Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1076

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 26 oktober 2016

aan de minister van Justitie

Mensenhandel - Seksuele uitbuiting minderjarige slachtoffers - Klanten - Handhaving

mensenhandel
prostitutie
jongere
slachtoffer
pedofilie
opvolging informatieverslag

Chronologie

26/10/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2016)
27/6/2017Rappel
9/9/2017Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1075
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1077

Vraag nr. 6-1076 d.d. 26 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar de recente studiedag die werd georganiseerd door de Vrouwenraad op 4 oktober 2016 over mensenhandel en prostitutie.

Hierbij gaf Warner ten Kate een interessante kijk op de handhaving in Nederland van de strijd tegen seksuele en economische uitbuiting. Vooreerst zoekt de politie proactief op specifieke websites naar sekssites waar minderjarige slachtoffers door hun uitbuiter worden aangeboden. Het Nederlands openbaar ministerie is druk bezig met het opstellen van richtlijnen voor het bestraffen van de klanten van minderjarige prostitués.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat conform artikel 79 van het reglement en is tevens een transversale aangelegenheid - Gemeenschappen. De vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag van de Senaat betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stukken van de Senaat nrs. 6-97/1 tot /5 – 2014/2015).

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Kan u meedelen in hoeveel dossiers op jaarbasis die worden voorgeleid voor het gerecht is er sprake van het seksueel uitbuiten van minderjarigen ? Kan u hier een cijfer of een percentage op zetten ?

2) Kan u meedelen of de politiediensten bij ons eveneens op zoek gaan naar sites waar meisjes (en jongens) worden aangeboden voor prostitutie ? Zo ja, kan u meedelen tot hoeveel dossiers / veroordelingen dit heeft geleid ? Zo neen, waarom niet en kan u toelichten of u deze Nederlandse aanpak genegen bent ?

3) Kan u meedelen in hoeveel dossiers van seksuele uitbuiting van minderjarigen ook de klant werd veroordeeld en kan u de concrete cijfers vrijgeven voor de laatste drie jaar ? Welke is de gemiddelde straf die hierbij werd opgelegd ? Wordt er een financiële compensatie systematisch voorzien voor het slachtoffer ? Kan u uitgebreid toelichten ?

4) Bent u voorstander van het uitwerken van een concrete vervolgingsrichtlijn van de klanten die misbruik maken van de slachtoffers van seksuele uitbuiting ? Kan u concreet toelichten wat de inhoud en de kalender zijn ? Zo neen, waarom niet ?

Antwoord ontvangen op 9 september 2017 :

1) De gegevensbank van het College van procureurs-generaal beschikt over specifieke tenlastelegginscodes die de mogelijkheid biedt de zaken van proxenetisme van minderjarigen en ontucht van minderjarigen ingeleid bij de correctionele parketten tussen 2013 en 2015 te selecteren. Tabel 1 geeft kwantitatieve gegevens met betrekking tot proxenetisme van minderjarigen en ontucht van minderjarigen.

Voor enige andere vorm van seksuele delinquentie is het niet mogelijk om een onderscheid te maken tussen de feiten naargelang deze werden gepleegd op minderjarige leeftijd, dan wel door meerderjarige personen.

2) Er wordt verwezen naar het door de minister van Binnenlandse Zaken aan wie de geachte senatrice deze vraag eveneens heeft voorgelegd onder nr. 6-1075.

3) De veroordelingscijfers geven geen informatie mee over de inhoud van de feiten. Er kan dan ook niet worden nagegaan of de veroordeelde « een klant » betrof.

4) In actiepunt 3.5. van het Nationaal Actieplan Mensenhandel 2015-2019 wordt de bestrijding van bijzondere vormen van mensenhandel belicht. Het Bureau van de Interdepartementale Coördinatiecel ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel werd belast met het schrijven van een nota hieromtrent. Er zal nagegaan worden wat de impact is van de beleidsmaatregelen inzake de bestraffing van de klant die willens en wetens een beroep doet op de diensten van personen die slachtoffer van mensenhandel zijn. Hiervoor zal er ook gekeken worden naar het buitenland. Dit zal besproken worden met de betrokken actoren.

Tot slot moet er op gewezen worden dat wat seksuele uitbuiting betreft, het vervolgingsbeleid inzake mensenhandel verstrengd werd door de inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn COL 01/2015 met betrekking tot het opsporings- en vervolgingsbeleid inzake mensenhandel.

Tabel 1 : Aantal zaken van ontucht van minderjarigen en proxenetisme van minderjarigen ingestroomd bij de correctionele parketten van 2013 tot 2015.

Gegevens weergegeven volgens de geregistreerde tenlasteleggingscode en het jaar van instroom van de zaak bij het parket (a en % in kolom).


2013

2014

2015

TOTAAL

a/n

a/n

a/n

a/n

37F – Ontucht van minderjarigen

93

178

170

441

37M - Proxenetisme van minderjarigen

8

6

8

22

TOTAAL

101

184

178

463

Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten. Stand van de gegevensbank op 10 september 2016.