Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9646

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 19 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

het koninklijk besluit ter uitvoering van artikelen 35 en 64 van de wet betreffende de medisch begeleide voortplanting

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
bevruchting in vitro
kunstmatige voortplanting

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
10/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3661

Vraag nr. 5-9646 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet betreffende de medische begeleide voortplanting en bestemming van de overtallige embryo's en gameten van 6 juli 2007 schrijft in de artikelen 35 en 64 voor dat de fertiliteitscentra de medische informatie die belangrijk is voor de gezonde ontwikkeling van het kind moeten registreren. Verder vinden we in diezelfde wet in de artikelen 26 en 55 terug dat gameten en embryo's van eenzelfde donor slechts bij maximaal zes verschillende vrouwen gebruikt mogen worden indien er kinderen geboren worden.

Om dit praktisch mogelijk te maken verwijst de wet dan ook naar de regering om systeem te creëren voor de uitwisseling van informatie tussen de verschillende fertiliteitscentra. In uw antwoord van 16 september 2011 op mijn schriftelijke vraag 5-2478 over deze onderwerpen kon u mij enerzijds meedelen dat op dat moment de verzameling van deze inlichtingen niet uniform gebeurde, maar in elke fertiliteitscentrum op schrift werden gesteld. Wel had u het FAGG om een voorstel gevraagd betreffende de toepassing van deze artikelen 35 en 64, om zo tot een systeem te komen om de informatie uit te wisselen tussen alle fertiliteitscentra. Dit voorstel van het FAGG zou vervolgens tot een koninklijk besluit worden omgezet. Ik merk dat we ondertussen bijna twee jaar verder zijn, maar dat dit koninklijk besluit er nog steeds niet is. Ondertussen heb ik zelf het initiatief genomen om een wetsvoorstel in te dienen teneinde deze problematiek aan te pakken. Verder zei u ook van plan te zijn de Belgian Society for Reproductive Medicine (BSRM) te raadplegen en deze inlichtingen te centraliseren.

Graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Wanneer heeft u het FAGG om dit voorstel gevraagd en heeft u dit reeds ontvangen? Wat staat er in dit voorstel?

2) Hoe komt het dat dit koninklijk besluit er tot op heden nog niet is en wanneer mogen wij dit eindelijk verwachten?

3) Heeft u voorlopige maatregelen genomen om de informatie-uitwisseling tussen de centra te bevorderen?

4) Heeft u het BSRM effectief geraadpleegd en welk resultaat had dit?

5) Hoe ziet u zelf deze centralisatie van gegevens?

Antwoord ontvangen op 10 oktober 2013 :

De wet betreffende de medisch begeleide voortplanting (MBV) voorziet inderdaad dat een systeem van informatie-uitwisseling tussen de fertiliteitscentra opgericht zou worden. Het systeem zal er met name voor moeten zorgen dat de gameten van eenzelfde donor niet bij meer dan zes verschillende vrouwen tot de geboorte van een kind leidt.

We hebben er in dit dossier voor gekozen breed overleg te voeren om te komen tot voorstellen die concreet en volgens de meest gepaste voorwaarden uitvoerbaar zijn. We voeren hiertoe gesprekken met zowel de sector, zijnde de vertegenwoordigers van fertiliteitscentra, als met het Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten (FAGG).

Aangezien de sector goed op de hoogte is van het probleem, heb ik het niet nodig geacht bijkomende maatregelen te nemen.

Ik wens te verduidelijken dat de Belgian Society for Reproductive Medecine (BSRM) hierover natuurlijk geraadpleegd wordt.

Wat de inhoud van het dossier betreft, werden verschillende pistes al geopperd, maar ze moeten verder gedetailleerd en vooral bekrachtigd worden door de ontvangende partijen.

Als het dossier snel vordert, wat ik hoop, zou voor het einde van het jaar een koninklijk besluit moeten genomen kunnen worden.