Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7751

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 16 januari 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken

de kortetermijnwinst-strategie van sommige Belgische banken

kredietinstelling
bank
speculatiekapitaal
bankbeleid
bankactiviteit
afgeleid financieel instrument

Chronologie

16/1/2013Verzending vraag
18/2/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2841

Vraag nr. 5-7751 d.d. 16 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nadat een economisch en financieel armageddon werd afgewend door miljarden belastinggeld in de banksector te pompen, lijkt er fundamenteel nog steeds weinig veranderd. Het onderzoek van FairFin 'Een bank achteruit: in welke mate is de Belgische bankensector actief in de reële economie?' bewijst dat sommige grootbanken in ons land, met name BNP Paribas en Deutsche Bank, nog steeds geen heil zien in een aanbevolen en dus meer traditionele bankiersrol. De risicovolle bankmodellen staan nog steeds overeind.

Deutsche Bank, BNP Paribas en Belfius investeren respectievelijk slechts 19, 34 en 40 procent van hun middelen in leningen aan de reële economie. Daarenboven investeren DB en PNB Paribas met respectievelijk 51 en 39 procent van hun activa vooral in kortetermijnwinsten. Dit gaat over activa waarvan de banken zelf aangeven dat ze gericht zijn op de snelle aan- en verkoop op de financiële markten.

Hierover de volgende vragen:

1) Heeft de minister kennis genomen van dit rapport van FairFin? Hoe beoordeelt hij dit rapport? Gaat hij akkoord met de stelling van Fairfin dat er nog maar weinig fundamenteel veranderde in de banksector? Beaamt de minister de stelling dat banken zich primair moeten focussen op hun traditionele rol, namelijk het aantrekken van spaargelden en het financieren van maatschappelijke noden door kredietverstrekking in de reële economie en moeten afstand nemen van het meer speculatieve?

2) Hoe evolueerde het evenwicht tussen leningen en trading jaarlijks voor PNB Paribas (Fortis), Belfius (Dexia) en KBC sinds het begin van de crisis in 2008? Is de minister van mening dat er hier serieuze pogingen werden ondernomen om tot een nieuwe en beter evenwicht te komen?

3) Zal de minister de banken die genieten van een overheidsparticipatie zoals BNP Paribas en Belfius hierop aanspreken? Hebben de overheidsbestuurders in deze banken de opdracht gekregen om te pleiten voor een verschuiving naar meer investeringen in de reële economie? Zo neen, plant de minister om dit alsnog te doen?

4) Welke maatregelen ondernam de minister ondertussen om er voor te zorgen dat banken zich meer focussen op hun traditionele en maatschappelijk belangrijke rol en minder op het boeken van kortetermijnwinst via speculatie?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2013 :

1. Er dient op gewezen te worden dat dat Deutsche Bank en BNP Paribas respectievelijk een Duitse en een Franse bank zijn, waarover de Belgische autoriteiten geen directe bevoegdheid hebben.

De studie van Fairfin beoordeelt de financiering van de reële economie door de banken aan de hand van de ratio leningen/totale activa. Deze ratio zegt echter weinig over de investering van middelen in de Belgische economie noch in welke mate de beschikbare middelen uit deposito's worden geïnvesteerd in de Belgische economie.

Er worden in België nauwelijks nog speculatieve verrichtingen door de banken gedaan, vermits er bij banken die deel uitmaken van internationale groepen nog nauwelijks marktactiviteit in België zelf is. De marktzaalactiviteit is drastisch beperkt of overgebracht naar entiteiten buiten België van dezelfde groep. Er dient verder op gewezen te worden dat een groot deel van de zogenaamde afgeleide producten niet speculatief aangewend worden, maar als indekkingsinstrumenten tegen schommelingen van wisselkoersen, rentevoeten of grondstoffenprijzen fungeren. Vanzelfsprekend kan men ondernemingen, banken inbegrepen, moeilijk verwijten dat zij zich wensen in te dekken tegen risico.

2. Eén van de maatregelen die door BNP-Paribas Fortis zijn genomen was de afbouw van de internationale niet-strategische activiteiten, wat geresulteerd heeft in een afbouw van de risicogewogen activa en dus in een beter risicoprofiel, maar ook in een verbetering van de solvabiliteit en de liquiditeit van de bank. Tussen eind 2008 en eind 2011 is de balans met meer dan 40 % gekrompen. De toegekende leningen hebben sinds 2009 de evolutie van de deposito's gevolgd.

Belfius bouwt haar obligatieportefeuille en voormalige intragroepleningen uit de Dexia-groep af. Zij streeft ook naar een commerciële balans, waarbij deposito's zoveel mogelijk worden aangewend voor de kredietverstrekking aan de reële economie. Waar de ratio leningen/activa in 2007 bij Dexia 47 % bedroeg, schommelt die nu bij Belfius rond de 80 %.

Bij KBC is het bedrag aan uitstaande commerciële kredieten aan KMO's en grote ondernemingen gestegen van 31 miljard eind 2007 naar 36,5 miljard in september 2012. De kredietverlening aan particulieren is over dezelfde periode nog sneller gestegen, namelijk van 19,6 miljard naar 28,7 miljard.

3. De banken waarin ons land een participatie heeft, zijn geen overheidsbedrijven, maar onafhankelijk bedrijven die zelf hun koers moeten kunnen bepalen. Zij moeten hun beleid uitstippen met het oog op hun duurzame ontwikkeling naar de toekomst toe en overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen die voor alle financiële instellingen gelden. Overigens zijn er geen specifieke toezichtsregels voor deze banken.

4. Ik heb me geëngageerd om in 2013, na afronding van een aan de gang zijnde consultatie door de Nationale bank van België, en in overleg met deze laatste, een wetgevend kader uit te werken betreffende de afzondering van de trading activiteiten voor kredietinstellingen, na kennis te hebben genomen van het definitieve standpunt van de Europese Commissie aangaande het rapport Liikanen.

Verder kan de regering niet rechtstreeks tussenkomen in het business model dat de banken wensen te ontwikkelen. Elke bank heeft immers haar eigen mogelijkheden en beperkingen.

Ten slotte kan ik u meedelen dat wat specifiek speculatie betreft, er in de afgelopen jaren heel wat wetgeving tot stand is gekomen op het niveau van de Europese Unie. Zo werd er in maart 2012 een Europese verordening betreffende short selling en credit default swaps aangenomen.