Schriftelijke vraag nr. 5-7942

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 23 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

De diagnostica

medische diagnose
geneesmiddel
geneeskunde
ziekteverzekering

Chronologie

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2823

Vraag nr. 5-7942 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Meer en meer kennen we een evolutie naar optimalisatie van het gebruik van geneesmiddelen. Dat is een goede zaak, zeker in de huidige context van budgetbeheersing van de gezondheidszorg. In dit kader kunnen diagnostica heel nuttig zijn om kosten te voorkomen voor geneesmiddelen die niet werken voor bepaalde patiënten of in het kader van bijwerkingen of interacties.

Bij ons zijn gepersonaliseerde tests nog niet zo ingeburgerd. Er bestaan tegenwoordig ook verschillende tests voor de bepaling van cytochroom P450 (en bepaalde subtypes). In het kader van geneesmiddeleninteracties kan deze gepersonaliseerde informatie heel nuttig zijn.

Geachte Minister, graag had ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Overweegt u in de toekomst dergelijke tests terug te betalen?

a. Indien ja, via welke weg denkt u deze terug te betalen?

b. Indien nee, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2013 :

Met de zogenaamde “gepersonaliseerde geneeskunde” probeert men onder andere medicamenteuze therapie aan te passen aan individueel verschillende metabole processen die een invloed kunnen hebben op de werkzaamheid van een geneesmiddel of van belang kunnen zijn voor eventuele interacties. In België zijn er enkele universitaire laboratoria die specifieke tests inzake farmacogenetica uitvoeren, vele daarvan worden momenteel klinisch gevalideerd. Momenteel verzamelt het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) documentatie over de problematiek, opdat er zo adequaat mogelijk kan worden ingegaan op het vraagstuk van de gepersonaliseerde geneeskunde, hetzij door alleen maar de tests te financieren, hetzij door gespecialiseerde teams te financieren en eenheden voor klinische farmacologie in de universitaire ziekenhuizen op te richten. Aangezien het merendeel van die tests zich nog steeds in de fase van klinische validatie bevindt en er zeer weinig tests en indicaties zijn, is het mogelijk ze te financieren via een overeenkomst met de laboratoria die de tests uitvoeren. Dit wordt momenteel met specialisten terzake overlegd. Eens deze testen voorbij het experimentele stadium zijn, kan een opname in de reguliere nomenclatuur overwogen worden.