Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1125

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 21 november 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Europees Octrooi Bureau (EOB) - Sociaal klimaat - Raad van bestuur - Houding van de Belgische vertegenwoordiger

Europees Octrooibureau
arbeidsvoorwaarden
eengemaakt octrooigerecht

Chronologie

21/11/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/12/2016)
20/2/2017Rappel
21/2/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1125 d.d. 21 november 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Europees Octrooi Bureau (EOB) staat op Europees niveau in voor het verlenen van octrooien in het algemeen en van het EU-octrooi in het bijzonder. Het EOB is ondergebracht bij de Europese Octrooi Organisatie (EOO), opgericht door de Overeenkomst van München in 1973. Elke Europese Lidstaat, zo ook België, is in het EOB vertegenwoordigd door een afgevaardigde in de raad van bestuur. Aan het hoofd van het EOB staat een president. De Belgische vertegenwoordiging binnen het EOB valt onder de bevoegdheid van de federale minister van Werk, Economie en Consumenten.

Volgens het jaarverslag 2015, zoals terug te vinden op de website van het Bureau, ontving het EOB vorig jaar 278 867 Europese octrooidossiers en 160 022 effectieve octrooiaanvragen. Hiervan werden er 68 421 toegekend. Dit laatste is een stijging met 5,9 % ten opzichte van het voorgaande jaar. Niettegenstaande de algemene erkenning van de hoge kwaliteitsstandaard van de verleende octrooien, wordt het sociale klimaat binnen het Bureau door de werknemers thans als gespannen ervaren. Cijfers van het consultancy bureau PricewaterhouseCoopers, afkomstig uit een bevraging afgenomen in 2011 en 2016, wijzen op een achteruitgang van het sociale klimaat tussen beide jaren. Artikels die in de internationale pers zijn verschenen, maakten hiervan eveneens melding. In een reactie op de recent genomen disciplinaire maatregelen, formuleerde de Zwitserse delegatie een voorstel om de procedure voor disciplinaire maatregelen te verbeteren.

Het transversale karakter van onderhavig onderwerp gaat schuil in het feit dat het federaal niveau naar Europa toe optreedt in naam en als vertegenwoordiger van de Gemeenschappen en de Gewesten.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister :

1) Is hij op de hoogte van het gespannen sociaal klimaat binnen het EOB ? Koppelt de Belgische vertegenwoordiger in het EOB rechtstreeks terug met de minister en / of zijn kabinet ?

2) Wat is de houding van de Belgische vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het EOB ten aanzien van het huidige sociaal klimaat binnen deze organisatie ? Op welke manier zal België zijn houding uiten binnen de raad van bestuur ?

3) Wat is de houding van de Belgische vertegenwoordiger in de raad van bestuur van het EOB ten aanzien van het voorstel van de Zwitserse delegatie van 13 oktober 2016 ? Op welke manier zal België zijn houding uiten binnen de raad van bestuur ?

4) Is de Belgische vertegenwoordiger bereid de resolutie, aangenomen door de raad van bestuur van 16 maart 2016, opnieuw onder de aandacht van de president van het EOB te brengen ?

Antwoord ontvangen op 21 februari 2017 :

1) Ik ben ervan op de hoogte dat er al bepaalde tijd een gespannen sociaal klimaat heerst binnen het Europees Octrooibureau. Dit is een gevolg van de algemene evolutie die het EOB de jongste jaren doorliep :

De voornaamste conclusies uit deze studie waren :

Toch zette de studie enkele pijnpunten in de verf :

De resultaten van deze studie werden besproken op een sociale conferentie, op 11 oktober jongstleden, waaraan ruim 300 personeelsleden, het management van het Bureau en vertegenwoordigers van de lidstaten deelnamen. Naar aanleiding van die sociale conferentie werden workshops georganiseerd met het management en het personeel, rond de verschillende thema’s behandeld in de PWC-aanbevelingen. Op basis daarvan werd een oriëntatienota voorgelegd aan de Raad van Bestuur, teneinde de toekomstige prioriteiten van het Bureau op sociaal vlak te definiëren.

2) tem 4) In de hierboven beschreven context denk ik, dat nu vooreerst moet worden ingezet op het consolideren van de positieve resultaten van de hervormingen binnen het EOB die de laatste jaren werden ingevoerd, en ook op het milderen van de sociale spanningen. De sociale spanningen kunnen worden verholpen aan de hand van de aanbevelingen van PWC.

Die aanbevelingen zijn onder meer gericht op het verbeteren van de interne communicatie en de interactie met de personeelsverantwoordelijken, het versterken van de capaciteiten van het Bureau om de veranderingen die met deze nieuwe hervormingen gepaard gaan te begeleiden, en het systeem van intern beroep, alsook de tucht- en onderzoeksprocedures te verbeteren. Deze laatste onderwerpen worden ook gedekt door het voorstel van de Zwitserse delegatie, en door de Resolutie van maart 2016, die unaniem werd aangenomen door de Raad van Bestuur. De Belgische delegatie zal er dus op toezien, dat deze aanbevelingen binnen de Raad van Bestuur worden ondersteund en geïmplementeerd.

Dat alles kan er op termijn alleen maar toe bijdragen dat de sociale dialoog weer hervat wordt en dat bijgevolg het sociale spanningsveld wordt verkleind, in het voordeel en het belang van het Bureaumanagement, de personeelsleden en de lidstaten van de Europese Octrooiorganisatie. Zulks lijkt me des te belangrijker in het licht van het feit, dat het EOB binnenkort het Europese eenheidsoctrooi gaat implementeren, gezien de nakende inwerkingtreding van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht.