Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8883

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Myanmar - Europese Unie - Opheffen van de sancties - Reactie van Human Rights Watch - Geweld tegen de Rohingya - Ethnische zuiveringen in de deelstaat Rahkine

Birma/Myanmar
etnische zuivering
internationale sanctie
rechten van de mens
beperkende maatregel van de EU

Chronologie

26/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
15/10/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8883 d.d. 26 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Europese Unie maakt een einde aan de sancties tegen Myanmar. De strafmaatregelen die op 30 april aflopen, worden dus niet meer verlengd. Het wapenembargo blijft wel van kracht. Met de opheffing van de sancties wil de Europese Unie (EU) de democratische hervormingen in de voormalige dictatuur belonen en aanmoedigen.

De EU besloot een jaar geleden al om de straffen op te schorten, na meer dan twintig jaar scherpe sancties.

Volgens Human Rights Watch (HRW) komt deze Europese beslissing veel te vroeg. Er kwam immers nog steeds geen einde aan het geweld tegen de moslimminderheid. De organisatie spreekt over misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuiveringen in de deelstaat Rakhine. De overheid werkt hieraan mee of doet blijkbaar niets om deze te voorkomen.

Volgens het HRW rapport leven meer dan 125 000 Rohingya in kampen in Rakhine, in een schrijnend gebrek aan humanitaire hulp. In de vaak overbevolkte kampen ontbreken drinkbaar water, voedsel, sanitaire voorzieningen en medische verzorging. De Verenigde Naties noemden de Ronhingya eerder al één van de meest onderdrukte en vergeten volkeren ter wereld. Er zitten bovendien nog steeds honderden politieke gevangenen vast in Myanmar.

Hierover de volgende vragen.

1) Is de geachte minister bekend met het vernietigend rapport van Human Rights Watch waaruit blijkt dat in Myanmar nog steeds op grote schaal geweld wordt gepleegd tegen de Rohingya? Is hij er zich van bewust dat de overheid van Myanmar de Rohingya nog altijd niet erkent als staatsburgers? Is hij ervan op de hoogte dat er in Myanmar nog altijd ruim 200 politieke gevangenen achter de tralies zitten? Zo ja, acht hij dit een beloonbaar gedrag?

2) Op basis van welke concrete vooruitgang in het afgelopen jaar besliste de EU om de sancties geheel op te heffen? Weegt dit op tegen de nog lange weg die er nog rest? Beseft de geachte minister dat de EU een belangrijk drukkingsmiddel kwijt is door de sancties geheel op te heffen (in plaats van op te schorten)? Begrijpt hij mijn opvatting dat de EU haar economische belangen hier weerom laat primeren boven haar democratische en humanitaire idealen?

3) Wat was het Belgische standpunt bij deze recente EU-beslissing? Hoe is men tot dit standpunt gekomen? Speelden de bezoeken van de geachte minister en van Vlaams minister-president Peeters met in hun kielzog heel wat Belgische bedrijven, mee in het standpuntbepaling van België?

Antwoord ontvangen op 15 oktober 2013 :

  1. Ik heb kennis genomen van het rapport van Human Rights Watch over de situatie van de Rohingya-gemeenschap. Uit dit rapport valt op te maken dat het lopende hervormingsproces geen waarborg is voor een spoedige democratisering van het land. Gegeven deze context is de situatie van de Rohingya bijzonder onrustwekkend en de Europese Unie is zich daar terdege van bewust. De EU is trouwens altijd druk blijven uitoefenen op de autoriteiten van Myanmar om de discriminatie tegen de Rohingya-gemeenschap op te heffen en de leden van deze groep toegang te geven tot het burgerschap. Zelf heb ik dit ook aangekaart bij mijn bezoek aan Myanmar medio maart en naar aanleiding van mijn ontmoeting in Brussel met President Thein Sein op 5 maart en met mijn ambtgenoot op 5 februari. Evenals de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken, heb ik ook gepleit voor een onbeperkte humanitaire toegang tot de kampen van Rohingya-vluchtelingen. Ook in de toekomst zal ik hiervoor blijven pleiten.

