Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1230

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 23 december 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Seksuele misbruik van mannen door vrouwen - Cijfers - Dark number - Onderzoek

gendermainstreaming
opvolging informatieverslag
gelijke behandeling van man en vrouw
seksueel geweld
officiële statistiek
regeringsbeleid

Chronologie

23/12/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
16/3/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1231

Vraag nr. 6-1230 d.d. 23 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar recente berichtgeving uit Nederland.

Er rust een taboe op seksueel misbruik. Zo is er een duidelijke onderrapportering inzake seksueel geweld en misbruik jegens vrouwen. Maar een ander taboe, namelijk op seksueel misbruik van mannen door vrouwen, is fel onderbelicht, aldus de Nederlandse politie alsook enkele zedendeskundigen. Luidens hen moet er meer aandacht en een onderzoek komen naar zedenmisdrijven door vrouwen.

Aanleiding is een Amerikaans onderzoek (cf. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1359178916301446). Daaruit blijkt dat mannen veel vaker worden misbruikt door vrouwen dan over het algemeen wordt aangenomen. Zo zou misbruik bij twee derde van de mannen door een vrouw zijn gepleegd.

Wereldwijd wordt aangenomen dat ongeveer 5 % van de zedenmisdrijven wordt gepleegd door een vrouw. Verschillende hulpinstanties in ons land gaan ook uit van dat getal.

En juist daar zit het probleem : waarschijnlijk gebeurt het veel vaker. Het is alleen onduidelijk hoe hoog het « dark number » is.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement van de Senaat. Het gaat over een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen. Mijn vragen komen rechtstreeks voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat nrs. 6-97/1 tot 6-97/5 – 2014/2015) waarin seksueel misbruik een absolute prioriteit is.

In de kadernota Integrale Veiligheid heeft de federale regering, in nauwe samenwerking met de regeringen van de deelstaten, een strategisch referentie- en beleidskader vastgelegd op het vlak van veiligheid, waarin voor een aantal veiligheids- en / of criminaliteitsfenomenen een integrale en geïntegreerde aanpak wordt bepaald en uitgewerkt. Een van de tien prioriteiten is seksueel geweld.

Ik verwijs tevens naar het federale regeerakkoord waarbij expliciet wordt aangegeven dat extra inspanningen zullen worden geleverd inzake de strijd tegen verkrachtingen.

Ik had dan ook volgende vragen aan de minister gesteld :

1) Hoe reageert u op dit onderzoek en de vraag van experten alsook de Nederlandse politie om beleidsmatig ook oog te hebben voor seksueel misbruik van mannen door vrouwen ? Hoe vertaalt dit zich in uw beleid ?

2) Bent u bereid om al of niet in overleg met externe onderzoekers en / of het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen specifiek onderzoek te laten voeren naar het « dark number » inzake seksueel misbruik van mannen door vrouwen, of beschikt u reeds over een recente studie hieromtrent ? Kan u uitvoerig toelichten wat het tijdschema, het budget en de inhoud zijn ?

3) Kan u meedelen, en dit voor de laatste drie jaar, hoeveel dossiers ten opzichte van de totale aangiftes inzake seksueel misbruik seksueel misbruik van mannen door vrouwen betreft en dit op jaarbasis ? Beschikt u hieromtrent over enig cijfermateriaal ? Zo neen, is er geen behoefte in het licht van de hoger aangehaalde problematiek om dit statistisch te voorzien in de databanken ? Kan u dit uitvoerig toelichten ?

Antwoord ontvangen op 16 maart 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen: 

1.

In het Nationaal actieplan “gendergerelateerd geweld” is opgenomen dat er een specifiek onderzoek zal gebeuren naar mannelijke slachtoffers van seksueel geweld.

