Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9773

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 augustus 2013

aan de minister van Justitie

Wet op de dubbele nationaliteit van 9 juni 2007 - Voorwaarden voor het verlies van de Belgische nationaliteit - Vaststelling van het verlies van de Belgische nationaliteit

dubbele nationaliteit

Chronologie

26/8/2013Verzending vraag
13/12/2013Herkwalificatie
4/2/2014Antwoord

Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-9772
Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4546

Vraag nr. 5-9773 d.d. 26 augustus 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds 9 juni 2007 geldt voor alle Belgen de nieuwe wet op de dubbele nationaliteit. Die stelt dat men bij een naturalisatie de Belgische nationaliteit behoudt, tenzij men uitdrukkelijk de Belgische nationaliteit opgeeft. Voordien werd de dubbele nationaliteit min of meer gedoogd, maar dit belette niet dat sommige personen in zeer absurde en kafkaiaanse situaties belandden.

In een schriftelijke vraag ondervroeg (5-9480) ik de minister over een situatie die deze bureaucratische doolhof bewees en waarbij een Belgische met een Colombiaanse ouder enkele jaren in Colombia ging werken en daardoor, en helemaal buiten haar keuze om, haar Belgische nationaliteit verloor.

Volgens de minister hebben de gevallen waarin een Belg vrijwillig een vreemde nationaliteit heeft verkregen in de periode dat in ons land het verbod op de dubbele nationaliteit gold, automatisch geleid tot het verlies van de Belgische nationaliteit, ongeacht het feit of de Belgische overheid dit al dan niet officieel heeft vastgesteld.

Er moet daarbij aan twee voorwaarden zijn voldaan om de Belgische nationaliteit te verliezen: de persoon die de vreemde nationaliteit heeft verkregen, diende daartoe een vrijwillige handeling te hebben gesteld en hij moest op dat ogenblik meerderjarig zijn. Het is echter pas naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis dat men tot de vaststelling komt dat een Belg vroeger zijn nationaliteit heeft verloren. Het gaat onder meer om volgende gebeurtenissen: wanneer bij een Belgische diplomatieke post een vraag wordt gesteld om verlenging van een Belgische identiteitskaart of paspoort, wanneer een in het buitenland verblijvende Belg zich opnieuw in ons land wenst te vestigen en daarvoor de nodige documenten vraagt, wanneer een persoon zich bij een Belgische gemeente aanmeldt voor inschrijving in het bevolkingsregister.

Hierover de volgende vragen :

1) Als ik het goed begrijp verliest men pas echt zijn nationaliteit (met gevolgen) als de Belgische Staat heeft vastgesteld dat men de nationaliteit heeft verloren als gevolg van van een vrijwillige verkrijging van een vreemde nationaliteit (voor 9 juni 2007)? Tot aan deze vaststelling kan men dus ten volle genieten van de rechten van een Belgische staatsburger (hoewel men eigenlijk geen staatsburger meer is)?

2) De vaststelling van het verlies van de nationaliteit gebeurt niet proactief maar manifesteert zich omwille van bepaalde handelingen die door de persoon worden uitgevoerd ten aanzien van de Belgische staat. Betekent dit dat er vandaag nog een grote groep Belgen bestaat die eigenlijk hun nationaliteit zijn verloren, maar waarvan dit nog niet formeel is vastgesteld? Heeft de minister een zicht op de omvang van deze groep? Vindt de minister dit een wenselijke situatie? Bestaat er een mogelijkheid voor deze mensen om hun situatie regulariseren? Zo neen, plant de minister dienaangaande een initiatief?

3) Op welke wijze wordt er (bij de in de inleiding opgesomde handelingen) vastgesteld dat een persoon de Belgische Nationaliteit heeft verloren als gevolg van een vrijwillige verkrijging van een vreemde nationaliteit? Komt dit voor uit de verklaringen van de persoon zelf? Kan deze persoon dan voorkomen dat hij de Belgische nationaliteit verliest door zijn tweede nationaliteit (aangenomen voor 9 juni 2007) niet te onthullen? Of worden er nog andere kanalen gebruikt voor het achterhalen van deze vreemde nationaliteit? Bestaan er hieromtrent instructies? In welke mate is het verlies van de nationaliteit gelinkt aan de ijver van de dienstdoende ambtenaar?

Antwoord ontvangen op 4 februari 2014 :

Op de specifieke vragen die mij worden gesteld, kan ik het volgende antwoorden: 

1. Zolang dat aan de Belgische overheden niet officieel ter kennis is gebracht dat het verlies van de Belgische nationaliteit heeft plaatsgehad, oefenen de betrokken personen verder al de rechten uit die uitsluitend aan de Belgen zijn voorbehouden. 

