Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9094

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 23 mei 2013

aan de minister van Justitie

Kansspelen - Reclame - Promotie - Deontologische code

kansspel
spelverslaving
beroepsdeontologie
misleidende reclame

Chronologie

23/5/2013Verzending vraag
17/12/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9094 d.d. 23 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een antwoord op een schriftelijke vraag (5-9001) stelde de minister mijn bezorgdheid te delen omtrent reclame voor kansspelen.

Volgens de minister legt haar departement de laatste hand aan een koninklijk besluit betreffende een deontologische code die van toepassing zal zijn op alle vergunninghouders. Hierbij hoort ook een hoofdstuk over reclame. Men wil "gecontroleerde" reclame waarborgen, die eerlijk en correct moet zijn. Kansspelen mogen niet worden voorgesteld als een manier om financiële problemen op te lossen Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan kwetsbare groepen, zoals minderjarigen.

Hierover de volgende vragen.

1) Wat is de stand van zaken met betrekking tot deze deontologische code? Wanneer zal ze van kracht worden?

2) Wat is de status van deze deontologische code? Is ze afdwingbaar en op welke wijze zal dat gebeuren? Wie zal er op welke wijze en met welke methodes toezicht houden op de naleving ervan? Wat zijn de strafmechanismen?

3) Is het de minister bekend dat reclameboodschappen door kredietverleners steeds moeten worden vergezeld van de waarschuwende boodschap "geld lenen kost ook geld"? Beaamt zij mijn opvatting dat, gezien de ernst van de problematiek van gokverslaving, een gelijkaardige boodschap ook noodzakelijk is bij reclame voor kansspelen? Zal zij hieromtrent een initiatief nemen?

Antwoord ontvangen op 17 december 2013 :

1) De Kansspelcommissie bereidde een ontwerp van koninklijk besluit voor en verleende een advies over het door haar voorbereidde ontwerp op 5 mei 2010 en op 17 april 2013. Inmiddels hebben mijn diensten het ontwerp van koninklijk besluit waar nodig juridisch-technisch bijgewerkt en vervolgt het zijn procedurele weg.

Belangrijk in dit ontwerp van uitvoeringsbesluit zijn de voorgestelde artikels welke bepalen dat geen doelgerichte publiciteit ten aanzien van de kwetsbaarste en meest beïnvloedbare bevolkingsgroepen gevoerd mag worden, evenmin als het aanbieden aan personen uit deze bevolkingsgroepen van voordelen die aanzetten tot spelen. Het is tevens verboden publiciteit te voeren via de diensten van callcenters, en voor sponsoractiviteiten ten aanzien van kwetsbare en beïnvloedbare bevolkingsgroepen. Verder wordt er ook bepaalt dat de vergunninghouders in hun publiciteit niet mogen doen geloven in overdreven inzetten en winsten en zij zullen kansspelen niet voorstellen als een manier om persoonlijke of financiële problemen op te lossen.

Artikel 8 en 9 van het koninklijk besluit van 21 juni 2011 betreffende de kwaliteitsvoorwaarden die door de aanvrager voor een aanvullende vergunning dienen te worden vervuld inzake kansspelen (Belgisch staatsblad, 15 april 2011) stellen daarnaast dat de vergunninghouder een zekere terughoudendheid in de gevoerde reclamepolitiek in acht moet nemen (artikel 8) en dat er steeds persoon contacteerbaar moet zijn die op eenvoudige vraag van de Kansspelcommissie een reclamecampagne kan stopzetten (artikel 9).

2) Inbreuken tegen de deontologische code door vergunninghouders kunnen leiden tot een administratieve sanctieprocedure voor de Kansspelcommissie, waarbij deze de vergunning onder meer kan schorsen of intrekken. Enkel reclame door vergunninghouders is in België toegelaten. Indien er een reclame zou plaatsvinden voor illegale websites, zullen de controlediensten van de Kansspelcommissie een proces-verbaal opstellen en dit overzenden aan het Parket.

3) Op 30 en 31 oktober 2013 organiseerde de Kansspelcommissie een tweedaagse conferentie over kansspelen op internet waar ook en onderwerp reclame aan de orde was.