Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8310

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 26 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Orkest van De Munt - Orkesten van de Vlaamse Gemeenschap - Werklast - Verloning - Uitkoopsommen - Vergelijkend onderzoek

muziek
officiële statistiek
beroep in de kunst

Chronologie

26/2/2013Verzending vraag
6/12/2013Herkwalificatie
21/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4429

Vraag nr. 5-8310 d.d. 26 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De culturele wereld is in vele opzichten een kleine wereld. Zeker bij de symfonische orkesten bestaan er intensieve netwerken tussen muzikanten en directies. Daarin worden tal van wetenswaardigheden uitgewisseld.

Binnen de Vlaamse Gemeenschap zijn er drie orkesten die door de Vlaamse overheid als "grote instellingen" worden beschouwd, zijnde deFilharmonie, Brussels Philharmonic en het orkest van de Vlopera. Voor velen is de financiële last van deze drie orkesten te groot, er wordt formeel gestreefd naar een grotere synergie. Daarbij worden tal van basisgegevens verzameld en vergeleken, onder andere het aantal vaste muzikanten, hun taakbelasting en loon maar ook de uitkoopsom van de orkesten.

Het is niet verwonderlijk dat deze feiten ook worden getoetst aan de gegevens van de federale orkesten, zijnde het Nationaal Orkest van België (NOB) en het orkest van De Munt. Daarbij groeien er sterke verhalen, die uitwijzen dat beide federale orkesten zowat in alle geledingen - behalve in kwaliteit - de Vlaamse orkesten ruim overtreffen. Het hoeft weinig betoog dat orkesten die én meer loon betalen én minder werkbelasting eisen gemakkelijker muzikanten vinden.

Hierover de volgende vragen, met betrekking tot het orkest van De Munt.

1) Hoeveel vaste muzikanten zijn er in dienst?

2) Hoeveel optredens met het orkest worden er gemiddeld per jaar gegeven, dit jaarlijks van 2006 tot en met 2012?

3) Voor hoeveel procent worden de muzikanten (aanvoerders, tutti enz.) belast met hun werk voor hun orkest?

4) Welke lonen worden aan de verschillende niveaus van muzikanten en ander personeel uitbetaald?

5) Welke uitkoopsom wordt gevraagd voor de optredens van het orkest, hierbij graag de lijst van uitkoopsommen in de jaren 2010, 2011 en 2012?

6) Beschikt de geachte minister over een benchmarking waarin het orkest van De Munt qua arbeidsvoorwaarden wordt vergeleken met de orkesten van de Franse en Vlaamse gemeenschappen?

Vindt de minister het een goed voorstel om voor het orkest van De Munt een vergelijkend onderzoek te bevelen naar de lonen, arbeidsbelasting enz.?

7) Vindt zij het een goed voorstel om, in overleg met de collegae-ministers van de gemeenschappen en de directies van de betrokken orkesten, te werken aan een eenvormig stelsel van arbeidsomstandigheden?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2014 :

1) Het Symfonie orkest van de Munt bestaat uit 86 voltijdse vaste musici.

2) De optredens omvatten, operavoorstellingen, concertante opera’s, concerten, concertini en optredens in het buitenland:

3) Behalve de Konzertmeister die het programma van het jaar onder elkaar verdelen, zijn geen percentages voor de andere musici vastgesteld.

4) Volgens de loonschalen die van toepassing zijn in de Munt (zie bijlage):

Het niveau wordt bepaald in functie van de ervaring van de muzikant.

5) Aangezien het orkest van de Munt voornamelijk een operaorkest is, waarbij de concerten behoren tot een eigen symfonische concertreeks in Bozar, is deze vraag voor de Munt niet van toepassing. Voor de begeleiding van de Koningin Elisabethwedstrijd in 2011 ontving de Munt een som van 65 000 euro.

6 + 7) Het Symfonisch orkest van de Munt bestaat uit werknemers-bedienden van de Koninklijke Muntschouwburg, die onder de federale instellingen van openbaar nut worden gerekend.

Bijlage

"De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat."