Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8893

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 30 april 2013

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken

Antimisbruikbepalingen - Circulaire 8/2012 - Retroactiviteit - Gesplitste aankoop van vastgoed

rechtsmisbruik
eigendomsverkrijging
terugwerkende kracht van de wet
rondschrijven
registratierecht
overdrachtsbelasting
vruchtgebruik
belastingvlucht

Chronologie

30/4/2013Verzending vraag
11/6/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8893 d.d. 30 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar circulaire nr. 8/2012 (versie 2) dd. 19.07.2012, die circulaire nr. 8/2012 (versie 1) dd. 19.07.2012 vervangt. Ik heb van diverse actoren vernomen dat ze verbaasd zijn over de terugwerkende kracht van deze circulaire. De circulaire zou met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2012 van kracht worden. Persoonlijk meen ik dat men zeer terughoudend moet zijn met het invoeren van wetgeving, en zeker regelgeving, met terugwerkende kracht. Het getuigt immers zelden van deugdelijk bestuur en de rechtsonderhorige kan zijn of haar gedrag niet afstemmen op de van kracht zijnde wetgeving. Het is ook strijdig met de beginselen van behoorlijk bestuur.

Het Grondwettelijk Hof heeft eerder beslist dat retroactiviteit van fiscale bepalingen enkel toegelaten is wanneer daarvoor een objectieve en redelijke verklaring is die evenredig is met het nagestreefde wettige doel van de belastingen. Voor ministeriële en koninklijke besluiten (en dus in extenso rondzendbrieven) mag er geen retroactiviteit zijn tenzij er een wettelijke basis is.

Heden blijkt er een nieuwe circulaire gepubliceerd te zijn. De gesplitste aankoop van vastgoed staat niet langer op de zwarte lijst. Toch wil dat blijkbaar niet zeggen dat de kwestie nu uitgeklaard is. De techniek zou nog steeds niet kunnen voor de administratie, maar de techniek zou door de administratie worden aangevochten op basis van artikel 9 van het wetboek Successierechten. Heden zou, naar verluidt, het vruchtgebruik eenmaal het uitdooft, niet langer onbelast bij de blote eigendom worden gevoegd.

Samengevat zouden er heden vier scenario's zijn: een gesplitste aankoop 1) voor de nieuwe algemene antimisbruikbepaling van juni 2012, 2) voor april 2013 toen de werkwijze nog op de zwarte lijst stond, 3) voor en 4) na september 2013.

Bovendien zou de administratie heden door de hierboven aangegeven interpretatie van artikel 9 het vruchtgebruik, eenmaal het uitdooft, belasten wanneer het vervalt en de blote eigenaar volle eigenaar wordt. Heden weten vele fiscalisten niet meer hoe de vork in de steel zit.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1) Kan hij gedetailleerd en nauwkeurig toelichten wat wanneer van kracht wordt? Kan hij vooral de burgers geruststellen die tot voor kort van deze constructie gebruikmaakten dat ze fiscaal niet eensklaps bijkomend worden belast? Wat is de reden van de vele wijzigingen in deze circulaire?

2) Heeft hij reeds klachten ontvangen vanwege fiscalisten en/of belastingplichtigen? Is hij bereid rekening te houden met hun grieven?

4) Meent hij dat de veelvuldige wijzigingen in overeenstemming zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en getuigt dit van een continue en duidelijke fiscale regelgeving?

5) Werd deze circulaire reeds aangevochten? Kan hij desgevallend toelichten voor welke rechtbank?

6) Klopt de stelling dat de nieuwe interpretatie van de wet pas zal gelden voor schenkingen en splitsingen die plaatsvinden vanaf september 2013, en dat de gesplitste aankopen die dateren van voor september 2013, niet vallen onder de nieuwe interpretatie en tevens niet op de zwarte lijst staan van verdachte transacties (antimisbruiklijst)? Kan hij de betrokkenen geruststellen gezien de gesplitste aankoop tot voor kort een algemeen gangbare praktijk was die werd aangeraden door professionelen en notarissen?

7) Is dit de laatste wijziging van de fiscale administratie over de interpretatie en over een bijkomend belasten van de gesplitste aankoop?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2013 :

Dezelfde problematiek kwam uitvoerig aan bod in de Commissie Financiën en Begroting van de Kamer op 15 mei 2013. Ik verwijs het geachte lid dan ook naar mijn antwoord ter zake (CRABV 53 COM 746 – blz. 17 en volgende).