Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9223

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 juni 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De relatie tussen de overlevingskansen van kankerpatiënten en het ziekenhuis waarin ze worden verpleegd

kanker
ziekenhuis

Chronologie

5/6/2013Verzending vraag
13/11/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3434

Vraag nr. 5-9223 d.d. 5 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het College voor Oncologie, werkzaam binnen het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE), stelde vast dat de kans op overleving voor patiënten met kanker substantieel stijgt indien ze worden verzorgd in een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in een bepaalde therapie. Kortom, de kwaliteit van de verzorging stijgt spectaculair bij gespecialiseerde ziekenhuizen, maar zo zijn er maar enkele in ons land. Bijvoorbeeld voor slokdarmkanker bestaan er twee dergelijke ziekenhuizen en daar worden uiteindelijk maar 35% van de patiënten met die aandoening behandeld.

Al eerder adviseerde het Kenniscentrum Gezondheidszorg om de kennis en behandeling veel meer te centraliseren, maar daaraan wordt niet echt doortastend een gevolg gegeven. Nochtans bewijst dit beleid in Nederland op indrukwekkende wijze zijn successen.

Kan de minister de vaststellingen van het College voor Oncologie van het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg en de indrukwekkend positieve ervaringen in Nederland bevestigen?

Beoordeelt de minister dat die aanpak tot de prioriteiten van het federaal gezondheidsbeleid moet horen?

Over welke instrumenten en regelgeving beschikt de minister om de kennis en ervaring met betrekking tot de verzorging en behandeling van specifieke kankers meer te centraliseren teneinde zo de kansen op succes bij de behandeling ervan substantieel te verhogen? Wordt daaromtrent al een beleid gevoerd? Zo ja, welk beleid en met welke maatregelen en effecten?

Antwoord ontvangen op 13 november 2013 :

Ik onderschrijf ten volle de aanbeveling van het KCE dat pistes voor centralisatie en concentratie van de zorg verder moeten geëxploreerd worden, gezien het duidelijk aangetoonde verband tussen het volume behandelde patiënten en de overleving.

Eerdere beleidsinitiatieven in verband met centralisatie van de zorg werden reeds genomen door de oprichting van de oncologische zorgprogramma’s en de basiszorgprogramma’s voor oncologie. Het KB van 21 maart 2003 bepaalt de erkenningsnormen voor een oncologisch zorgprogramma of basiszorgprogramma en biedt een kader voor de multidisciplinaire organisatie van de zorg, waarbij een minimale omkadering vereist wordt om de zorgkwaliteit te garanderen. Registratie in het Kankerregister is één van de erkenningsnormen die opgenomen zijn in het KB: het is verplicht om bepaalde gevraagde parameters te registreren en over te maken aan het Kankerregister via de formulieren van de MOC (Multidisciplinaire Oncologische Consultatie).

Om de organisatie van de zorg voor patiënten met borstkanker te optimaliseren, werden de gespecialiseerde zorgprogramma’s voor borstkanker of borstklinieken opgericht. Het KB van 26 april 2007 bepaalt de erkenningsnormen waaraan een ziekenhuis moet voldoen om erkend te worden voor een gespecialiseerd zorgprogramma voor borstkanker.

Verbetering van de overleving en van de levenskwaliteit van de patiënt is één van de primaire doelstellingen van het Kankerplan. Actie 13 van het Kankerplan is gericht op de aanpak van zeldzame tumoren of tumoren die een hoog-gespecialiseerde behandeling of technologie vragen. Het Kenniscentrum voert in dit kader momenteel een studie uit, waarvan de resultaten worden gepresenteerd op de Raad van Bestuur van februari 2014.

De zorg voor patiënten met kanker is een multidisciplinair gebeuren, waarbij de inzet van een gespecialiseerd team van zorgverleners noodzakelijk is. Dit geldt nog meer voor tumoren die zeldzaam zijn, of een hoog-gespecialiseerde behandeling nodig hebben. De behandelende arts moet in samenspraak met de patiënt beoordelen of een doorverwijzing naar een meer gespecialiseerd centrum in een individueel geval noodzakelijk is.

De individuele feedback over de kwaliteitsindicatoren naar de ziekenhuizen die vanuit het Kankerregister gepland wordt, zal zeker leiden tot verbeteracties op lokaal niveau.

Eén van de aanbevelingen van het Kenniscentrum is de ontwikkeling van een integratief kwaliteitssysteem in de oncologie. In 2011 publiceerde het Kenniscentrum een rapport over de voorwaarde tot het opzetten van een kwaliteitssysteem in de oncologie. Ik heb aan het Kankercentrum in het begin van 2013 de opdracht gegeven om de mogelijkheid van een kwaliteitssysteem in de oncologie te onderzoeken, met het rapport hierover van het Kenniscentrum als basis. Dit vormt één van de prioriteiten voor 2013-2014. Het Kankercentrum zal dit thema verder uitwerken in overleg met de actoren van het terrein. Een eerste serie werkgroepen werden georganiseerd binnen de werkgroep “Kwaliteitssysteem in de Oncologie” op 4 juni en 7 oktober 2013.

Centralisatie mag echter niet beperkt worden tot slokdarm- en maagkanker, aangezien centralisatie van de zorg in de oncologie ook potentieel voordelen kan opleveren voor andere pathologieën die hooggespecialiseerde zorg vereisen.

Ik heb daarom een advies gevraagd aan de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen met betrekking tot de aard van de pathologie waarvoor zorgconcentratie wenselijk is en ik bevraag de Raad ook over de voorwaarden waaraan instellingen, diensten, functies en zorgprogramma’s moeten voldoen om aangemerkt te worden als referentiecentrum. Het advies van de Nationale Raad diende beschikbaar te zijn eind oktober 2013. Gezien de complexiteit van het probleem, zullen deze echter niet beschikbaar zijn einde oktober. Er is geen consensus over de aanpak per typologie van tumor en de werkgroep denk dat men zich niet moet beperken tot de onco-chirurgie.