Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9868

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 18 september 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Kleine Brogel - Kernwapens - B61-kernbommen - Modernisering - Geheim akkoord

denuclearisatie
non-proliferatie van kernwapens
ontwapening
geografische spreiding
tactisch kernwapen
euroraket

Chronologie

18/9/2013Verzending vraag
9/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9867
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4447

Vraag nr. 5-9868 d.d. 18 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de Amerikaanse kernwapenexpert Hans Kristensen zou België in het geheim (in 2010) met de Verenigde Staten akkoord zijn gegaan over de modernisering van de kernwapens op ons grondgebied.

De - nooit bevestigde - aanwezigheid van de B61-kernbommen op Kleine Brogel kan zo met tientallen jaren verlengd worden.

Nochtans zijn de argumenten om deze wapens uit België weg te halen verpletterend.

- Deze kernwapens zijn niet alleen gevaarlijk en duur, ze zijn volkomen (militair) nutteloos.

- Zowat iedereen in België is gewonnen voor de terugtrekking - gaande van honderden Burgemeesters voor de Vrede, over het ruime middenveld, de publieke opinie, het Vlaams en Belgisch parlement, tot en met Dehaene-Claes-Verhofstadt-Michel- …

- Steeds meer prominente politici uit het buitenland (McNamara, Kissinger, Schultz,…) waarvan vele voormalige voorstanders uit het koude oorlogstijdperk zich er tegenwoordig zeer sterk tegen uitspreken. Men is er vanuit de eigen ervaringen van overtuigd dat " the indefinite combination of human fallibility and nuclear weapons will destroy nations".

- De geloofwaardigheid van het Westen in kader van nucleaire non-proliferatie zou er sterk bij baten.

- Zowel de Duitse als de Nederlandse regering lijken sterke voorstander van een terugtrekking van de wapens op hun gebied en ondernemen daartoe steeds meer zichtbare stappen.

- De wapens zijn er in bilateraal verband gekomen, dus kunnen ook in bilateraal verband worden teruggetrokken. Bovendien blijkt uit diverse bronnen dat de VS zelf niet erg overtuigd zijn van het nut om deze wapens in Europa te houden.

De weinige twijfelachtige argumenten om ze te houden, draaien rond een oubollig Koude Oorlogsdenken waarbij een inner circle binnen de NAVO door de unanimiteitsval in de beslissingsprocedure elke vooruitgang blokkeert. De stratego met Rusland (die overigens geen tactische kernwapens op andermans grondgebied heeft) is daarbij volkomen achterhaald en onnodig.

Zelf in een toestand waar men middelen in overvloed heeft, kan ik mij niet inbeelden dat men kiest miljoenen te investeren in deze nutteloze tuigen, laat staan in volle economische crisis. Er bestaan grotere noden, zelf bij defensie.

Hierover de volgende vragen.

1) Kan de geachte minister bevestigen of België inderdaad heeft toegezegd om de B61 kernwapens te moderniseren? Zo ja, op welke wijze en met welke argumenten denkt de minister dit te kunnen verantwoorden? Begrijpt hij mijn opvatting dat er wel andere prioriteiten zijn en dat een zulke investering enkel als misdadig kan worden omschreven (ook letterlijk gezien het non-proliferatie verdrag en de twijfelachtige internationaal strafrechtelijke status van kernwapen)?

2) Wie zal de kosten dragen bij een eventuele modernisering en wat zijn daarbij de eventuele (directe en indirecte) kosten voor België? Kan de geachte minister mij verzekeren dat deze vermeende beslissing voor het moderniseren van de kernwapens niet is genomen in een onderhandse poging om de discussie rond de aankoop van nieuwe jachtbommenwerpers te beslechten?

3) Vindt hij dan niet dat deze uitermate belangrijke beslissing het voorwerp moet vormen van een maatschappelijke en parlementaire discussie? Begrijpt hij dat een parlementaire afwijzing een uitweg kan bieden voor de onbegrijpelijke en vermeende toezegging van 2010?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

Ik zal mij beperken tot een antwoord op de politieke aspecten van deze vraag, gezien de militaire aspecten de bevoegdheid zijn van mijn collega van Defensie.

Zoals u weet hebben de Staatshoofden en Regeringsleiders van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) Lidstaten besloten dat er vooralsnog nood blijft aan defensie met een mix van conventionele en nucleaire middelen. Dit standpunt werd meerdere keren herhaald ter gelegenheid van de NAVO toppen, het meest recent op de Top van Chicago van mei 2012.

De Verenigde Staten dragen bij tot deze defensie-opstelling door onder andere nucleaire strijdkrachten ter beschikking te stellen van de Alliantie. Het operationeel houden en het verlengen van de levensduur van de Amerikaanse nucleaire wapens in Europa, is een strikt nationale Amerikaanse verantwoordelijkheid en heeft als doel deze wapens beter te beschermen en veiliger te maken tegen de dreigingen van de 21ste eeuw zodat ze op een efficiënte manier kunnen blijven bijdragen tot de ontradingspolitiek van de NAVO. Gezien het nationale karakter van dit Amerikaanse militaire programma wordt er geen akkoord gevraagd aan de andere NAVO Lidstaten. De verlenging van de levensduur van de B61 wapens werd overigens al vermeld in de Nuclear Posture Review van de Verenigde Staten in 2010.