Ook de politiemensen worden gesensibiliseerd rond dit probleem. Dit is onder meer gebeurd tijdens de studiedagen ‘code 37’ die vorig jaar werden georganiseerd en waarbij één van de thema’s handelde over “mannelijke slachtoffers van seksueel geweld”. Ongeveer 900 politiemensen hebben deze bijscholing gevolgd. 

2.

Voormalig Staatssecretaris, mevrouw Sleurs, heeft het initiatief genomen een prevalentiestudie te starten van 4 jaar waarbij de prevalentie van seksueel geweld zal nagegaan worden zowel voor vrouwen, mannen en kinderen en specifieke kwetsbare groepen en waarin dus ook aandacht zal besteed worden aan de dader(s). Indien goedgekeurd, start deze studie in maart 2017 en het budget hiervan bedraagt 1,5 miljoen euro.

Voor meer informatie hieromtrent verwijs ik u door naar mevrouw Zuhal Demir, de nieuwe Staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid. 

3.

De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Zij laat toe om tellingen uit te voeren op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modi operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de bestemmingen-plaats, enz. 

De onderstaande gegevens zijn afkomstig van de databankafsluiting van 20 juli 2016 en bevatten cijfers tot en met 31 maart 2016.  

Tabel 1 bevat het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten inzake seksueel geweld, zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, op nationaal niveau voor de periode 2013-2015 en het eerste trimester van 2016.  

Tabel 1: aantal geregistreerde feiten inzake seksueel geweld

 

2013

2014

2015

TRIM 1 2016

Seksueel geweld

11.420

11.463

10.600

2.518

Daarnaast is het ook mogelijk om te rapporteren over de verdachten die in de ANG aan deze feiten van seksueel geweld gekoppeld zijn. Tabel 2 bevat het aantal door de politiediensten unieke gekende en geregistreerde verdachten inzake seksueel geweld opgesplitst per geslacht, zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, op nationaal niveau voor de periode 2013-2015 en het eerste trimester van 2016.  

Tabel 2: aantal door de politie geregistreerde verdachten inzake seksueel geweld

 

2013

2014

2015

TRIM 1 2016

Mannen

2.142

2.250

1.826

345

Vrouwen

530

594

397

76

Totaal:

2.672

2.844

2.223

421

De ANG doet geen uitspraak over het al dan niet schuldig karakter van de verdachte. 

Met betrekking tot de slachtoffers moet ik het geachte lid meedelen dat het op basis van de informatie aanwezig in de ANG niet mogelijk is betrouwbare slachtoffergegevens te verstrekken.  

De verklaring hiervoor is dat de ANG eveneens een relationele databank is, die bestaat uit meerdere entiteiten. Naast de entiteit “feit” (waarin de eigenlijke feitinformatie zit) bestaat onder meer ook een entiteit “persoon”. Deze entiteit bevat tot op heden informatie (geboortedatum, geslacht, nationaliteit, enz.) inzake verdachten, maar niet inzake slachtoffers (met uitzondering van vermiste personen). 

De wet van 18 maart 2014 betreffende het politionele informatiebeheer en tot wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het Wetboek van strafvordering (“Wet ANG”) hervormt de regels van het politionele informatiebeheer en maakt deze uitbreiding naar slachtoffers wel mogelijk. 

Dit vraagt de nodige expertise, functionele analyse en technische aanpassingen en bijgevolg ook tijd en capaciteit. De werkzaamheden die dienen te leiden tot de toevoeging van de slachtoffers in de ANG maken deel uit van de prioriteiten van zowel de functionele, als technische ontwikkelteams voor het 1ste semester van 2017. De rapportage met betrekking tot de slachtofferinformatie (zonder terugwerkende kracht) is logischerwijze daarvan afhankelijk. 

De bijkomende informatie met betrekking tot de slachtoffers zal bijgevolg pas worden geregistreerd vanaf de datum van implementatie van de technische aanpassingen. Het is helaas onmogelijk om de ANG aan te vullen voor de feiten die aan deze datum voorafgaan.