Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8653

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 maart 2013

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie

De ondersteuning van het Brusselse Soeppunt, hulpverlevingsinitiatief voor vluchtelingen

armoede
politiek asiel
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
vrijwilligersorganisatie
asielzoeker

Chronologie

29/3/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3054

Vraag nr. 5-8653 d.d. 29 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De opvang van vluchtelingen en andere mensen op de dool en in precaire levensomstandigheden behoort zeker tot de kernopdrachten van elke overheid, op welk niveau dan ook. Toch dragen overheden hier niet alleen een verantwoordelijkheid. Gelukkig zijn er vele burgerinitiatieven die vanuit idealisme, geïnspireerd door zeer uiteenlopende motieven en zingevingskaders, vrijwillig en enthousiast hun medewerking verlenen. De staatssecretaris deed en doet dan ook terecht een beroep op deze voluntaristische aanpak.

Een van deze initiatieven is het Brusselse Soeppunt. Met een aanbod van soep en onderdak verlicht dit initiatief heel concreet het leed van de vele wachtenden aan de Dienst Vreemdelingenzaken, in de Brusselse Noordwijk. Ondertussen is Soeppunt sterk gestructureerd en wordt de vrijwilligerswerking ondersteund en begeleid door enkele beroepskrachten, o.a. vanuit Vluchtelingenwerk Vlaanderen. De vrijwilligersploeg biedt een heel divers beeld: buurtbewoners, ambtenaren, werknemers tijdens hun lunchpauze… en vele anderen. Dit aanbod bereikt dagelijks toch een kleine honderd hulpbehoevende mensen.

Fedasil zorgde de voorbije drie jaren voor een subsidie van 100.000 euro, zowel projectmatig als structureel. Hieraan kwam dit jaar een einde, met als gevolg dat Soeppunt in zijn bestaan wordt bedreigd en de werkzaamheden zal moeten stoppen. Het stadsbestuur van Brussel onderzoekt momenteel de kans op concrete financiële ondersteuning, maar ook federaal ligt hier ongetwijfeld een opdracht.

Beaamt de staatssecretaris dat Soeppunt in de Brusselse Noordwijk, in de onmiddellijke omgeving van de Dienst Vreemdelingenzaken, bijzonder belangrijke en zelfs noodzakelijke diensten levert aan de vele wachtenden? Vindt de staatssecretaris het vanuit humanitair oogpunt noodzakelijk dat deze wachtende mensen, in alle weersomstandigheden, een beetje comfort wordt geboden door hen soep en de mogelijkheid tot onderdak te geven?

Bevestigt de staatssecretaris het belangrijke en bewonderenswaardig vrijwilligerswerk van Soeppunt, waardoor een menselijke en maatschappelijke context wordt gecreëerd die bijzonder hoopvol is? Is de staatssecretaris het ermee eens dat Soeppunt, gezien de specifieke situering aan de Dienst Vreemdelingenzaken, een bijzondere affectie vanwege de federale overheid waard is?

Op basis van welke argumenten, afwegingen enz. besliste Fedasil om de subsidie aan Soeppunt af te schaffen?

Is de staatssecretaris bereid om op korte termijn en vanuit de federale overheid in een subsidie te voorzien die toelaat dat de initiatiefnemer van Soeppunt de bestaande service kan waarborgen? Kan de staatssecretaris dit al meer concreet invullen?

Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

In de eerste plaats moet verduidelijkt worden dat deze beslissing op geen enkele wijze de kwaliteit van het werk gerealiseerd door het Soeppunt in vraag stelt.

In tegendeel, ik grijp deze kans om Vluchtelingenwerk Vlaanderen te bedanken voor de organisatie van dit Soeppunt evenals de toewijding van de talrijke vrijwilligers voor de bijstand aan dit project.

Dat het Federaal Agentschap voor opvang van asielzoekers (FEDASIL dit project niet heeft kunnen weerhouden, is te wijten aan het feit dat er pijnlijke keuzes moesten gemaakt worden tussen meerdere kwalitatief hoogstaande projecten. Het selectiecomité heeft in zijn keuzes rekening moeten houden met de prioritaire thema’s, hoofdzakelijk te weten, de steun aan kwetsbare groepen (met name de NBMV), de juridische bijstand, het tolken, de medische en psychologische hulp of nog de hulp bij de transitie op het moment van vertrek uit de opvangstructuren van erkende vluchtelingen.

Daarenboven, met het einde van de opvangcrisis en het feit dat vandaag alle asielzoekers rechtstreeks georiënteerd kunnen worden naar een opvangstructuur waar zij kunnen genieten van een volledige begeleiding, is de opportuniteit om over een Soeppunt te beschikken minder evident geworden en, in elk geval, minder urgent in vergelijking met de andere geselecteerde projecten.

Ik herhaal, dit doet niets af aan het belang en de kwaliteit van dit project toen het opvangnetwerk voor asielzoekers verzadigd was en personen elke dag op straat terecht kwamen zonder enige hulp en met zeer weinig informatie.