Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8241

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De adviezen van de Hoge Gezondheidsraad over de systematische screening van sportende jongeren

Hoge Gezondheidsraad
voorkoming van ziekten
sport
kind
jongere
hart- en vaatziekte
ziekte van het zenuwstelsel

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
11/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3069

Vraag nr. 5-8241 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Regelmatig zijn er trieste berichten over de plotse dood van jonge sporters, vaak gaat het om hart- en bloedvatenaandoeningen.

Een bekend hartspecialist roept op om alle 12 jarige sporters cardio-vasculair te screenen.

De Hoge Gezondheidsraad wijst dit af met terechte argumenten, maar pleit zelf voor een systematische screening van jongeren tussen 15 en 35 jaar.

De Raad nuanceert zelf de wetenschappelijke waarde ervan en beschouwt een screening meer als sensibiliserend en maatschappelijk gewenst.

Het publiek geraakt hierdoor in de war: enerzijds lanceert een wereldberoemde hartspecialist een oproep, anderzijds is er de Hoge Gezondheidsraad die minimaliseert en het probleem herleidt tot symboliek

Wat is nu eigenlijk de wetenschappelijke waarde van al deze screenings?

De communicatie van de Hoge Gezondheidsraad klinkt warrig. Worden jonge sporters, zeker in clubverband, immers niet automatisch jaarlijks gecontroleerd?

Waarom legt de Hoge Gezondheidsraad geen verband met opmerkelijke maatschappelijke fenomenen zoals de exponentiële stijging van ADHD-medicatie? Waarom onderzoekt de Raad mogelijke correlaties niet en worden vragen naar wetenschappelijk onderzoek hieromtrent afgewezen (cf. aanvragen 2012)?

Kritische stemmen vermoeden dat het niet onderzoeken van correlaties van dit soort medicatie wordt ingegeven door de belangen van de farmaceutische industrie; die hiervan slapend rijk wordt.

Ik heb volgende vragen:

Welk ondubbelzinnig standpunt neemt de minister in met betrekking tot de noodzaak aan een regelmatige gezondheidsscreening van sportende jongeren?

Hoe zal zij hierover communiceren en in welke mate is er overleg met de gemeenschappen, die belast zijn met preventie?

Hoe verklaart de minister dat de Hoge Gezondheidsraad niets zegt en blijkbaar ook niets onderzoekt met betrekking tot mogelijke correlaties tussen ernstige gezondheidsproblemen bij jongeren en het onrustbarend stijgende gebruik van medicatie tegen ADHD en aanverwante?

Antwoord ontvangen op 11 maart 2013 :

De problematiek is uiteraard ernstig en alle nuttige maatregelen moeten genomen worden om plotse overlijdens bij jonge sporters te vermijden.

Er werd deskundig advies gevraagd aan de Hoge Gezondheidsraad over de wenselijkheid en modaliteiten van brede en vroegtijdige screening voor cardiale risicofactoren en pathologie. De Hoge Raad heeft een genuanceerd advies uitgebracht.

De lage prevalentie van deze pathologie kan leiden tot problemen voor de sensitiviteit en specificiteit van de screening. Screening bij alle jongeren kan dus niet alle gevallen opsporen en anderzijds kunnen resultaten ook leiden tot onnodige verdere onderzoeken en veel ongerustheid.

Bij sporten zijn er ook andere aandachtspunten dan het opsporen van een mogelijke hartproblematiek. Andere medische problemen, maar ook suggesties zoals het voorzien van “basic life support” kennis, van automatische externe defibrillatoren en enkele preventieve maatregelen zoals het vermijden van brutale trauma’s aan de thorax.

Gezien de bevoegdheidsverdeling - waarnaar u ook verwijst - zijn de Gewesten en Gemeenschappen uiteraard actief op dit terrein. Het werk van deze overheden moet mee bepalend zijn voor de verstandige evenwichtige keuzes in deze materie. Er wordt nu uitgekeken naar de reactie van deze overheden op het rapport van de Hoge Gezondheidsraad. Ik ben er voorstander van dat deze problematiek op een volgende vergadering van de Interministeriële Conferentie Gezondheid zou besproken worden.

Tenslotte verwijs ik voor uw vraag aangaande behandeling van attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) en mogelijke risico’s van medicatie, naar een eerder advies van de Hoge Gezondheidsraad d.d. 6 juli 2011.

De Hoge Raad drukte zijn bezorgdheid uit betreffende het cardiaal functioneren (hypertensie) en meldde dat de Europese instanties de zeldzame maar mogelijke relatie met plotse dood verder onderzoeken.