Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-8106

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 14 februari 2013

aan de minister van Justitie

Verdrag van de Verenigde Naties van 1961 tot voorkoming van de statenloosheid - Ratificatie - Rapport van UNHCR

staatloze
UNHCR
ratificatie van een overeenkomst

Chronologie

14/2/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
13/12/2013Herkwalificatie
6/1/2014Antwoord

Geherkwalificeerd als : vraag om uitleg 5-4529

Vraag nr. 5-8106 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) spoort met een recent uitgebracht rapport de Belgische regering aan actie te ondernemen om een einde te maken aan de situatie van staatlozen in België.

De UNHCR ziet daarbij wel heel wat positieve en zelf baanbrekende stappen in het Belgische beleid. In het regeerakkoord staat dat het verdrag van de Verenigde Naties (VN) van 1961 tot voorkoming van de statenloosheid zal worden geratificeerd.

Hierover de volgende vragen

1) Wat is de stand van zaken met betrekking tot de ratificatie van het VN-Verdrag van 1961 tot voorkoming van de statenloosheid? Hoe verhoudt dit verdrag zich tot de Belgische wetgeving? Zijn beide al in overeenstemming met elkaar of zullen na de ratificatie wetswijzigingen nodig zijn? Wanneer denkt de minister dit in het parlement te kunnen agenderen?

2) Heeft zij het rapport van UNHCR over stateloosheid in België grondig bestudeerd? Zal zij de aanbevelingen ter harte nemen en de nodige initiatieven nemen om een nog betere naleving te garanderen van de internationale standaarden om staatloosheid te voorkomen en te beperken?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2014 :

Het rapport “Mapping Statelessness in Belgium” van UNHCR-Brussel is mede tot stand gekomen door een goede samenwerking met mijn diensten. De aanbevelingen betreffende de ratificatie door ons land van het Verdrag van de Verenigde Naties van 30 augustus 1961 tot beperking der Staatloosheid zijn onder meer het resultaat van verschillende contacten van mijn diensten met de Juridische dienst van UNHCR-Brussel. 

In uitvoering van het Regeerakkoord hebben mijn diensten, die hiertoe hebben samengewerkt met de Beleidscel van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, een ontwerp van wet tot bekrachtiging van het Verdrag uitgewerkt. De memorie van toelichting van het ontwerp ontleedt punt per punt in welke mate ons land voldoet aan de bepalingen van het Verdrag. Uit die vergelijkende studie blijkt dat de huidige Belgische nationaliteitswetgeving in overeenstemming is met de vereisten van het Verdrag en dus niet moet aangepast worden. 

Het voormelde wetsontwerp zal zeer binnenkort worden overgezonden aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken zodat deze de nodige initiatieven kan nemen met het oog op een spoedige ratificatie.