2.1. Mijn departement beschikt niet over statistieken die het mogelijk maken het aantal te bepalen van de personen die hun Belgische nationaliteit verloren hebben zonder dat een overheid dat officieel heeft vastgesteld. Het is in ieder geval moeilijk om nauwkeurig de omvang van dit “fenomeen” te omschrijven aangezien de vaststelling ervan slechts kan gebeuren vanaf het ogenblik dat de betrokkene het initiatief neemt om zich spontaan aan te melden bij de bevoegde administratieve overheden. 

2. Wat betreft de mogelijkheden van regularisatie van vreemdelingen die ten onrechte als Belgen worden aanzien, dient u te weten dat vóór de inwerkingtreding van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, het een persoon die gedurende minstens tien jaar ten onrechte als Belg werd beschouwd vrij stond om te kiezen voor de Belgische nationaliteit wegens het bezit van de staat van Belg. Dit in artikel 17 WBN voorziene systeem werd juist ontworpen om de regularisatie mogelijk te maken van vreemdelingen die verkeerdelijk als Belgen werden aanzien door de Belgische openbare overheden. 

Sedert de opheffing van dit artikel 17 door de wet van 4 december 2012, is het moeilijker geworden om de toestand te regulariseren van de personen die het bezit van de staat van Belg hadden. 

Thans onderzoekt mijn administratie geval per geval welke de mogelijke oplossingen zijn voor de betrokken personen. Wat betreft het concrete geval waarop u alludeert in de inleiding van uw vraag, werd er afgesproken tussen de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken en de Dienst Vreemdelingenzaken dat een nationaal visum van lange duur (Visum D) aan de betrokkene zou verleend worden door de Belgische Ambassade te Bogota en dat bij haar aankomst in België haar een verblijfsvergunning van onbeperkte duur in de vorm van een kaart B zou worden afgeleverd. Het feit van titularis te zijn van een verblijf van onbeperkte duur zou aldus aan de betrokkene de mogelijkheid geven om ten gepaste tijde (dit is twaalf maanden verblijf in België gedekt door een wettelijk verblijf) een procedure in te leiden tot herkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 24 WBN. 

3. Zoals ik reeds de gelegenheid heb gehad om uit te leggen, is het verlies van de Belgische nationaliteit een automatisch gevolg van bepaalde handelingen die de betrokkene heeft verricht (of heeft nagelaten). De Belgische overheden kunnen bijgevolg slechts akte nemen van het verlies van nationaliteit dat van rechtswege door de werking van de wet is ingetreden. Een officiële vaststelling is bijgevolg op zich niet nodig. 

Telkens een bijzonder geval dit vereist, zoals bijvoorbeeld bij de aanvraag voor een Belgisch paspoort, komt het aan de bevoegde administratieve overheid toe na te gaan of de betrokkene zich heeft bevonden in één van de gevallen waarvan de wet verduidelijkt dat zij van rechtswege het verlies van de Belgische nationaliteit meebrengen. Een onderzoek naar het nationaal statuut van de betrokkene moet in dit geval door de betrokken Dienst worden geopend. 

Wat betreft uw vraag naar de middelen die door de administratie worden ingezet om te weten te komen of een Belg vrijwillig een vreemde nationaliteit heeft verworven, verwijs ik u naar het u reeds eerder gegeven antwoord en waarin u werd uitgelegd dat “buiten het kader van het Verdrag van Parijs waarbij slecht enkele Europese landen Partij zijn, de Belgische overheden niet systematisch worden ingelicht wanneer een Belg vrijwillig de nationaliteit van een vreemd land heeft verworven”. 

Naast deze precisering, dient opgemerkt te worden dat de wijze waarop het onderzoek wordt gevoerd, kan verschillen naargelang de levensloop van de betrokkene. Aldus, indien bijvoorbeeld wordt vastgesteld dat de persoon zich duurzaam in een vreemd land heeft gevestigd of met een vreemdeling is gehuwd en dat hij eveneens meerdere jaren in het land van de vreemde partner heeft verbleven, zal hem gevraagd worden het bewijs te leveren dat hij niet vrijwillig de nationaliteit heeft verworven van het land waar hij verscheidene jaren heeft geleegd of van de vreemde echtgenoot in een tijd dat de meervoudige nationaliteit niet werd aanvaard. Het komt eveneens voor dat de persoon spontaan verklaart een andere nationaliteit te hebben verworven.