Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8394

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 5 maart 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Visvoer - Diermeel van niet-herkauwers - Europese regelgeving - Veiligheid van de voedselketen - Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen - Controles - Risico's - Verdere versoepeling

veterinaire inspectie
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
veevoeder
Voedsel- en Veterinair Bureau
voederen van dieren
Keuringsdienst van waren
voedselveiligheid

Chronologie

5/3/2013Verzending vraag
23/4/2013Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8395

Vraag nr. 5-8394 d.d. 5 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Na de epidemie van de dollekoeienziekte was het binnen de Europese Unie verboden kadavers van dieren van dezelfde soort in voer te verwerken. Daarnaast was het ook verboden vissen met dierlijk meel te voederen. Dit omdat men niet wist wat de gevolgen zouden zijn voor de volksgezondheid indien met BSE besmet diermeel via visvoer in de voedselketen zou terechtkomen. Volgens het Europees Voedsel- en Veterinair Agentschap (FVO) is er voldoende wetenschappelijk bewijs dat diermeel van niet-herkauwers, geproduceerd volgens de strenge Europese verwerkingsnormen, veilig is. Daarom besliste de Europese Commissie om diermeel, afkomstig van niet-herkauwers, opnieuw toe te staan in visvoer. Door deze beslissing is men tevens minder afhankelijk van de import van visvoer uit derde landen, waar men wel nog diermeel gebruikte, en komt men zo, volgens FEFAC, de Europese Federatie van Veevoerfabrikanten, tot wereldwijde voedselzekerheid. Tevens wordt, volgens FEFAC, het concurrentienadeel van de Europese aquacultuur kleiner.

Recente ontwikkelingen binnen Europa in het kader van voedselveiligheid en de controles door het FVO doen mij deze beslissing van de Europese Commissie toch in twijfel trekken. Herkauwers blijven verboden in visvoer, maar kadavers van (zieke) varkens, kippen en ander pluimvee kunnen er zonder problemen in worden verwerkt. De maatregelen tegen verspreiding van BSE blijven dus gelden, maar ook de dieren die behoren tot de groep van de niet-herkauwers worden met ziektes geconfronteerd. Denken we maar aan de varkenspest en de vogelgriep. Het is volgens mijn onvoldoende duidelijk wat de gevolgen zullen zijn wanneer vissen voedsel krijgen toegediend dat besmet is met de vogelgriepvirus. Men had immers ook niet verwacht dat de vogelgriep overdraagbaar was naar mensen.

Ik zou de minister de volgende vragen willen stellen:

1) Om de veiligheid van de voedselketen te garanderen wordt dieren - en visvoer gecontroleerd door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Worden deze controles niet ingewikkelder door deze uitzonderingsmaatregel voor visvoer, aangezien vroeger elk dierlijk materiaal verboden was?

2) Hoeveel stalen van vee- en visvoer worden jaarlijks gecontroleerd? Bij hoeveel stalen werd de aanwezigheid van dierlijk DNA vastgesteld?

3) Het veevoer wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van dierlijk DNA. Wordt het veevoer ook voldoende gecontroleerd op de aanwezigheid van ziektes zoals varkenspest en vogelgriep? Werden er reeds gevallen van besmet dier - en/of vismeel vastgesteld?

4) Ik denk dat aangetoond is dat de controles door het FVO op de veiligheid van onze voedselketen te wensen overlaten. Bent u van mening dat er een versoepeling moet komen wanneer het controlesysteem "gaten" vertoont?

5) Bent u van mening dat de recente beslissing van de Europese Commissie een risico voor de volksgezondheid en/of de veiligheid van onze voedselketen kan inhouden? Hebt u hiervoor een onderhoud gehad met de bevoegde commissie?

6) Welke invloed heeft de versoepeling van dit verbod voor de productie van vee - en visvoer in ons land? Hoeveel kadavers worden in ons land jaarlijks verwerkt tot diervoer? Zullen er door deze versoepeling meer kadavers worden verwerkt? Wat gebeurt met de kadavers die niet verwerkt kunnen worden tot voer?

7) Verscheidene federaties van dieren - en visvoerproducenten vragen een nog verdere versoepeling van deze Europese regelgeving. Heeft u aanwijzingen dat de commissie eraan denkt om ook de regels op kippen - en varkensvoer te versoepelen?

Antwoord ontvangen op 23 april 2013 :

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u te laten weten dat de inhoud ervan onder de bevoegdheid valt van mijn collega, mevrouw Sabine Laruelle, minister van Middenstand, Kleine en Middelgrote Ondernemingen (KMO), Zelfstandigen en Landbouw.