    Er werden al herhaaldelijk politieke vluchtelingen vrijgelaten maar dat neemt jammer genoeg niet weg dat er nog steeds zijn. Bij de hierboven genoemde bilaterale contacten heb ik steeds aangedrongen op de onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen. Ik heb mijn ambtgenoot trouwens een lijst overhandigd met de namen van 29 politieke gevangenen. Ook dit probleem zal ik in de toekomst op de agenda houden.

  2. Ter verwelkoming van de hervormingen waar de autoriteiten van Myanmar sinds maart 2011 werk van maken, besliste de Europese Unie in april 2012 om voor een periode van 12 maanden alle beperkende maatregelen op te schorten, met uitzondering van het wapenembargo. Sinds april 2012 is verder vooruitgang geboekt ondanks de grote uitdagingen waarvoor de autoriteiten van Myanmar zich geplaatst zien. Het lag dan ook voor de hand om de beperkende maatregelen te herbekijken en aldus een positief signaal te geven en verdere hervormingen te bewerkstelligen. Op de Raad Buitenlandse Zaken van april 2013 heeft de Europese Unie dan ook beslist alle beperkende maatregelen op te heffen, met uitzondering van het wapenembargo dat gehandhaafd blijft.

    Inmiddels zijn er opnieuw hervormingen doorgevoerd. Er zijn nog een aantal keren politiek gevangenen vrijgelaten en er is een Commissie opgericht die zich zal buigen over de zaak van de resterende politiek gevangenen (van deze Commissie maken trouwens voormalige politiek gevangenen deel uit). Voorts is aangekondigd dat een einde wordt gemaakt aan de perscensuur. Dankzij verkiezingen heeft Aung Sans Suu Kyi (en andere leden van de oppositite) nu zitting in het parlement waar ze een aantal belangrijke functies uitoefent. Zo is ze voorzitter van de Commissie Rechtsstaat. Militairen maken krachtens de grondwet weliswaar nog onrechtmatig deel uit van het parlement maar er is een Commissie aan het werk gegaan die zich zal buigen over de amendementen om hieraan een eind te stellen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de gunstige ontwikkelingen in het land.

    In de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van april 2013 wijst de Europese Unie er evenwel op dat er nog veel werk te doen is, met name op het gebied van de mensenrechten, vrede tussen de etnieën en de gemeenschappen, de humanitaire situatie in bepaalde regio’s van het land, meer bepaald in de staten Rakhine en Kachin, en inzake de status en het welzijn van de Rohingya. De handhaving van het wapenembargo moet worden gezien als een signaal ten aanzien van de autoriteiten om de hervormingen voort te zetten.

    Tot slot heeft de Europese Unie de voorbij twee jaar de hulp aan Myanmar flink uitgebreid. De hulp die voor de periode 2012-2013 150 miljoen euro bedraagt, gaat onder andere naar democratisering, de humanitaire situatie en etnische vrede.

    Met haar beslissing op de Raad Buitenlandse Zaken van april 2013 heeft de Europese Unie ervoor gekozen aan een nieuw hoofdstuk te beginnen en de betrekkingen met Myanmar niet langer te stoelen op sancties maar op partnerschap en dialoog. Deze benadering is niet alleen gericht op de gebieden van wederzijds belang maar ook op de uitdagingen die Myanmar nog moet aangaan.

  3. De voortzetting van het hervormingsproces heeft België ertoe aangezet in grote mate bij te dragen tot de beslissing van de Raad Buitenlandse Zaken van april 2013.

    Mijn bezoek aan Myanmar was een goede gelegenheid om de situatie te beoordelen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat bovengenoemde beslissing de juiste is.

    Wat de vraag betreft of deze beslissing gevolgen heeft voor de bilaterale economische betrekkingen met Myanmar, wil ik erop wijzen dat het veranderingsproces in het land ten grondslag ligt aan de toename van deze betrekkingen, niet omgekeerd. Net als de Europese Unie in de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van april 2013, wil ik de Belgische ondernemingen die zaken willen doen met Myanmar ertoe aanzetten dit te doen met zin voor verantwoordelijkheid, transparantie en eerbied voor het milieu.