Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9414

van Fatiha Saïdi (PS) d.d. 26 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Turkse presidentsverkiezingen in 2014 - Brusselse gemeenten - Eventuele implicatie - Organisatie - Terugbetaling van de kosten - Mededeling aan de betrokken bevolking – Beslechten van conflicten - Precedent

Turkije
presidentsverkiezing
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
organisatie van verkiezingen
lokale financiën

Chronologie

26/6/2013Verzending vraag
1/10/2013Herkwalificatie
13/12/2013Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4011

Vraag nr. 5-9414 d.d. 26 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die geselecteerd werden op basis van het aantal inschrijvingen in het bevolkingsregister van Turkse onderdanen, hebben een door u ondertekende brief ontvangen die uitgaat van de Dienst Verkiezingen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken. In het kader van de presidentsverkiezingen die in 2014 in Turkije georganiseerd worden, wordt hen daarin verzocht, gratis of tegen betaling, openbare lokalen en materiaal ter beschikking te stellen van de Turkse autoriteiten en/of het gemeentepersoneel te belasten met de inrichting van kiesbureaus. De brief meldt ook dat de Belgische politiediensten indien nodig de gepaste maatregelen zullen treffen om de orde tijdens deze verkiezingen te handhaven.

Andere landen organiseren in België verkiezingen voor hun onderdanen maar, zoals het geval was voor de Franse of de Italiaanse presidentsverkiezingen, nemen ze de organisatie en de kosten volledig ten laste, en vragen ze geen tegemoetkoming van de Belgische autoriteiten.

In 2014 zullen de lokale autoriteiten van ons land overigens de zware taak krijgen om onze eigen verkiezingen te organiseren, op alle bevoegdheidsniveaus. Onze lokale en federale ambtenaren dreigen dan ook overbelast te worden.

Kunt u mij, gelet op deze overwegingen, laten weten:

1) welke instantie zal instaan voor het contact met de gemeenten als die deze verkiezingen effectief zullen moeten organiseren;

2) op welke basis de gemeenten zullen worden vergoed (een eenvormig tarief voor alle gemeenten, de terugbetaling van de gepresteerde uren door de ambtenaren, het materiaal, ...);

3) hoe de de communicatie met de Turkse onderdanen of de Belgen van Turkse origine zal worden verzorgd;

4) welke instantie belast zal worden met de beslechting van eventuele conflicten;

5) of deze maatregel geen precedent dreigt te scheppen en de deur dreigt open te zetten voor aanvragen van staten waarvan de onderdanen kiesgerechtigd zijn in het buitenland (Frankrijk, Italië,...)?

Antwoord ontvangen op 13 december 2013 :

1, 2 en 3. Eerst wens ik te verduidelijken dat de brief waarnaar u verwijst, naar de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en naar de gemeenten Antwerpen, Charleroi, Gent, Genk en Luik gestuurd werd.

In dat opzicht lijkt het me opportuun om een aantal verduidelijkingen mee te delen, teneinde elk misverstand weg te nemen.

De Turkse ambassades en consulaten in België nemen wel degelijk deel aan de organisatie van deze Turkse verkiezingen en de stembureaus zouden normaal daar geïnstalleerd moeten worden. Deze Turkse overheden nemen wel te verstaan alle communicatie met hun onderdanen op zich (oproepingen, …).

Gelijktijdig hiermee onderzoeken de Turkse overheden andere mogelijkheden om – indien mogelijk – ook buiten hun diplomatieke gebouwen stembureaus te vestigen, in privélokalen of overheidsgebouwen.

Om die reden hebben deze overheden zich tot mijn diensten gewend wat de overheidslokalen betreft. Mijn brief van 15 mei 2013 ligt in die lijn.

De vraag betrof uitsluitend het ter beschikking stellen van stemlokalen (en eventueel stemhokjes) en het eventueel aanbieden van deze lokalen door de gemeentediensten. Mijn vraag was dus te weten of een dergelijke aanvraag te overwegen was voor die gemeenten en, zo ja, op welke financiële voorwaarden voor elk van die gemeenten (volgens hun eigen tarief); dit uiteraard om elke financiële last voor deze gemeenten te vermijden.

De gemeenten in kwestie dienen dus niet de organisatie van de Turkse verkiezingen in België op zich te nemen. Het is alleen maar een vraag om gebouwen en/of materieel ter beschikking te stellen zoals een particulier dat zou vragen aan om het even welke gemeente. Deze gemeenten zijn dus helemaal vrij om deze aanvraag van de Turkse overheden te aanvaarden of te weigeren

Mijn diensten hebben dus gehandeld als tussenpersoon tussen de Turkse overheden en deze gemeenten, om hen die aanvraag voor te leggen. Als er gemeenten positief op die vraag zouden reageren, zal het contact tussen de gemeenten en de Turkse overheden door mijn diensten tot stand worden gebracht, in verband met het vaststellen en afspreken van de nadere praktische regeling voor die locaties.

4. Zoals bij elke stemming in België georganiseerd door een buitenlandse overheid voor onderdanen in het buitenland, evalueren de bevoegde politiediensten het risico dat aan dit evenement en aan de plaats is verbonden en nemen zij de nodige en gepaste maatregelen.

5. Het is juist dat, indien het een eerste vraag van die aard ter zake betreft, de buitenlandse overheden over het algemeen de stemming van hun onderdanen in het buitenland organiseren in hun ambassades of in privélokalen zonder interventie van de Belgische overheid. Het standpunt van de Turkse overheden is hetzelfde: installeren van stembureaus in de diplomatieke posten of in privélokalen. Aangezien het echter voor de Turkse overheden de eerste organisatie van verkiezingen in het buitenland is, hebben zij een zekere ondersteuning gevraagd om eventueel stembureaus in overheidslokalen onder te brengen. Deze overheden hebben hierover dus overleg gepleegd met hun confraters in Nederland, Frankrijk, Duitsland, België, … . Het is dan ook in een geest van internationale samenwerking dat ik mijn brief van 15 mei 2013 naar de bovengenoemde gemeenten heb gestuurd.

Ik herhaal opnieuw: het betreft een eenvoudige vraag aan de gemeenten. Dat zou ook het geval zijn indien andere buitenlandse overheden ons dezelfde vraag zouden voorleggen.