Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8931

van Dalila Douifi (sp.a) d.d. 3 mei 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

De bedelende moeders met kinderen

bedelarij
Roma
kinderbescherming

Chronologie

3/5/2013Verzending vraag
14/5/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3191

Vraag nr. 5-8931 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vooral in de grote steden, bijvoorbeeld in de stationsbuurten, treffen we bedelende vrouwen met minderjarige kinderen aan. Vaak gaat het om Roma-vrouwen die moeilijk aanspreekbaar of zeer moeilijk bereikbaar zijn. Het blijft mij een raadsel hoe het mogelijk is dat hun kleine kinderen, vaak baby's, daarbij gedurende uren stil blijven en/of slapen. Enkele jaren geleden, toen de heer Christian Dupont als minister bevoegd was voor grootstedelijk beleid en maatschappelijke integratie, stelde hij in samenspraak met de grote steden een twaalftal interculturele bemiddelaars aan die de situatie op het veld in kaart moesten brengen en die dienden na te gaan wat een goede manier was om die bedelende vrouwen met baby's te benaderen en ze ervan te overtuigen dat bedelen met hun kleine kinderen niet goed was en dat die kinderen niet op straat hoorden. Hij zou het thema ook opnemen in de werkgroep 'daklozen en mensen zonder papieren', binnen de Interministeriële Conferentie Stedenbeleid en Huisvesting.

1) Hoe schat de staatssecretaris de problematiek vandaag in? Heeft ze een zicht op de nationaliteit en/of afkomst van de bedelmoeders? Binnen welk statuut verblijven ze hier?

2) Werkt het departement specifiek op het probleem via afspraken met bijvoorbeeld de OCMW's van de grote steden? Zo ja, op welke wijze en welke zijn de prioriteiten?

3) Worden hiervoor nog steeds interculturele bemiddelaars ingeschakeld? Zo ja, hoeveel? En worden die eventueel meegefinancierd door uw departement?

4) Hoe dienen we volgens u deze bedelproblematiek specifiek aan te pakken? Bestaat er hiervoor onder uw bevoegdheid een specifieke werkgroep? Of is de problematiek ergens geïntegreerd?

5) Zijn hierover recente rapporten of evaluaties ter beschikking?

Antwoord ontvangen op 14 mei 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vragen.

Voor gegevens/statistieken betreffende de nationaliteit en het statuut van de bedelende moeders met kinderen dien ik u mede te delen dat er geen centrale statistieken hierover worden bijgehouden. Maar de perceptie leeft dat het inderdaad vaak om Roma vrouwen gaat. Roma die het Europese burgerschap dragen omdat ze uit een van de nieuwe Europese unie (EU)-lidstaten komen, mogen vrij reizen en verblijven in een lidstaat, net zoals alle andere EU-burgers dat mogen. Zij kunnen zich in ons land vestigen indien ze over voldoende inkomsten beschikken en kunnen hun verblijfsrecht behouden indien ze geen onredelijke belasting vormen op ons sociale bijstandssysteem. Dit wordt in de burgerschapsrichtlijn verduidelijkt. De Dienst voor Vreemdelingenzaken kan op basis van een “onredelijke belasting” overgaan tot het intrekken van het verblijfsstatuut. Het is duidelijk dat bedelen niet behoort tot het beschikken over voldoende inkomsten.

Mijn departement Maatschappelijke Integratie werkt niet specifiek, in samenwerking met de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW’s), rond de problematiek van bedelende moeders met kinderen. Kinderen horen niet op straat maar op de schoolbanken en ouders hebben een grote verantwoordelijkheid om hun kinderen de kans te geven om de taal te leren en naar school te gaan. Een geïntegreerde aanpak is nodig. Dit vormt ook de leidraad doorheen het federaal plan armoedebestrijding, doorheen de nationale strategie voor de integratie van de Roma en doorheen het kinderarmoedebestrijdingsplan waar ik momenteel de laatste hand aan leg. In elk van deze plannen zijn de OCMW’s geprivilegieerde partners.

Ik geef graag een concreet voorbeeld zou ik willen verwijzen naar de projectoproep voor OCMW’s die ik in 2012 en 2013 lanceerde in het kader van het Operationeel Programma doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van de federale Staat ESF. De oproep richt zich op innoverende pilootprojecten die als doel de geïndividualiseerde begeleiding van Roma in een traject van sociale activering hebben. Er lopen momenteel pilootprojecten bij de OCMW’s van Antwerpen, Gent, Heusden Zolder, Temse, Mortsel en St-Joost-ten-Node. Deze richten zich expliciet, maar niet exclusief op Roma.

Omdat ik ook overtuigd ben dat Roma vaak geconfronteerd worden met ongelijkheden, vroeg ik vorig jaar om nationaal focalpunt van het ROMED programma te worden. Het ROMED programma werd in 2011 ontwikkeld door de Raad van Europa en de Europese Commissie met als doel Roma-bemiddelaars in gans Europa bijkomende opleiding te geven om hun vaardigheden te verdiepen en de kwaliteit van hun diensten te verhogen. Voor België werden in 2012 verschillende ROMED trainingscyclussen voorzien. Mijn administratie stond in voor de algemene coördinatie van deze trainingscyclussen. De trainingscyclussen plaatsen zich ook in de uitvoering van de Belgische Nationale strategie voor de integratie van de Roma. De bemiddelaars aangeworven in het kader van de ESF pilootprojecten van de OCMW’s werden aangespoord om aan de ROMED trainingen deel te nemen. Mijn administratie onderzoekt momenteel de mogelijkheden om deze samenwerking met de Raad van Europa en de Europese Commissie verder te zetten.

Zoals ik daarnet stelde, vormt voor mij het belang van het kind het centrale punt voor de aanpak van de problematiek rond het bedelen. Ik ben dan ook van mening dat ouders, wanneer ze die verantwoordelijkheid niet opnemen en dus kinderen gebruiken om te bedelen, hen de kansen ontnemen om hier op te groeien als kind en te leren en spelen zoals andere kinderen dat doen. Ik zet in op preventie en begeleiding, maar indien dit niet volstaat ben ik van mening dat men ook curatief moet optreden. Dit is echter niet mijn bevoegdheid.

De laatste jaren is er een toenemende aandacht voor het fenomeen van bedelende moeders met kinderen. Ook op het Europese niveau (DG Home en DG Justice) is er aandacht voor de problematiek van bedelende moeders met kinderen. DG Home voerde een studie uit naar dit fenomeen, maar de resultaten van deze studie zijn nog niet bekend.