dat de rechtbanken weinig of geen aandacht besteden aan milieudelicten, die voor het overgrote deel dan ook zonder gevolg blijven. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er ook op dit vlak een gevoel van straffeloosheid bestaat.

1) Hoeveel milieudelicten werden voor de rechtbanken ter onderzoek gebracht, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement en voor de jongste vijf jaar waarvoor er gegevens beschikbaar zijn ?

2) a) Hoeveel van deze delicten werden geseponeerd, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement ?

b) Hoeveel onderzoeken aanleiding hebben gegeven tot een veroordeling, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement ?

3) Welke maatregelen heeft u genomen om ervoor te zorgen dat ook milieudelicten worden vervolgd ?

Antwoord ontvangen op 22 mei 2017 :

1) & 2) Er wordt verwezen naar het bijgaand verslag van 14 april 2017 van de statistisch analisten van het College van procureurs generaal.

3) In elk parket zijn gespecialiseerde milieumagistraten aangesteld om in dit soort van dossiers de meest passende beslissing te nemen.

Zaken die men onder de noemer « milieudelict » groepeert, kunnen op het niveau van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg geregistreerd worden op basis van volgende tenlasteleggingscodes :

De gegevensbank van het College van procureurs-generaal laat toe om te achterhalen hoeveel dergelijke zaken er voor de periode 2012-2016 op de parketten binnenkwamen en welk gevolg er al dan niet aan deze zaken werd verleend.

Algemene opmerkingen

a) De cijfers uit de tabellen zijn afkomstig uit de databanken REA/TPI en MACH die gevoed worden met de registraties van de correctionele afdelingen van de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg en het federaal parket. Enkel het parket van Eupen registreert op dit moment geen gegevens, bij gebrek aan een Duitstalige versie. De meest recente gegevensextractie dateert van 10 januari 2017.

b) De gegevens die hier behandeld worden, betreffen enkel correctionele inbreuken die gepleegd werden door meerderjarige of nog niet geïdentificeerde verdachten.

c) De gegevens worden per gerechtelijk arrondissement gepresenteerd op basis van het nieuw gerechtelijk landschap, zij het dat bijkomend de keuze gemaakt werd om de gegevens ook per parket te presenteren voor de arrondissementen waarin er zich meerdere parketten bevinden. We vermelden hier eveneens dat de gegevens voor het parket Halle-Vilvoorde enkel beschikbaar zijn vanaf 2015. Zaken voorafgaand 2015 worden bijgevolg onder het parket van Brussel geteld.

d) Aan de zaken die op het parket toekomen, wordt door het openbaar ministerie een voornaamste tenlastelegging en eventueel één of meerdere bijkomende tenlasteleggingscodes (preventiecodes) toegekend. Er moet in elk geval aan de zaak een voornaamste tenlastelegging toegekend worden op het ogenblik dat deze in het geïnformatiseerd systeem van de parketten wordt ingevoerd. De registratie van bijkomende tenlasteleggingen gebeurt niet overal; sommige parketten registreren deze niet. Voor deze vraag wordt rekening gehouden met alle zaken die geregistreerd werden met de volgende tenlasteleggingscodes ongeacht of deze codes als primaire of secundaire tenlastelegging werden geregistreerd :

e) Zaken die op het moment van de gegevensextractie nog niet in hun totaliteit op het parket beland zijn, worden niet mee verrekend. Concreet verwijzen we naar de zogenaamde « vereenvoudigde processen-verbaal op listing », de « nog lopende autonome politionele opsporingsonderzoeken », de « vereenvoudigde autonome politionele opsporingsonderzoeken » en de « autonome politionele opsporingsonderzoeken onbekende dader ». Enkele van de inbreuken die in deze vraag behandeld worden, kunnen in bepaalde omstandigheden (afhankelijk van de ernst van de inbreuk en het feit of er een verdachte geïdentificeerd werd) middels bovenstaande praktijken afgehandeld worden. Voor details verwijzen we naar rubrieken 11 en 28 beschreven in bijlage 3 van de omzendbrief nr. COL8/2005 die het College van procureurs-generaal op 1 juli 2005 verspreidde met betrekking tot het ambtshalve politioneel onderzoek (APO) en het vereenvoudigd proces-verbaal (VPV) [1].

f) De teleenheid in alle tabellen is gelijk aan een zaak, hetgeen overeenkomt met een op het parket geregistreerde codering die toegekend wordt op het moment van ontvangst van het proces-verbaal. Deze codering komt overeen met een uniek notitienummer op REA/TPI-niveau en een uniek dossiernummer op MACH-niveau. Elke zaak wordt slechts één keer geteld en dit dus onafhankelijk van het aantal in die zaak betrokken verdachten, slachtoffers, …

Cijfergegevens

Tabel 1 toont per gerechtelijk arrondissement / parket de totale instroom van « milieudelict-zaken » binnengekomen tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 bij de correctionele parketten.

