Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8190

van Huub Broers (N-VA) d.d. 20 februari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Drugscontroles op de middelbare school

drugverslaving
verdovend middel
voortgezet onderwijs

Chronologie

20/2/2013Verzending vraag
5/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2976

Vraag nr. 5-8190 d.d. 20 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Vlaanderen worden steeds vaker drugscontroles in middelbare scholen gehouden. In Limburg, maar wellicht ook elders in Vlaanderen, doen de lokale politiezones daarvoor een beroep op de drugshonden van de federale politie in Brussel. De eigenlijke controle gebeurt altijd na een aanvraag van de school zelf

Het CAD (Centrum voor alcohol- en andere drugsproblemen), afdeling Limburg, oppert dat die controles niet waterdicht zijn. Zo is er een reële kans dat jongeren worden geviseerd of gestigmatiseerd zonder dat ze zelf gebruiker of verdeler zijn. Door een toevallig contact met een feitelijke gebruiker (bv. op de bus) kan een leerling immers geursporen op zich meedragen. Die geur kan al voldoende zijn om door een drugshond te worden aangeduid.

Ook heeft het CAD twijfels over de urinetests die na een positieve identificatie worden uitgevoerd. Zo zou marihuana perfect traceerbaar zijn tot 3 weken na het feitelijke gebruik. Cocaïnegebruik de dag voor de controle zou dan weer ongemerkt blijven.

Het CAD gelooft dan ook niet in de effectiviteit van zulke controles en ziet meer heil in preventieve acties en dialoog.

Persoonlijk ga ik akkoord met de stelling dat een dialoog met onze jongeren over deze problematiek zeer belangrijk is. Drugsgebruik mag niet worden doodgezwegen en open gesprekken zijn in deze een absolute must. Toch geloof ik ook in het ontradende effect dat zulke acties kunnen hebben.

Graag had ik geweten:

1) Wat is de mening van de minister over de uitspraken van het CAD? Gaat ze akkoord met hun advies?

2) Zo ja, zal dit dan consequenties hebben voor het beleid? Gaat de minister de opmerkingen dan ook bezorgen aan haar collega-ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken?

3) Welke procedures worden tijdens dergelijke controleacties op scholen gevolgd? Hoe gebeurt de evaluatie?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2013 :

Regelmatig gebruik van cannabis kan tot enkele weken na het laatste gebruik aangetoond worden in de urine. Dit wordt verklaard door de hoge vetoplosbaarheid van tetrahydrocannabinol (THC), het actieve bestanddeel van cannabis. Na regelmatig gebruik kan THC tot vijf weken na het laatste gebruik aangetoond worden in de urine. Dit geldt echter enkel voor regelmatig (dagelijks) gebruik. Occasioneel gebruik van cannabis kan minder lang gedetecteerd worden.

Over het algemeen zijn de meeste drugs, dus ook cocaïne, tot drie dagen na het gebruik opspoorbaar in de urine. Sommige drugs hebben een kortere halfwaardetijd. In sommige gevallen is het slechts tot een of twee dagen na gebruik opspoorbaar in de urine.

Voor wat het gebruik van drugs betreft stelde de Interministeriële Conferentie Drugsbeleid reeds in 2010 dat preventie en hulpverlening de belangrijkste pijlers zijn van ons drugbeleid. De scholen zijn ook een ideale plaats om aan drugpreventie en gezondheidspromotie te doen. Maar zoals u weet is dit de bevoegdheid van de Gemeenschappen.

Ik wil dus enkel stellen dat méér investeringen in efficiënte preventie volgens mij inderdaad nodig zijn. De gespecialiseerde gezondheidssector is hiervoor vragende partij en ik steun deze oproep. Bovendien is het ook belangrijk dat al deze investeringen geëvalueerd worden. Dit geldt dus ook voor de drugscontroles in scholen door middel van honden. Men moet erover waken dat dergelijke acties plaatsvinden binnen een globale en geïntegreerde aanpak die vertrekt vanuit een gezondheidsbenadering ten aanzien van druggebruik. Ik zal dit punt laten agenderen op de eerstkomende vergadering van de Algemene Cel Drugsbeleid, waarin alle bevoegde overheden op het vlak van drugsbeleid zetelen.