Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9101

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 24 mei 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Hongarije - Mensenrechten - Ondermijning van de rechtstaat

Hongarije
rechten van de mens
rechtsstaat
discriminatie op grond van seksuele geaardheid
discriminatie op grond van geslacht

Chronologie

24/5/2013Verzending vraag
18/9/2013Rappel
12/11/2013Rappel
3/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9101 d.d. 24 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens Human Rights Watch ondermijnt de huidige Hongaarse regering de rechtstaat van het land. De aanpassingen aan de wet zouden minder controles op de machthebbers toelaten, alsook de mensenrechten en de mediavrijheid beknotten. Ondanks dreigementen van de Europese Unie om het stemrecht van het land te ontnemen, verandert er niets.

Door een riante meerderheid in het parlement kan de regerende Fidesz partij het wettelijk kader zodanig aanpassen, dat mensenrechten in het gedrang komen, aldus Human Rights Watch. Meer dan zeshonderd nieuwe wetten zouden in snel tempo doorgevoerd zijn. Onafhankelijke mediastations hebben het steeds moeilijker om een licentie te verkrijgen. Religieuze groepen worden in veel gevallen niet langer erkend als kerken. De LGBTI gemeenschap ondervindt discriminatie doordat ze niet als 'familie' erkend kunnen worden wanneer ze een gezin stichten. Verder zou het regime een vrouwonvriendelijk beleid voeren. De kritiek is divers en fel. Het Hongaars Hooggerechtshof maakte ernstige bezwaren tegen een aantal van deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld het gedwongen vroegtijdig pensioen van vele rechters. In plaats van gehoor te geven aan deze kritiek, hervormde de regering de wet verder om zo de macht van de rechters in te perken, die nu in veel mindere mate de grondwet kunnen beschermen tegen veranderingen.

De kritiek komt van vele fronten: het Europees parlement, de Europese Commissie, een panel van Europese experts en zelfs de Verenigde Staten moeit zich met de kwestie. Hongarije zelf doet de kritiek af als laster, en politiek gemotiveerde leugens.

Graag had ik volgende vragen gesteld aan de geachte minister:

1) Hoe evalueert hij deze ontwikkelingen? Verontrusten ze hem?

2) Staat hij achter de intenties van de EU om Hongarije het stemrecht te ontnemen? Kan hij dit toelichten?

3) Hoe evalueert hij de groeiende discriminatie van vrouwen en van de holebigemeenschap?

4) Heeft ons land reeds zijn bezorgdheden of kritiek bekendgemaakt, en op welke manier? Indien niet, zal hij deze nog overmaken?

Antwoord ontvangen op 3 december 2013 :

1. Ik ben me bewust van de bezorgdheid en kritiek naar aanleiding van de amendering van de grondwet in Hongarije. Ik stel vast dat de EU-instellingen en de Raad van Europa dit dossier van nabij opvolgen. De Hongaarse regering heeft altijd de nadruk gelegd op haar gehechtheid aan de Europese waarden op het vlak van rechtsstaat, democratie en mensenrechten. Daarnaast wilde ze bijdragen tot een constructieve dialoog om een oplossing te vinden.

a) De Europese Commissie speelt haar rol van “Hoedster van de EU-verdragen”. Naar aanleiding van de “administratieve brieven” van de Europese Commissie van 3 mei 2013 met vragen over de geamendeerde grondwet kondigde de Hongaarse regering aan dat volgende bepalingen via een parlementaire procedure zullen geschrapt worden: a) de mogelijkheid om een ad-hoc taks te heffen naar aanleiding van boetes van het Europees Hof van Justitie b) de bevoegdheid van de Voorzitter van het National Judicial Office om rechtszaken toe te vertrouwen aan andere rechtbanken. Er vindt nog steeds overleg plaats tussen Hongarije en de Europese Commissie betreffende het grondwettelijke verbod op politieke advertenties tijdens verkiezingscampagnes.

b) Het rapport van de “Venetië Commissie” van de Raad van Europa van14 juni 2013 verwelkomt bovengenoemde wijzigingen. Daarnaast uiten de rapporteurs hun bezorgdheid over de gevolgen van de geamendeerde grondwet voor de rol van het Grondwettelijk Hof als onafhankelijk constitutioneel controleorgaan. Het rapport wijst in dit verband op:

De rapporteurs zien hierin een instrumentalisering van de grondwet door de uitvoerende macht die het evenwicht tussen de Hongaarse instellingen (de zogenaamde “checks and balances”) bedreigt.

Het is belangrijk dat Hongarije alle aanbevelingen en commentaren van de Europese Commissie en de “Venetië Commissie” ter harte neemt om de bezorgdheid in binnen- en buitenland weg te nemen. Ik heb goed nota genomen van de wens van de Hongaarse regering om de dialoog voort te zetten, hoewel ze niet met een aantal volgens haar subjectieve vaststellingen van de “Venetië Commissie” akkoord gaat.

2. In het rapport van de LIBE- commissie wordt ook verwezen naar de mogelijkheid dat Hongarije, indien aan een aantal voorwaarden voldaan is, zijn stemrecht kan verliezen. Hierbij enkele algemene beschouwingen.

De herhaalde controversen en discussies de afgelopen jaren over de eerbied voor de EU-waarden, niet alleen in Hongarije, deden vragen rijzen over de instrumenten waarover de EU beschikt. Het verlies van stemrecht is voorzien in Artikel 7 van het EU-verdrag indien een lidstaat op zware en volgehouden manier de EU-waarden schendt die opgesomd worden in Artikel 2 van het EU-verdrag. Er kan dan een procedure opgestart worden op vraag van de Commissie, het Europees Parlement of één derde van de EU- lidstaten. Deze procedure is zeer zwaar en delicaat. Daarenboven zijn er verschillende interpretaties van wat een “zware en volgehouden schending” eigenlijk is.

Het lijkt me daarom wenselijk een mechanisme uit te werken dat toelaat sneller en flexibeler in een vroeg stadium te reageren op mogelijke schendingen van de EU waarden. Ik steun de voorstellen ter zake van mijn Duitse, Nederlandse, Finse, en Deense collega’s. Deze sluiten aan bij de reflecties over de toekomst van Europa van de Westerwelle Groep waaraan ik zelf deelnam. Momenteel wordt er over dit nieuwe mechanisme en zijn modaliteiten nagedacht, de kwestie werd opnieuw besproken tijdens de Raad Algemene Zaken van 25 juni 2013.

3. De gegevens waarover ik beschik laten me niet toe te besluiten dat er sprake is van een groeiende discriminatie tegen vrouwen en holebi’s in Hongarije. De rechten van holebi’s worden over het algemeen goed beschermd, dit blijkt ook uit het feit dat homofobe incidenten vervolgd worden. In het recent hervormde burgerlijk wetboek bleef het in 2009 ingevoerde "wettelijke partnerschap" voor partners van hetzelfde geslacht trouwens behouden.

Wat de bescherming van vrouwen betreft, kan ik wijzen op de wet die het Hongaarse parlement onlangs aangenomen heeft om huishoudelijk geweld strenger te beteugelen.

4.Gelet op bovengenoemd antwoord lijkt het mij niet aangewezen om het lot van de holebi’s en de vrouwen in Hongarije specifiek aan te kaarten bij de Hongaarse autoriteiten.