Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9522

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 10 juli 2013

aan de minister van Justitie

Terreur - Belgische lijst van verdachte personen en organisaties - Procedure - Openbaarheid - Relatie tot andere lijsten - Rechtsbescherming

terrorisme

Chronologie

10/7/2013Verzending vraag
10/9/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9522 d.d. 10 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 werkt de Europese Unie met een lijst van personen en organisaties die worden verdacht van terreur. Deze dient ter aanvulling van de lijst van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Vaak hanteren de individuele lidstaten naast deze lijsten ook nog een eigen lijst.

De gevolgen van een opname op de terreurlijst van een persoon of organisatie zijn zeer ingrijpend. Het betekent dat alle financiële tegoeden worden bevroren en dat al het bankverkeer en verzekeringen worden stilgelegd. Van individuen op de lijst en personen gelieerd aan terroristische organisaties worden de reispapieren ingetrokken.

Hierover de volgende vragen.

1) Beschikt België over een eigen terreurlijst naast de Europese lijst en de lijst van de VN- Veiligheidsraad? Is deze lijst openbaar en waar kan ik deze vinden?

2) Hoeveel organisaties en personen staan er op de Belgische lijst? Hoeveel hiervan zijn ter aanvulling van de lijst van de Europese Unie en van VN-Veiligheidsraad?

3) Staan de organisaties en personen op de lijsten van de VN-Veiligheidsraad en de Europese Unie sowieso ook op de Belgische lijst? Bestaat er een hiërarchie tussen deze lijsten? Betekent een schrapping of een toevoeging van de VN-lijst ook meteen hetzelfde voor de andere lijsten? Bestaan er nog links met andere terreurlijsten, bijvoorbeeld van de NAVO of de Verenigde Staten?

4) Wat is de procedure om een naam van een persoon of organisatie toe te voegen of te verwijderen van deze lijst? Wie wordt er allemaal betrokken bij deze procedure en wie beslist er finaal? Bestaan er hier enige democratische controlemechanismen? Bestaan er beroepsmogelijkheden voor de organisaties en personen op de lijst?

5) Is de geachte minister van mening dat er voldoende rechtsbescherming bestaat met betrekking tot de plaatsing en verwijdering van namen op deze lijst? Acht zij de voorziene procedures voldoende transparant, praktisch en correct?

Antwoord ontvangen op 10 september 2013 :

Vooreerst moet nader worden bepaald dat deze vraag een gedeelde aangelegenheid betreft waarbij mijn collega van Buitenlandse Zaken grotendeels is betrokken, wiens administratie eveneens heeft bijgedragen aan het opstellen van het antwoord op uw vraag.  

België beschikt thans niet over een eigen lijst van personen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden. Krachtens het koninklijk besluit van 28 december 2006 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme (Belgisch Staatsblad 17 januari 2007) werd echter een nationaal mechanisme opgericht om de tegoeden te bevriezen van bepaalde terroristen die niet vermeld worden op de lijst van de Europese Unie (EU) of de Verenigde Naties (VN). 

Het koninklijk besluit van 28 december 2006 voornoemd heeft tot doel de toepassing in België van de Resolutie 1373 (2001) van de Veiligheidsraad der Verenigde Naties aan te vullen wat betreft de bevriezing van de tegoeden van terroristen, waarop de maatregelen zijn gebaseerd die genomen werden door de Raad van de Europese Unie in het Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en anderzijds de derde speciale aanbeveling (SA III) van de Financiële Actiegroep (FAG) integraal toe te passen op de bevriezing van de tegoeden van de terroristen. 

Het door het koninklijk besluit bedoelde mechanisme maakt het enerzijds mogelijk om de tegoeden van interne terroristen te bevriezen en anderzijds om de tegoeden van personen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden en die niet worden vermeld op de lijsten van de EU en de VN, te identificeren, aan te duiden en administratief te bevriezen. 

Het koninklijk besluit voorziet erin dat de lijst wordt opgemaakt door het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid (MCIV) op basis van de evaluaties van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (CODA), na overleg met de bevoegde gerechtelijke overheid. De lijst wordt vervolgens goedgekeurd door de Ministerraad. 

Om er zeker van te zijn dat de handhaving van de namen van personen en entiteiten op de lijst nog steeds gerechtvaardigd is, wordt krachtens dit koninklijk besluit een proces ingevoerd op grond waarvan deze lijst regelmatig of ten minste om de zes maanden of op de aanvraag van de belanghebbenden opnieuw wordt onderzocht door het MCIV. Elke aanvraag tot herziening dient te worden ingediend bij de minister van Financiën, die de aanvraag zal bezorgen aan het MCIV voor onderzoek binnen de 30 dagen. Bij het opnieuw onderzoeken zal het CODA optreden om zijn evaluaties te actualiseren. Het MCIV legt telkens na het herbestuderen van de lijst een voorstel tot behoud of schrapping van namen of aanvulling van informatie ter goedkeuring voor aan de Ministerraad. Zo nodig geeft dit aanleiding tot een wijziging van de lijst. 

Er moet evenwel worden opgemerkt dat het in het koninklijk besluit bedoelde nationaal mechanisme nog niet moest worden aangewend.