Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8766

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 19 april 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De gratis contraceptiva

Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking
Raadgevend Comité voor bio-ethiek
anticonceptie
ziekteverzekering

Chronologie

19/4/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Voorlopig antwoord (pdf)

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3115

Vraag nr. 5-8766 d.d. 19 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Reeds vroeger heb ik u geïnterpelleerd in verband met de thematiek van de terugbetaling van contraceptie bij min 21-jarigen. Ik vroeg u hier naar uw motivatie om het proefproject ter terugbetaling te verlengen, ondanks het feit dat vele argumenten dit tegenspreken.

Ondertussen werd de verlenging van deze maatregel goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het Riziv, ondanks de ondoeltreffendheid van de maatregel. Hierbij denk ik aan het ontbreken van het bewijs dat de terugbetaling van anticonceptie leidt tot een daling van het aantal tienerzwangerschappen en abortussen. Recente cijfers tonen nogmaals aan dat er geen significante daling is in het aantal zwangerschappen bij de min 21-jarigen de voorbije jaren: in 2007 waren er 9347 bevallingen, waar dit in 2009 er 9282 waren. Dit tegen een kostprijs van 28 miljoen €, middelen die op een andere manier nuttiger kunnen besteed worden.

Daarnaast verkiest de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking ook eerder een terugbetaling op basis van sociale criteria boven een algemene terugbetaling bij de min-21 jarigen. De commissie is ook al langer vragende partij voor een ruimer mandaat zodat zij efficiënter en doelmatiger te werk kan gaan. Dit onder meer door het verzamelen van meer omvattende gegevens over de vrouwen die tot abortus overgaan, waardoor een meer gerichte preventie en sensibilisering mogelijk wordt.

Twee jaar geleden diende ik al een resolutie in met het voorstel om de Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking te integreren in het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om een subcomité samen te stellen met daarin wetenschappelijke deskundigen. Op basis van hun bevindingen kunnen er dan concrete aanbevelingen aan de gemeenschappen inzake een preventief beleid voor anticonceptie geformuleerd worden. Dit is een toch wel belangrijke bevoegdheid die de Evaluatiecommissie nu niet heeft. Financieel wordt er niet alleen bespaard op werkingskosten: een meer gericht preventief beleid is meer kostenefficiënt dan het bedrag dat nu gespendeerd wordt aan gratis contraceptiva voor alle min 21-jarigen.

Geachte Minister, graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

- Hoe motiveert u uw beleid om deze terugbetaling te behouden terwijl goede argumenten daarvoor uitblijven?

- Wordt er verder onderzocht of er een praktische uitwerking van de terugbetaling op basis van sociale criteria mogelijk is?

- Wat zijn uw argumenten tegen een integratie van de Nationale Evaluatiecommissie zwangerschapsafbreking bij het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek?