Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8383

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 maart 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Irak - Principeakkoord - Ere-consul - Benoeming

Irak
personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke betrekking

Chronologie

1/3/2013Verzending vraag
9/12/2013Herkwalificatie
2/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4444

Vraag nr. 5-8383 d.d. 1 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De media berichtten dat de geachte minister meer toenadering zoekt tot Irak. Daartoe ondertekende hij met zijn Iraakse collega een "principeakkoord". Daartoe zou ook de benoeming van een ere-consul horen.

Hierover de volgende vragen.

1) Wie nam het initiatief tot het ondertekenen van dit principeakkoord?

2) Welke concrete punten staan er in dat akkoord opgesomd en met welke timing?

3) Op welke wijze zal een ere-consul gevonden en aangesteld worden?

4) Wat zijn concreet de opdrachten en/of de verwachtingen ten aanzien van/van een ere-consul?

5) Hoe en wanneer wordt dit principeakkoord geëvalueerd?

Antwoord ontvangen op 2 januari 2014 :

1) Op 11 mei 2012 had ik een ontmoeting met de heer Hoshyar Zebari, Minister van Buitenlandse Zaken van Irak. Er werd toen overeengekomen tot een Memorandum of Understanding te komen.

2) Dit MoU kwam op 26 februari 2013 tot stand en betreft in wezen het bevorderen van de politieke dialoog op het niveau van “Senior Officials”. Eén maal per jaar zal een ontmoeting worden georganiseerd, alternatief in Bagdad en in Brussel. Het MoU blijft twee jaar van kracht en kan stilzwijgend worden verlengd. De consultaties hebben betrekking op de bilaterale relaties alsmede op regionale en internationale onderwerpen van gemeenschappelijk belang. De permanente vertegenwoordigingen van beide landen bij internationale organisaties hebben, indien dit nodig wordt geacht, met mekaar contact. Er werd in het MoU ook nog aangegeven dat wordt nagegaan in hoeverre de bilaterale relaties verder kunnen worden ontwikkeld.

3) De ambassade in Amman beoogt in een eerste fase een drietal kandidaten ten behoeve van de functie van ere-consul te identificeren en na overleg met bevoegde Iraakse en Belgische instanties een voorstel over te maken. De kandidaat moet een band met België hebben en een eerbare activiteit ontplooien in de privé-sector. De zoektocht naar een ere-consul in Bagdad wordt echter bemoeilijkt door de veiligheidssituatie in Bagdad. De verplaatsingen naar Bagdad van diplomaten van de Ambassade in Amman zijn duur geworden door de te nemen veiligheidsmaatregelen

4) Net zoals dit algemeen het geval is, zal de ere-consul bijdragen tot het bevorderen van de bilaterale relaties en public relations. Men moet erop wijzen dat de ere-consul in Bagdad geen visa zal kunnen verlenen.

5) In het voorziene tijdschema wordt momenteel een ontmoeting voorbereid en daartoe worden zoals voorzien, via diplomatieke weg, contacten met de Iraakse partij genomen.