Tabel 1 : Aantal « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016, per gerechtelijk arrondissement / parket en naargelang het jaar van binnenkomst (n & kolom%)

 

2012

2013

2014

2015

2016

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

964

6,74

772

5,03

936

5,64

881

6,04

938

6,43

4.491

5,95

ARRONDISSEMENT LIMBURG

629

4,40

566

3,69

587

3,53

565

3,87

575

3,94

2.922

3,87

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

1.548

10,82

2.205

14,36

2.227

13,41

2.001

13,72

2.354

16,14

10.335

13,70

– parket Charleroi

435

3,04

646

4,21

622

3,75

490

3,36

507

3,48

2.700

3,58

– parket Bergen-Doornik

1.113

7,78

1.559

10,15

1.605

9,67

1.511

10,36

1.847

12,66

7.635

10,12

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

4.464

31,20

4.406

28,69

5.381

32,40

4.300

29,49

4.413

30,25

22.964

30,44

parket Brussel

4.464

31,20

4.406

28,69

5.381

32,40

3.941

27,03

4.029

27,62

22.221

29,46

parket Halle-Vilvoorde

.

.

.

.

.

.

359

2,46

384

2,63

743

0,98

ARRONDISSEMENT LEUVEN

268

1,87

328

2,14

312

1,88

272

1,87

215

1,47

1.395

1,85

ARRONDISSEMENT WAALS-BRABANT

256

1,79

377

2,45

230

1,39

230

1,58

384

2,63

1.477

1,96

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

1.580

11,04

1.406

9,16

1.514

9,12

1.633

11,20

1.388

9,52

7.521

9,97

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

1.100

7,69

1.068

6,95

1.091

6,57

1.175

8,06

990

6,79

5.424

7,19

ARRONDISSEMENT LUIK

1.507

10,53

1.589

10,35

1.513

9,11

845

5,80

430

2,95

5.884

7,80

ARRONDISSEMENT NAMEN

1.052

7,35

1.568

10,21

1.688

10,17

1.686

11,56

1.869

12,81

7.863

10,42

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

941

6,58

1.071

6,97

1.127

6,79

993

6,81

1.031

7,07

5.163

6,84

FEDERAAL PARKET

.

.

1

0,01

.

.

.

.

.

.

1

0,00

TOTAAL

14.309

100,00

15.357

100,00

16.606

100,00

14.581

100,00

14.587

100,00

75.440

100,00

Bron : Gegevensbank van het College van Procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Uit de tabel blijkt dat er 75 440 « milieudelict-zaken » binnenstroomden op de correctionele parketten in de periode 2012-2016. Er was sprake van een stijging van 14 309 zaken in 2012 naar 16 606 zaken in 2014 (+ 16 %), doch in 2015 en 2016 was er sprake van een terugval tot iets boven het niveau van 2012 (respectievelijk 14 581 en 14 587 zaken). Arrondissementeel stellen we enerzijds een enorme stijging in de arrondissementen Namen (817 zaken of + 78 %) en Henegouwen (806 zaken of + 52 %) vast en anderzijds een enorme daling in het arrondissement Luik (1 077 zaken of - 71 %). Tenslotte vermelden we dat twee derde van bovenstaande zaken betrekking hebben op tenlasteleggingscode « 64E – Sluikstorten » en dat zowel de arrondissementele als de nationale evoluties vooral samenhangen met dit type milieudelict.

Tabel 2 presenteert de laatste vooruitgangsstaat van deze 75 440 ingestroomde zaken op 10 januari 2017, de datum van de laatste gegevensextractie. Deze cijfers worden eveneens gepresenteerd per jaar van binnenkomst. In bijlage worden de vooruitgangsstaten uit tabel 2 toegelicht.

Tabel 2 : Laatste vooruitgangsstaat op 10 januari 2017 voor « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per jaar van binnenkomst (n & kolom%)


2012

2013

2014

2015

2016

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

vooronderzoek

163

1,14

263

1,71

406

2,44

671

4,60

1.938

13,29

3.441

4,56

seining van de dader

25

0,17

269

1,75

22

0,13

28

0,19

64

0,44

408

0,54

zonder gevolg

3.593

25,11

3.396

22,11

3.200

19,27

2.442

16,75

1.528

10,48

14.159

18,77

ter beschikking

391

2,73

432

2,81

535

3,22

241

1,65

156

1,07

1.755

2,33

onmiddellijke inning

.

.

1

0,01

.

.

22

0,15

26

0,18

49

0,06

pretoriaanse probatie

30

0,21

72

0,47

109

0,66

65

0,45

47

0,32

323

0,43

administratieve sanctie

8.970

62,69

9.836

64,05

11.395

68,62

10.317

70,76

10.371

71,10

50.889

67,46

minnelijke schikking

377

2,63

441

2,87

367

2,21

278

1,91

157

1,08

1.620

2,15

bemiddeling in SZ

1

0,01

2

0,01

5

0,03

6

0,04

4

0,03

18

0,02

onderzoek

6

0,04

6

0,04

19

0,11

27

0,19

38

0,26

96

0,13

raadkamer

18

0,13

23

0,15

20

0,12

17

0,12

6

0,04

84

0,11

dagvaarding & verder

719

5,02

613

3,99

523

3,15

466

3,20

251

1,72

2.572

3,41

Onbekend / error

16

0,11

3

0,02

5

0,03

1

0,01

1

0,01

26

0,03

TOTAAL

14.309

100,00

15.357

100,00

16.606

100,00

14.581

100,00

14.587

100,00

75.440

100,00

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Bij de interpretatie van tabel 2 dient men rekening te houden met het feit dat de zaken uit 2012 minimaal vier jaren (plus tien dagen) en maximaal vijf jaren (plus tien dagen) oud zijn terwijl deze uit 2016 minimaal tien dagen en maximaal een jaar (plus tien dagen) oud zijn. Het is dus een logisch gegeven dat er meer zaken in vooronderzoek of gerechtelijk onderzoek zullen staan naargelang men een recenter kalenderjaar onder de loep neemt.

Uit de tabel blijkt dat meer dan twee derde van de « milieudelict-zaken » die binnenstroomden op de correctionele parketten tijdens de periode 2012-2016 afgehandeld worden via een 1 administratieve sanctie » (50 889 zaken of 67 %). Er werden 14 159 zaken zonder gevolg gesteld (19 %). Daarnaast zijn « dagvaarding & verder » (2 572 zaken of 3 %), « minnelijke schikking » (1 620 zaken of 2 %) en « ter beschikking » (1 755 zaken of 2 %) de meest voorkomende vooruitgangsstaten. Tevens zijn er 3 441 zaken waarin het vooronderzoek nog lopende was (5 %) en 84 zaken waarvoor het gerechtelijk onderzoek nog niet afgelopen was (0,1 %).

Ter volledigheid presenteren we in tabel 3 dezelfde gegevens uit tabel 2, doch deze keer gegroepeerd per gerechtelijk arrondissement / parket. Daaruit blijkt dat er grote verschillen zijn naargelang de vooruitgangstaat per arrondissement / parket. Zo varieert het aantal zaken wiens laatste vooruitgangstaat gelijk is aan « dagvaarding & verder » van minder dan 1 % in het arrondissement Brussel tot bijna 10 % in het arrondissement Limburg. Omgekeerd zien we dan weer dat het aantal zaken dat zich in de vooruitgangstaat « administratieve sanctie » bevindt, varieert van 24 % in het arrondissement Limburg tot 91 % in het arrondissement Brussel. De reden van deze verschillen kan mogelijk te wijten zijn aan het feit dat veel Vlaamse gemeenten opteren voor een afhandeling via een gemeentelijke administratieve sanctie voor « kleine vormen van openbare overlast » (bijvoorbeeld sluikstorten) en bijgevolg het merendeel van deze dossiers niet tot de instroom van het correctionele parket zal geteld worden. Arrondissementele verschillen met betrekking tot de instroom zullen uiteraard ook een invloed uitoefenen op onderling afwijkende afhandelingspercentages. Te meer hanteert elk gewest een eigen beboetingssysteem. Tevens vermelden we dat het nuttig kan zijn om de gewestelijke beboetingsinstanties rechtstreeks te bevragen over het uiteindelijke gevolg dat zij hanteren in deze zaken, aangezien zij ook de mogelijkheid hebben om zaken te seponeren.

Tabel 3 (deel 1) : Laatste vooruitgangsstaat op 10 januari 2017 voor « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per gerechtelijk arrondissement/parket (n & rij%)


vooronderzoek

seining van de dader

zonder gevolg

ter beschikking

onmiddellijke inning

pretoriaanse probatie

administratieve sanctie

minnelijke schikking

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

613

13,65

31

0,69

1.692

37,68

111

2,47

.

.

97

2,16

1.303

29,01

269

5,99

ARRONDISSEMENT LIMBURG

141

4,83

17

0,58

1.304

44,63

145

4,96

.

