Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8418

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 maart 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Treinpersoneel - Bevoegdheid om op te treden tegen overtredingen

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
bestuurder
lichamelijk geweld

Chronologie

8/3/2013Verzending vraag
5/6/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8418 d.d. 8 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Te vaak wordt het NMBS-personeel (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen), zeker de treinbegeleiders, geconfronteerd met overtredingen. Deze kunnen van heel uiteenlopende aard zijn, gaande van ontbrekende vervoersbewijzen tot storend gedrag ten opzichte van andere reizigers of het personeel, van vandalisme tot diefstallen. In een recent accident met de Nederlandse Spoorwegen (N.S.) werd een reiziger beroofd op een rijdende trein. De overvaller sloot zich op in het treintoilet, maar bij de volgende halte ging hij gewoon aan de loop. Het treinpersoneel beschikt immers niet over de machtiging om een persoon fysiek te bedwingen (voor zover dit uit veiligheidsoverwegingen zou moeten kunnen).

In deze context de volgende vragen.

1) Hoe wordt het NMBS-personeel geacht op te treden bij de vaststelling van overtredingen en inbreuken?

2) Wat gebeurt er als de overtreder weigert te luisteren naar de bevelen van de treinbegeleiding, bijvoorbeeld het tonen van zijn vervoersbewijs, het afgeven van een paspoort, het betalen van een boete enz. en zich bij een halte uit de voeten wil maken? Mag het treinpersoneel fysiek optreden of moet het lijdzaam toezien?

Antwoord ontvangen op 5 juni 2013 :

In antwoord op de vragen van het geachte lid, heeft de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS)-groep mij de volgende uitleg meegedeeld:

De reiziger in overtreding wordt in principe steeds onmiddellijk in de trein in regel gesteld.

Het treinbegeleidingspersoneel int daartoe het totaal van de verschuldigde bedragen, berekend volgens de vermelde voorschriften, en overhandigt de reiziger een regelingsbiljet.

Als de reiziger niet wil/ kan betalen aan boord van de trein, dient het treinbegeleidingspersoneel een vaststellingsformulier C170 op te stellen.

Is de reiziger niet in het bezit van een geldig vervoerbewijs, betaalt hij zijn biljet niet in de trein en legt hij geen document voor dat zijn identiteit bewijst, dan kan het begeleidingspersoneel een tussenkomst vragen via het SOC (Security Operations Center) om de verwijdering van de reiziger uit de trein te vragen.

Het treinpersoneel beschikt niet over de bevoegdheid om een persoon fysiek te dwingen de trein te verlaten. Indien de reiziger zich uit de voeten wilt maken, kan de treinbegeleider de reiziger niet vast- of tegenhouden.

De NMBS merkt op dat een reiziger die jonger is dan 18 jaar enkel uit de trein kan gezet worden indien bevoegd personeel zich met hem belast. In geval van twijfel over de leeftijd wordt de reiziger beschouwd als minderjarig. Er wordt, zelfs zonder identiteitsgegevens, steeds een C170 opgesteld en afgegeven in het station waar de tussenkomst plaatsvond.

De “rechtsbevoegdheid” strekt zich uit tot de Belgische landsgrenzen. Dit wil zeggen dat de vaststelling van de onregelmatigheid moet gebeuren op Belgisch grondgebied.