Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9958

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 2 oktober 2013

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

Vlaamse overheid - Ambtenarij - Statuut van de ambtenaren - Hervorming

overheidsapparaat
statuut van de ambtenaar
personeel op contractbasis
beroepsloopbaan
regionale overheid
Vlaams Gewest
Vlaamse Gemeenschap

Chronologie

2/10/2013Verzending vraag
18/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9958 d.d. 2 oktober 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Vlaamse regering wijzigde het statuut van haar ambtenaren op enkele punten. Een aantal verschillen tussen statutaire ambtenaren en contractuelen wordt weggewerkt, en werknemers uit de privésector die overstappen naar de ambtenarij, kunnen tot twintig jaar anciënniteit meenemen. Contractuelen kunnen dan ook solliciteren naar bevorderingen voor statutaire ambtenaren. Die kunnen echter sneller ontslagen worden, onder andere na twee negatieve beoordelingen op vijf evaluaties. Daardoor wil de Vlaamse overheid de ambtenarij aantrekkelijker maken voor jongeren, maar de vakbonden reageren eerder negatief.

Hierover de volgende vragen : Hoe evalueert de geachte staatssecretaris de plannen van de Vlaamse overheid? Vindt hij hierin inspiratie voor zijn eigen hervormingen, zoals het honoreren van anciënniteit vanuit de privésector, contractuelen meer promotiekansen geven en sneller ontslag voor statutairen? Met welke argumenten wil hij deze keuzes ondersteunen of afwijzen?

Antwoord ontvangen op 18 november 2013 :

In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid de volgende beschouwingen mee te delen:  

Bij de federale overheid is het sedert 1 december 2004 voor het niveau A en sedert 1 december 2008 voor de andere niveaus mogelijk diensten verricht in de privésector te valoriseren bij de aanwerving als statutair of contractueel personeelslid. In tegenstelling tot de Vlaamse Gemeenschap is de valorisatie trouwens niet beperkt tot een bepaald aantal jaren. Het gevaloriseerde aantal jaren stemt overeen met het aantal jaren waarvoor het personeelslid een beroepservaring kan aantonen die bijzonder nuttig is voor de functie uitgeoefend op het tijdstip van de aanwerving.  

Wat het ontslaan van vastbenoemde federale personeelsleden betreft, bepaalt het statuut sedert augustus 2002 dat het ontslag van een statutair personeelslid kan worden uitgesproken wanneer binnen de 3 jaar na de toekenning van de vermelding "onvoldoende" een tweede vermelding "onvoldoende" wordt gegeven. 

Tot slot is in de nieuwe geldelijke loopbaan, die op 1 januari 2014 van kracht wordt, eveneens bepaald dat contractuele personeelsleden voortaan kunnen overgaan naar de 3e weddeschaal van hun graad, wat momenteel niet het geval is. Er is echter niet bepaald dat contractuele personeelsleden bevorderd kunnen worden naar een hogere graad.