.

53

1,81

715

24,47

246

8,42

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

330

3,19

249

2,41

1.660

16,06

107

1,04

.

.

4

0,04

7.534

72,90

47

0,45

– parket Charleroi

130

4,81

.

.

866

32,07

23

0,85

.

.

3

0,11

1.431

53,00

41

1,52

– parket Bergen-Doornik

200

2,62

249

3,26

794

10,40

84

1,10

.

.

1

0,01

6.103

79,93

6

0,07

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

302

1,32

4

0,02

1.450

6,31

125

0,54

.

.

3

0,01

20.799

90,57

145

0,63

parket Brussel

174

0,78

3

0,01

1.242

5,59

105

0,47

.

.

1

0,00

20.521

92,35

81

0,36

parket Halle-Vilvoorde

128

17,23

1

0,13

208

27,99

20

2,69

.

.

2

0,27

278

37,42

64

8,61

ARRONDISSEMENT LEUVEN

53

3,80

27

1,94

509

36,49

92

6,59

.

.

2

0,14

392

28,10

200

14,34

ARRONDISSEMENT WAALS-BRABANT

73

4,94

.

.

493

33,38

39

2,64

.

.

.

.

835

56,53

.

.

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

680

9,04

64

0,85

2.703

35,94

476

6,33

.

.

149

1,98

2.655

35,30

185

2,46

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

528

9,73

13

0,24

1.754

32,34

193

3,56

.

.

12

0,22

2.302

42,44

212

3,91

ARRONDISSEMENT LUIK

232

3,94

.

.

756

12,85

208

3,54

1

0,02

2

0,03

4.515

76,73

30

0,51

ARRONDISSEMENT NAMEN

203

2,58

3

0,04

1.330

16,91

189

2,40

.

.

1

0,01

5.727

72,83

240

3,05

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

286

5,54

.

.

507

9,82

70

1,36

48

0,93

.

.

4.112

79,64

46

0,89

FEDERAAL PARKET

.

.

.

.

1

100,00

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

TOTAAL

3.441

4,56

408

0,54

14.159

18,77

1.755

2,33

49

0,06

323

0,43

50.889

67,46

1.620

2,15

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Tabel 3 (deel 2) : Laatste vooruitgangsstaat op 10 januari 2017 voor « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per gerechtelijk arrondissement/parket (n & rij%)


bemiddeling in SZ

onderzoek

raadkamer

dagvaarding & verder

onbekend/error

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

4

0,09

7

0,16

11

0,24

342

7,62

11

0,24

4.491

100,00

ARRONDISSEMENT LIMBURG

10

0,34

1

0,03

.

.

290

9,92

.

.

2.922

100,00

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

.

.

30

0,29

13

0,13

361

3,49

.

.

10.335

100,00

– parket Charleroi

.

.

19

0,70

7

0,26

180

6,67

.

.

2.700

100,00

– parket Bergen – Doornik

.

.

11

0,14

6

0,07

181

2,37

.

.

7.635

100,00

– parket Henegouwen – Adm. Zetel Bergen – afdeling Doornik

.

.

.

.

1

0,03

63

1,83

.

.

3.447

100,00

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

.

.

4

0,02

10

0,04

121

0,53

1

0,00

22.964

100,00

parket Brussel

.

.

2

0,01

10

0,05

81

0,36

1

0,00

22.221

100,00

parket Halle-Vilvoorde

.

.

2

0,27

.

.

40

5,38

.

.

743

100,00

ARRONDISSEMENT LEUVEN

1

0,07

1

0,07

2

0,14

111

7,96

5

0,36

1.395

100,00

ARRONDISSEMENT WAALS-BRABANT

.

.

2

0,14

2

0,14

33

2,23

.

.

1.477

100,00

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

.

.

15

0,20

21

0,28

573

7,62

.

.

7.521

100,00

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

3

0,06

6

0,11

4

0,07

395

7,28

2

0,04

5.424

100,00

ARRONDISSEMENT LUIK

.

.

10

0,17

.

.

128

2,18

2

0,03

5.884

100,00

ARRONDISSEMENT NAMEN

.

.

9

0,11

6

0,08

151

1,92

4

0,05

7.863

100,00

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

.

.

