Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9341

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 13 juni 2013

aan de minister van Werk

Sociale Inlichtingen- en opsporingsdienst - Meldpunt voor zwartwerk, bijstandsfraude, domiciliefraude en werkloosheidsfraude - Kritiek van de Liga van de mensenrechten

arbeidsinspectie
fraude
zwartwerk
domicilie
werkloosheidsverzekering
beweging voor de mensenrechten
internetsite

Chronologie

13/6/2013Verzending vraag
3/9/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9341 d.d. 13 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Einde 2013 begint de Sociale Inlichtingen- en opsporingsdienst met een meldpunt voor zwartwerk, bijstandsfraude, domiciliefraude en werkloosheidsfraude, waar anoniem klachten kunnen worden neergelegd. Dit plan stoot op ernstige kritiek van de Liga voor Mensenrechten, die stelt dat hiermee niet één maar twee bruggen te ver wordt gegaan.

De kritiek van de Liga gaat over diverse aspecten van het voorgestelde meldpunt. Zo wordt de nood aan anonimiteit betwijfeld, enerzijds omdat dit de deur openzet voor onterechte zwartmakerij, na-ijver, concurrentieangst, buren- en familievetes en andere kleinmenselijke trekken en anderzijds omdat de overheid naar de buitenwereld de anonimiteit kan verzekeren en die dus niet noodzakelijk is bij het formuleren van de klacht. Daarbij zullen onterecht geformuleerde klachten aanleiding geven tot soms uitgerekte en kostelijke onderzoeken - bij een nu al overladen justitieapparaat - en daarbij ook de onterecht beschuldigden veel menselijke schade toebrengen. De Liga vraagt zich ook af waarom het meldpunt niet wordt ter beschikking gesteld van fiscale fraude.

1) Hoe evalueert de minister de harde kritiek van de Liga voor Mensenrechten op het voornemen van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst om binnen enkele maanden een meldpunt voor zwartwerk, bijstandsfraude, domiciliefraude en werkloosheidsfraude operationeel te maken?

2) Deelt zij het vermoeden van de Liga dat dit meldpunt erg veel ongewenste gevolgen kan sorteren, onder andere door de onnodige anonimiteit?

3) Beaamt de minister dat anonimiteit bij het formuleren van deze klachten niet noodzakelijk is omdat de overheid naar buiten de anonimiteit moet kunnen waarborgen en vooral omdat anonimiteit de deur wijd openzet voor intermenselijke afrekeningen?

4) Zal dit meldpunt geen begin zijn van vele tijdrovende, kostelijke en onnodige onderzoeksdaden en van onnodige menselijke ellende (want waar rook is, is immers ook vuur…)?

5) Zal de minister rekening houden met deze grondige kritiek van de Liga voor Mensenrechten en het plan voor dit meldpunt bijsturen? Welke argumenten wegen het zwaarst door bij haar eindbeslissing?

Antwoord ontvangen op 3 september 2013 :

Gelieve, als bijlage, kennis te willen nemen van het antwoord op de vraag nr. 5-9343, die op 13 juni 2013, door uzelf, gesteld werd aan de heer John Crombez, Staatssecretaris voor de bestrijding van de sociale en fiscale fraude.