Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9983

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 2 oktober 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Vluchtelingenkamp Ashraf - Humanitaire situatie - Geweld - Acties

vluchteling
Irak
politiek geweld
Iran

Chronologie

2/10/2013Verzending vraag
18/12/2013Rappel
6/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-9983 d.d. 2 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De situatie van het vluchtelingenkamp Ashraf in Irak is sinds 2011 gespannen en lijkt nu te zijn geëscaleerd. Op 1 september 2013 werd het kamp door Iraakse troepen aangevallen. De balans: 52 doden en 7 vluchtelingen werden als gijzelaar meegenomen. Irak zou plannen hebben om die vluchtelingen aan Iran uit te leveren. Ook in 2011 werd het kamp aangevallen en ook toen vielen er doden en gewonden. Toen stelde ik reeds een mondelinge vraag aan de minister van Buitenlandse Zaken over de precaire situatie van het kamp. De minister antwoordde als volgt: "De Iraakse regering heeft de verantwoordelijkheid de mensenrechten van het de inwoners van kamp Ashraf te respecteren". Irak wilde het kamp tegen december 2011 ontruimen; deze jongste aanval bevestigt dat het kamp er nog altijd is en dat de situatie van de vluchtelingen zorgwekkend is.

Ik heb dan ook enkele vragen over deze situatie:

1) Hoe ziet de situatie van kamp Ashraf er momenteel uit en hoe beoordeelt Buitenlandse Zaken de situatie? Zijn er nog altijd plannen om kamp te ontruimen?

2) Heeft ons land sinds 2011 ter zake nog politieke actie ondernomen ?

3) Acht de minister het noodzakelijk om zelf actie te ondernemen in dit dossier? Zo ja, op welke manier? Zo neen, waarom niet?

4) Heeft de Europese Unie al een beslissing genomen inzake de mogelijke opvang van vluchtelingen bij een eventuele ontruiming van het kamp? Kan de minister mij een stand van zaken geven inzake de bespreking van het probleem op het internationale niveau?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2014 :

1. Kamp Ashraf is intussen helemaal geëvacueerd. Alle personen zijn overgebracht naar Kamp Hurriya. Dit gebeurde op 12 september jongstleden. Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) heeft deze evacuatie van nabij opgevolgd. Deze evacuatie was een prioriteit voor de UNO.

2. België is voorstander van een opname van de betrokkenen door derde landen, conform de specifieke overeenkomst van december 2011 tussen de UN en Irak. Voor 162 personen werd buiten Irak een onderkomen gevonden. België heeft zich bereid getoond zes personen op te nemen. Vijf personen zijn overgekomen. Een zesde persoon heeft beslist niet naar België te komen. Ons land heeft daarmee een substantiële bijdrage geleverd. Er zijn geen plannen om verdere personen op te nemen.

3. België steunt uitdrukkelijk de vraag van de internationale gemeenschap naar opheldering van de omstandigheden van de treurige gebeurtenissen van 1 september jongstleden Wij menen eveneens dat de veiligheid van de bewoners van het kamp Hurriya door de bevoegde Iraakse autoriteiten dient te worden gegarandeerd. Onze ambassade in Amman, bevoegd voor Irak, houdt zich voortdurend op de hoogte van de ontwikkelingen in dit dossier.

4. Op niveau van de Europese Unie wordt deze thematiek eveneens van nabij opgevolgd. De positie van de EU schrijft zich trouwens in die van de internationale gemeenschap in. De hele internationale gemeenschap bij monde van de UNO vraagt de Iraakse overheid om opheldering van de incidenten waarvan de kampen het slachtoffer werden en onderlijnde de noodzaak de bescherming van de bewoners van de kampen te verzekeren. De internationale gemeenschap heeft tevens opgeroepen tot opname van deze personen.