11

0,21

15

0,29

67

1,30

1

0,02

5.163

100,00

FEDERAAL PARKET

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

1

100,00

TOTAAL

18

0,02

96

0,13

84

0,11

2.572

3,41

26

0,03

75.440

100,00

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Uit tabellen 2 en 3 blijkt dat 14 159 zaken (al dan niet via voeging aan een moederzaak) zonder gevolg werden gesteld. De wet legt aan de procureur des Konings de verplichting op om zijn beslissing te motiveren (artikel 28quater, 1ste lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd door de wet van 12 maart 1998). De parketten beschikken over een verfijnde lijst van motieven tot zonder gevolgstelling die uniform is voor het hele land en geformaliseerd is als gevolg van de Franchimont-hervorming. De rubrieken zijn weergegeven in bijlage 1 van de omzendbrief nr. COL16/2014 van het College van procureurs-generaal betreffende de toepassing van de wet van 12 maart 1998.

In functie van het bovenstaande presenteert tabel 4 op de volgende pagina per jaar van binnenkomst de motieven voor zaken die tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 zijn binnengekomen en die zich op 10 januari 2017 in de vooruitgangsstaat « zonder gevolg » bevonden.

Tabel 4 : Motieven tot zondergevolgstelling voor de op 10 januari 2017 zonder gevolg staande « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per jaar van binnenkomst (n & kolom%)


2012

2013

2014

2015

2016

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

Sepot van technische aard

2.031

  57,36

2.010

  59,19

1.944

  60,75

1.545

  63,27

1.065

  69,70

8.625

  60,92

geen misdrijf

280

   7,79

283

   8,33

289

   9,03

199

   8,15

176

  11,52

1.227

   8,67

onvoldoende bewijzen

883

  24,58

807

  23,76

890

  27,81

827

  33,87

526

  34,42

3.933

  27,78

verval van strafvordering

54

   1,50

   36

   1,06

42

   1,31

15

   0,61

5

   0,33

152

   1,07

- Verjaring

38

   1,06

26

   0,77

25

   0,78

9

   0,37

.

.

98

   0,69

- overlijden van de dader

16

   0,45

10

   0,29

14

   0,44

6

   0,25

4

   0,26

50

   0,35

- klachtafstand (bij klachtmisdrijf)

.

.

.

.

2

   0,06

.

.

1

   0,07

3

   0,02

- verwijzing naar korpschef voor disciplinaire maatregelen

.

.

.

.

1

   0,03

.

.

.

.

1

   0,01

niet-toelaatbaarheid van de strafvordering

56

   1,56

37

   1,09

32

   1,00

31

   1,27

3

   0,20

159

   1,12

- Onbevoegdheid

18

   0,50

10

   0,29

2

   0,06

3

   0,12

.

.

33

   0,23

- kracht van gewijsde

32

   0,89

25

   0,74

26

   0,81

25

   1,02

2

   0,13

110

   0,78

- Immuniteit

2

   0,06

1

   0,03

1

   0,03

.

.

.

.

4

   0,03

- strafuitsluitende verschoningsgrond

1

0,03

.

.

.

.

1

0,04

1

   0,07

3

   0,02

- gebrek aan klacht

3

   0,08

1

0,03

1

   0,03

.

.

.

.

5

   0,04

- ne bis in idem

.

.

.

.

2

   0,06

2

   0,08

.

.

4

   0,03

dader(s) onbekend

788

  21,93

847

  24,94

691

  21,59

473

  19,37

355

  23,23

3.154

  22,28

Sepot om opportuniteitsredenen

1.532

  42,64

1.385

  40,78

1.256

  39,25

895

  36,65

462

  30,24

5.530

  39,06

– motieven eigen aan de aard van de feiten

808

  22,49

597

  17,58

472

  14,75

276

  11,30

113

   7,40

2.266

  16,00

- beperkte maatschappelijke weerslag

83

   2,31

63

   1,86

53

   1,66

25

   1,02

18

   1,18

242

   1,71

- toestand geregulariseerd

513

  14,28

377

  11,10

334

  10,44

210

   8,60

88

   5,76

1.522

  10,75

- misdrijf van relationele aard

 3

   0,08

2

   0,06

5

   0,16

2

   0,08

.

.

12

   0,08

- nadeel gering

70

   1,95

42

   1,24

12

   0,38

11

   0,45

4

   0,26

139

   0,98

- redelijke termijn overschreden

139

   3,87

113

   3,33

68

   2,13

28

   1,15

3

   0,20

351

   2,48

– motieven eigen aan de persoon van de dader

373

  10,38

379

  11,16

300

   9,38

304

  12,45

133

   8,70

1.489

  10,52

- afwezigheid van voorgaanden

105

   2,92

77

   2,27

74

   2,31

        59

   2,42

41

   2,68

356

   2,51

- toevallige feiten met oorzaak

140

   3,90

119

   3,50

76

   2,38

114

   4,67

31

   2,03

480

   3,39

- jeugdige leeftijd

1

0,03

.

.

1

   0,03

.

