Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8122

van Nele Lijnen (Open Vld) d.d. 14 februari 2013

aan de minister van Landsverdediging

Militairen en ex-militairen - Zelfdoding - Aantallen - Maatregelen

militair personeel
zelfmoord

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
21/3/2013Antwoord

Vraag nr. 5-8122 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Jonge veteranen lopen twee tot drie keer meer kans zelfmoord te plegen dan hun leeftijdsgenoten die niet in het leger hebben gezeten. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Manchester onder bijna 234 000 Britse oud-militairen. De resultaten verschenen onlangs in het medisch vakblad PLOS Medicine. Maar hoe jonger de militair, hoe korter in dienst en hoe lager in rang, des te groter zijn zelfmoordrisico's na ontslag. Ex-militairen tot 24 jaar lopen twee tot drie keer zoveel kans. De kans op zelfmoord is het grootst in het tweede jaar na het verlaten van de krijgsmacht.

Waarom jonge veteranen meer tot zelfmoord neigen, is niet onderzocht. De wetenschappers opperen slechts drie hypothesen: de overgang naar de burgermaatschappij is te groot; onder jonge dienstverlaters zitten relatief veel militairen die heftige dingen hebben meegemaakt; de jonge soldaten komen sowieso uit een kwetsbare groep, bijvoorbeeld uit een problematisch gezin.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Kan de geachte minister de zelfmoordcijfers geven onder oud-militairen en kan hij deze cijfers tevens opdelen per leeftijd en dit respectievelijk voor de jaren 2010, 2011 en 2012?

2. Kan hij de zelfmoordcijfers geven onder de actieve militairen en kan hij deze cijfers tevens opdelen per leeftijd en dit respectievelijk voor de jaren 2010, 2011 en 2012?

3. Werd er in ons land al onderzoek gevoerd naar de zelfmoorden bij ex-militairen en zo ja, wat waren de resultaten? Zo neen, acht hij het niet aangewezen om dit gegeven te onderzoeken, gezien de resultaten vanuit het Verenigd Koninkrijk? Kan dit worden toegelicht?

4. Kan hij een overzicht geven van de preventieve maatregelen die vanuit Defensie worden getroffen om zelfmoorden onder ex-militairen en militairen tegen te gaan?

5. Worden (jonge) ex-militairen opgevolgd op zelfmoordrisico's na het verlaten van de dienst? Zo ja, wat zijn hiervan de resultaten? Zo neen, waarom niet?

6. Op welke wijze zijn de diensten van de minister omgegaan met eerdere gevallen van zelfmoord binnen het leger en tijdens missies en wat heeft hij hiervan geleerd? Welke actie is ondernomen om toekomstige gevallen te voorkomen? Hebben reconstruerende gesprekken plaatsgevonden met nabestaanden en betrokken collega's? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan hij dit duiden?

Antwoord ontvangen op 21 maart 2013 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen.

1 en 5. Defensie beschikt niet over cijfers betreffende zelfdodingen bij ex-militairen.

2. Voor de jaren 2010 en 2011, verwijs ik het geachte lid naar mijn antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 5-6944 van 29 augustus 2012 van de heer senator Piet De Bruyn. Voor het jaar 2012, werden negen zelfdodingen geregistreerd door de sociale dienst van Defensie. De gegevens, zoals die door u werden gevraagd, kunnen niet worden verstrekt zonder de anonimiteit te schaden.

3. De zelfmoordcijfers bij militairen in actieve dienst zijn vergelijkbaar met die bij de rest van de Belgische bevolking. Het stafdepartement Well Being volgt die continu op.

4. De preventie met betrekking tot zelfdoding maakt deel uit van een geheel van preventiemaatregelen, psychosociale hulp of begeleiding die aan het personeel wordt aangeboden. Voor een overzicht van de maatregelen ter preventie van zelfdoding, verwijs ik het geachte Lid naar mijn antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 5-6945 van 29 augustus 2012 van de heer Senator Piet De Bruyn. Op dit ogenblik is een preventiecampagne lopende in samenwerking met het “Centrum ter preventie van zelfdoding” en het “Centre de Prévention du Suicide”.

6. Bij het overlijden van een militair, bezoekt de Sociale Dienst de familie. Het Centrum voor Crisispsychologie steunt de collega’s en adviseert de dienstchefs om de weerslag van de zelfdoding zo goed mogelijk te beheersen.