Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1129

van Nadia El Yousfi (PS) d.d. 22 november 2016

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie

“Bio”-producten - Decertificering - Europese wetgeving - Evolutie

verdelgingsmiddel
bescherming van de consument
biologische landbouw
biologisch product
milieukeurmerk

Chronologie

22/11/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/12/2016)
21/12/2016Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1128

Vraag nr. 6-1129 d.d. 22 november 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Verschillende punten van de Europese wetgeving inzake “bio”-voeding staan momenteel ter discussie met het oog op de herziening van de wetgeving ter zake.

Hoewel het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij de productie van biovoedingsmiddelen verboden is, vereist de wetgeving niet dat biovoeding op zich effectief vrij is van pesticiden.

Nochtans is dat precies wat de consument verwacht, en dat is te begrijpen.

In ons land mag een product niet meer onder het biolabel worden verkocht wanneer het meer dan 0,01 ppm pesticiden (de grens voor babyvoeding) bevat.

Volgens mijn informatie wil de Europese Commissie deze “decertificering” in alle Europese landen opleggen.

Het Europees Parlement vindt dat de decertificering maar van toepassing moet zijn wanneer het gebruik van pesticiden tijdens de productie kan worden aangetoond.

Deze aangelegenheid heeft betrekking op de bescherming van de consument en de deelstaten zijn bevoegd voor de manier van produceren en de etikettering van bioproducten. Beschikt u over bijkomende informatie over de evolutie van dit dossier?

Zijn er contacten tussen uw departement en de deelstaten?

Antwoord ontvangen op 21 december 2016 :

De Lidstaten zijn nog steeds bezig met de bespreking van de herziening van de Europese wetgeving inzake biologische landbouw in het Speciaal Comité Landbouw (SCL) dat de gewestelijke administraties bijwonen. Mijn diensten staan permanent in contact met de gewestelijke attachés over dit dossier dat momenteel geen meerderheid haalt in de Raad.

Tijdens de Europese Landbouwraad van 12 december 2016 werd een stand van zaken van het dossier besproken.

België heeft de talrijke inspanningen erkend die werden geleverd door het Slovaaks voorzitterschap, de vorige voorzitterschappen en de Commissie om in dit dossier tot een akkoord te komen.

Ik heb evenwel toegelicht dat de tekst niet in de goede richting gaat en dit met name door de drempelwaarden voor niet-toegelaten stoffen. België hecht immers veel belang aan de kwestie van deze drempels en vooral de automatische declassering van biologische landbouwproducties wanneer niet-toegelaten stoffen worden aangetroffen (waaronder residuen van pesticiden).

Volgens mij is het belangrijk om het vertrouwen van de consument in biologische producten niet te schaden, vooral niet in deze periode waarin de sector in volle groei is.

Gelet op de situatie, is België, naar het voorbeeld van meerdere andere Lidstaten, van mening dat de tekst die op tafel ligt, niet aanvaardbaar is en vindt het dat de nodige tijd genomen moet worden om na te denken over de verbetering ervan.