.

2

   0,13

         4

   0,03

- wanverhouding strafvord. – maatsch. verstoring

85

   2,37

132

   3,89

97

   3,03

        83

   3,40

42

   2,75

439

   3,10

- houding van het slachtoffer

8

   0,22

        5

   0,15

.

.

.

.

        3

   0,20

        16

   0,11

- vergoeding van het slachtoffer

34

   0,95

46

   1,35

52

   1,63

        48

   1,97

14

   0,92

194

   1,37

Beleid

351

   9,77

409

  12,04

484

  15,13

315

  12,90

216

  14,14

1.775

  12,54

- te weinig recherche-capaciteit

23

   0,64

      47

   1,38

36

   1,13

122

   5,00

64

   4,19

292

   2,06

- andere prioriteiten

328

   9,13

360

   10,60

439

  13,72

179

   7,33

117

   7,66

1.423

   10,05

- voorrang aan de burgerlijke afhandeling

.

.

2

   0,06

9

   0,28

14

   0,57

35

   2,29

        60

   0,42

Onbekend / error

.

.

         1

   0,03

.

.

         2

   0,08

1

   0,07

         4

   0,03

TOTAAL

3.593

 100,00

3.396

 100,00

3.200

 100,00

  2.442

 100,00

1.528

 100,00

14.159

 100,00

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Uit tabel 4 blijkt dat 8 625 van de 14 159 geseponeerde zaken een zondergevolgstelling van technische aard krijgen. De meest voorkomende motieven hierbij zijn « onvoldoende bewijzen » (3 933 zaken of 28 %), « dader(s) onbekend » (3 154 zaken of 22 %) en « geen misdrijf » (1 227 zaken of 9 %). In 5 530 zaken is er sprake van een zondergevolgstelling omwille van opportuniteitsredenen. De meest voorkomende motieven hierbij zijn « toestand geregulariseerd » (1 522 zaken of 11 %) en « andere prioriteiten » (1 423 zaken of 10 %).

In tabel 5 worden dezelfde gegevens gepresenteerd als uit tabel 4, doch deze keer gegroepeerd per parket en per hoofdcategorie.

Tabel 5 : Motieven zonder gevolg voor « milieudelict-zaken » binnengekomen op de correctionele parketten tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 en zich in de vooruitgangstaat « zonder gevolg » bevonden op 10 januari 2017, al dan niet via voeging aan een moederzaak, per gerechtelijk arrondissement / parket (n & rij%)


Sepot van technische aard

Sepot om opportuniteitsredenen

Onbekend/error

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

1.008

59,57

681

40,25

3

0,18

1.692

100,00

ARRONDISSEMENT LIMBURG

745

57,13

559

42,87

.

.

1.304

100,00

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

865

52,11

795

47,89

.

.

1.660

100,00

– parket Charleroi

428

49,42

438

50,58

.

.

866

100,00

– parket Bergen-Doornik

437

55,04

357

44,96

.

.

794

100,00

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

657

45,31

793

54,69

.

.

1.450

100,00

parket Brussel

512

41,22

730

58,78

.

.

1.242

100,00

parket Halle-Vilvoorde

145

69,71

63

30,29

.

.

208

100,00

ARRONDISSEMENT LEUVEN

315

61,89

194

38,11

.

.

509

100,00

ARRONDISSEMENT WAALS-BRABANT

179

36,31

314

63,69

.

.

493

100,00

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

1.913

70,77

790

29,23

.

.

2.703

100,00

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

1.539

87,74

215

12,26

.

.

1.754

100,00

ARRONDISSEMENT LUIK

273

36,11

483

63,89

.

.

756

100,00

ARRONDISSEMENT NAMEN

807

60,68

522

39,25

1

0,08

1.330

100,00

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

323

63,71

184

36,29

.

.

507

100,00

FEDERAAL PARKET

1

100,00

.

.

.

.

1

100,00

TOTAAL

8.625

60,92

5.530

39,06

4

0,03

14.159

100,00

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Uit tabel 5 blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de arrondissementen / parketten onderling op vlak van de verhouding van sepotmotieven. Het aandeel van opportuniteitssepots varieert van 12 % in het arrondissement West-Vlaanderen tot 64 % in het arrondissement Luik.

Indien we teruggrijpen naar tabellen 2 en 3 blijkt dat 2 572 « milieudelict-zaken » die binnenkwamen op de correctionele parketten in de periode 2012-2016 zich, al dan niet via voeging aan een moederzaak, in de vooruitgangsstaat « dagvaarding en verder » bevonden. Van deze 2 572 zaken hadden 2 005 zaken op 10 januari 2017 reeds een vonnis ontvangen. Tabel 6 geeft een overzicht van de inhoud van het laatste vonnis (ten gronde [2]) op 10 januari 2017 voor deze 2 005 zaken en dit naargelang het gerechtelijk arrondissement / parket. Er wordt in tabel 6 enkel rekening gehouden met vonnissen uitgesproken door de correctionele rechtbank in eerste aanleg. Arresten van de hoven van beroep worden immers niet systematisch geregistreerd.

Tabel 6 : Aantal « milieudelict-zaken » binnengekomen tussen 1 januari 2012 en 31 december 2016 waarvoor op 10 januari 2017 reeds een vonnis door de correctionele rechtbank werd uitgesproken, al dan niet via voeging aan een gevonniste moederzaak, per gerechtelijk arrondissement / parket en naargelang type vonnis (n & rij%)

 

Veroordeling

Opschorting

Vrijspraak

Andere

TOTAAL

n

%

n

%

n

%

n

%

n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

230

83,03

19

6,86

6

2,17

22

7,94

277

100,00

ARRONDISSEMENT LIMBURG

202

84,52

18

7,53

14

5,86

5

2,09

239

100,00

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

140

62,78

14

6,28

7

3,14

62

27,80

223

100,00

– parket Charleroi

55

55,00

8

8,00

1

1,00

36

36,00

100

100,00

– parket Bergen-Doornik

85

69,11

6

4,88

6

4,88

26

21,14

123

100,00

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

78

93,98

2

2,41

.

.

3

3,61

83

100,00

parket Brussel

64

92,75

2

2,90

.

.

3

4,35

69

100,00

parket Halle-Vilvoorde

14

100,00

.

.

.

.

.

.

14

100,00

ARRONDISSEMENT LEUVEN

49

75,38

4

6,15

8

12,31

4

6,15

65

100,00

ARRONDISSEMENT WAALS-BRABANT

17

62,96

2

7,41

.

.

8

29,63

27

100,00

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

358

70,47

26

5,12

19

3,74

105

20,67

508

100,00

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

268

79,53

37

10,98

17

5,04

15

4,45

337

100,00

ARRONDISSEMENT LUIK

30

30,30

3

3,03

7

7,07

59

59,60

99

100,00

ARRONDISSEMENT NAMEN

29

31,18

2

2,15

11

11,83

51

54,84

93

100,00

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

36

66,67

1

1,85

7

12,96

10

18,52

54

100,00

TOTAAL

1.437

71,67

128

6,38

96

4,79

344

17,16

2.005

100,00

Bron : Gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Uit tabel 6 blijkt dat van er in 1 437 zaken of 72 % sprake was van een veroordeling, in 128 zaken of 6 % een opschorting werd uitgesproken en in 96 zaken of 5 % er een vrijspraak werd verleend. De 344 overige zaken hebben betrekking op tussenvonnissen, vonnissen alvorens recht te spreken, burgerlijke belangen, enz.

Als we tenslotte de gevolgverleningsgraad berekenen op basis van de informatie die voorhanden is in alle voorgaande tabellen, dan stellen we vast dat 10 380 van de 75 440 « milieudelict-zaken » die in de periode 2012-2016 binnenstroomden op de correctionele parketten niet vervolgbaar waren : 8 625 zaken ontvingen immers een technisch sepot en 1 755 zaken werden ter beschikking overgemaakt naar een andere instantie. Van de 65 060 vervolgbare zaken die overblijven blijkt dat er voor 55 651 zaken of bijna 86 % één of ander gevolg [3] werd toegepast en voor 5 530 zaken of iets meer dan 8 % besloten werd om niet over te gaan tot vervolging via een opportuniteitssepot. Beide percentages kunnen nog licht stijgen gezien er nog 3 441 zaken zich in vooronderzoek bevinden en er nog in 438 zaken sprake is van een seining van de dader.

Bijlage : toelichting bij de vooruitgangsstaten vermeld in tabellen 2 en 3

Vooronderzoek :

Deze categorie omvat alle zaken die nog in vooronderzoek waren op 10 januari 2017.

Seining van de dader :

Deze rubriek omvat de zaken waarin op 10 januari 2017 een verdachte het voorwerp uitmaakt van een seining (deze vooruitgangsstaat werd voor de inwerkingtreding van de COL 16/2014 op 1 januari 2015 als een zondergevolgstelling met het motief « seining van de dader » weerhouden). Zolang de verdachte niet wordt aangetroffen, zal deze vooruitgangsstaat van toepassing blijven.

Zonder gevolg :

Met een zondergevolgstelling wordt voorlopig afgezien van verdere vervolging en wordt het vooronderzoek beëindigd. De beslissing om zonder gevolg te stellen is altijd voorlopig. Zolang de strafvordering niet vervalt, kan de zaak heropend worden.

Ter beschikking :

Deze rubriek omvat de zaken die op 10 januari 2017 ter beschikking gesteld werden aan een ander parket of andere (gerechtelijke) instantie. Voor zover ze niet terugkeren naar het parket van oorsprong, blijven ter beschikking gestelde zaken hier in deze vooruitgangsstaat. Voor dit parket kunnen zij dus als afgesloten beschouwd worden. Zij worden onder een ander notitienummer heropend bij het parket van bestemming.

Onmiddellijke inning :

Deze rubriek omvat de zaken waarin op 10 januari 2017 reeds een onmiddellijke inning werd betaald. De betaling van een onmiddellijke inning dooft de strafvordering uit (behalve indien het openbaar ministerie van oordeel is dat het betaalde bedrag niet voldoende is in de gehele context van het dossier).

Pretoriaanse probatie :

Deze rubriek omvat de zaken die op 10 januari 2017 (nog) geen strafrechtelijk gevolg gekregen hebben op voorwaarde dat bepaalde door het parket opgelegde maatregelen nageleefd werden (deze vooruitgangsstaat werd voor de inwerkingtreding van de COL 16/2014 op 1 januari 2015 als een zondergevolgstelling met het motief « pretoriaanse probatie » weerhouden).

Administratieve sanctie :

Deze rubriek omvat de zaken die op 10 januari 2017 werden overgemaakt aan een overheidsdienst met het oog op een eventuele administratieve sanctie (deze vooruitgangsstaat werd voor de inwerkingtreding van de COL 16/2014 op 1 januari 2015 als een zondergevolgstelling met het motief « administratieve geldboete » weerhouden).

Minnelijke schikking :

In de categorie minnelijke schikking bevinden zich de zaken waarin een minnelijke schikking werd voorgesteld en waarvoor nog een eindbeslissing dient geregistreerd te worden (met inbegrip van de gedeeltelijk betaalde minnelijke schikkingen), de zaken die werden afgesloten door de betaling van de minnelijke schikking en waar de strafvordering vervalt en tenslotte de zaken waarin de minnelijke schikking werd geweigerd maar die sindsdien nog niet zijn overgegaan naar een volgende vooruitgangsstaat.

Bemiddeling in strafzaken :

De rubriek bemiddeling in strafzaken omvat de zaken waarin het openbaar ministerie beslist heeft een procedure van bemiddeling in strafzaken aan de betrokken partijen voor te stellen. In deze categorie bevinden zich de zaken waarin een bemiddeling in strafzaken werd voorgesteld en waarin voor de betrokken partijen nog een beslissing moet genomen worden, de zaken die werden afgesloten door het voltooien van de bemiddeling in strafzaken en waar de strafvordering vervalt en tenslotte de zaken waarin de dader niet aan de vereiste voorwaarden heeft voldaan maar die sindsdien nog niet zijn overgegaan naar een volgende vooruitgangsstaat.

Onderzoek :

De rubriek onderzoek bevat de zaken die in gerechtelijk onderzoek werden gesteld en die nog niet werden vastgesteld voor de raadkamer voor regeling van de rechtspleging.

Raadkamer :

Deze rubriek bevat zaken vanaf de fase van regeling van de rechtspleging tot op het moment dat er een eventuele vaststelling voor de correctionele rechtbank is. Zaken waarin wordt afgezien van verdere vervolging, blijven deze vooruitgangsstaat behouden.

Dagvaarding & verder :

Deze rubriek omvat de zaken waarin een dagvaarding of een daaropvolgende beslissing werd genomen. Het gaat om zaken waarin een dagvaarding, een vaststelling voor de correctionele rechtbank, een vonnis, een verzet, een beroep, enz., voorkomt.

Onbekend / error :

Deze rubriek omvat de zaken waarvoor de vooruitgangsstaat niet achterhaald kon worden. Vaak gaat het om gevoegde zaken waarbij de registraties in het REA/TPI-systeem niet toelaten om te achterhalen wat de vooruitgangsstaat is van de zaak waaraan er gevoegd werd.

[1] http://www.om-mp.be/omzendbrief/4016820/omzendbrief_col_8_d_d__15_06_2005.html.

[2] Indien van toepassing.

[3] Volgende beslissingen worden gelijkgesteld aan een gevolg: een onmiddellijke inning, een pretoriaanse probatie, een administratieve sanctie, een minnelijke schikking, een bemiddeling in strafzaken, een gerechtelijk onderzoek en een rechtstreekse dagvaarding.