Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7489

van Richard Miller (MR) d.d. 7 december 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

Het eindresultaat van de Top van de Francofonie

taalgroep
internationale organisatie
topconferentie
Democratische Republiek Congo

Chronologie

7/12/2012Verzending vraag
27/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2655

Vraag nr. 5-7489 d.d. 7 december 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

De XIVde Top van de Francofonie van 13 en 14 oktober jongstleden in Kinshasa was een internationaal evenement dat we bijzonder aandachtig hebben gevolgd. Nog voor hij van start ging gaf deze Top al aanleiding tot polemiek omdat hij doorging in de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo, een omstreden land op vlak van de mensenrechten. Op die Top werden evenwel vele dossiers naar voren geschoven, waardoor de Internationale organisatie van Franssprekende landen (OIF) een belangrijk forum wordt op het vlak van internationale politiek..

Vooreerst is er de toestand in het noorden van Mali en in het oosten van de DRC. Naar het schijnt was er een consensus over het eerste geval. De resolutie betreffende de toestand in Kivu kan evenwel niet als een slottekst worden beschouwd. We weten dat de minister deze twee belangrijke dossiers steunt. Meent u dat de resoluties die op de Top werden goedgekeurd, in het bijzonder die over Noord-Kivu, een bijkomend, beslissend gewicht zullen hebben op de volgende vergaderingen van de internationale organisaties (UNO, Afrikaanse Unie en Cédéao)? Ik denk onder meer aan de uitbreiding van het MONUSCO-mandaat.

In sommige Afrikaanse landen kan heel wat vooruitgang worden vastgesteld inzake de verdediging van de mensenrechten, de democratie en goed bestuur. In andere landen is de toestand echter onrustwekkend. Ik denk hierbij aan de toestand in de DRC en in Rwanda. Ik zou graag vernemen wat u hebt gezegd tegen regeringen die de democratische rechten in hun land niet respecteren,. Wat met Madagascar en Guinee-Bissau?

De OIF staat trouwens open voor nieuwe landen. De Francofonie is verruimd. Daardoor krijgt Armenië het statuut van volwaardig lid van de organisatie, Uruguay dat van waarnemer en Qatar dat van geassocieerd lid. De OIF telt momenteel 57 leden, waarvan drie met het statuut van geassocieerd lid en twintig met het statuut van waarnemer. Waarom kreeg Qatar, een land dat geen specifieke band heeft met de francofonie, het statuut van geassocieerd lid, zonder eerst waarnemend lid te zijn geweest? Dreigt de OIF niet aan de essentie voorbij te gaan door zich open te stellen voor niet-francofone landen?

De secretaris-generaal van de Francofonie, de heer Abdou Diouf, riep Afrika op de plaats in te nemen die het toekomt, door in de internationale relaties het democratische deficit te hekelen. Abdou Diouf stelde de afwezigheid van Afrika in de Veiligheidsraad aan de kaak. Wat is uw mening over die verklaringen?

Ik betreur sterk dat onze eerste minister niet aanwezig was op de Top. Al zijn Vlaamse voorgangers hebben aan de voorgaande topbijeenkomsten deelgenomen, en nu er sinds de oprichting van de OIF voor het eerst een Franstalige eerste minister is, was hij afwezig. Het is, zoals Colette Braeckman zei, “een gemiste kans”. De aanwezigheid van onze premier had het Congolese volk kunnen herinneren aan onze steun voor de opbouw van een democratische structuur in de DRC. Ik dank de minister voor zijn aanwezigheid op de Top en voor zijn steun aan de waarden en doelstellingen van de Francofonie.

Antwoord ontvangen op 27 maart 2013 :

De resolutie over de crisis in het Oosten van de Democratische republiek Congo (DRC)dat op de top van de Francofonie is aangenomen, is, in de marge van de officiële werken, bilateraal onderhandeld tussen Rwanda en Congo. Dit is positief nieuws omdat, gezien de belangrijke steun die de M23 krijgt vanuit het territorium van Rwanda, deze crisis enkel kan worden opgelost door een goede verstandhouding tussen de twee landen. Voor het moment lijdt deze crisis aan een aandacht tekort van de internationale gemeenschap en van een tekort aan diplomatieke communicatiekanalen. De resolutie over de crisis in het Oosten van de DRC zal in alle bescheidenheid hebben bijgedragen tot een verbetering van de situatie op deze twee aspecten.

Ik heb de kans niet gehad om mij persoonlijk te onderhouden met de vertegenwoordigers van Guinee-Bissau en Madagaskar tijdens de Top van Kinshasa gezien zij geschorst zijn van de Organisatie. België heeft de resolutie van 14 oktober 2012 over de crisissituaties, de uitgang van een crisis et de vredesopbouw in de Franstaligeruimte onderschreven. Deze resolutie roept o.a. na de staatsgreep in Guinee Bissau alle betrokken partijen op om zich te conformeren met de bepalingen van resolutie 2048 van de Veiligheidsraad voor het spoedig herstel van de grondwettelijke wettigheid en het respect voor de rechten en vrijheden. Zij roept ook op tot het zo snel mogelijk houden van verkiezingen. Wat Madagaskar betreft heeft de IOF haar grote bezorgdheid geuit met zicht op de verergering van de economische en sociale situatie en vraagt onder andere aan de politieke en institutionele spelers om resoluut verder te gaan met het uitvoeren van het stappenplan. De IOF nodigt ook alle betrokken partijen uit om hun inspanningen verder te zetten voor het oprichten van de structuren die de strikte toepassing van de wet op de amnestie in een inclusieve en consensuele geest toepassen en dit, om het politieke leven te bedaren en de nationale verzoening te versterken.

De Top van Kinshasa heeft zich over drie toegangsaanvragen of statuutswijzigingen gebogen:

Het ad hoc Comité over de aanvragen tot toetreding of voor de wijziging van de statuten had aan de Top voorgesteld om de statuutswijziging van Armenië en Uruguay, en een waarnemersstatuut voor Qatar, in plaats van het statuut van geassocieerd lid, toe te staan. Tijdens de top hebben 13 landen zich positief uitgesproken voor de toekenning van het statuut aan Qatar: Guinee, Senegal, Djibouti, Comoren, Tunesië, Egypte, Tsjaad, Libanon, Haïti, RCA, Mauritanië, ARYM en de Ivoorkust. Géén enkele delegatie heeft zich tegen deze aanvraag verzet, waardoor ze aanvaard werd. De lidstaten van de IOF tellen in verschillende proporties Franstaligen, sommigen hebben heel zwakke percentages.

Een van de thema’s van de Top in Kinshasa was precies de plaats van Afrika in het wereldwijde bestuur. Een belangrijk deel van de Verklaring van Kinshasais hieraan gewijd. De Secretaris-generaal van de Francofonie is niet de enige die zich over de plaats van Afrika in de Veiligheidsraadheeft uitgesproken. Vooral Kameroen heeft een pleidooi gehouden om de plaats van Afrika in de Veiligheidsraad uit te breiden. Benin heeft voorgesteld om de Voorzitter van de Afrikaanse Unie een permanente zetel te geven in de Veiligheidsraad. België is voorstander van een evenwichtige hervorming van de Veiligheidsraad, die aan elke regio zijn juiste plaats heeft.

Zowel federaal België als de Federatie Wallonië Brussel/Franstalige Gemeenschap van België zijn lid van de IOF. Canada kent een gelijkaardige situatie: Canada, Québec en Nieuw-Brunswick zijn alle drie lid van de IOF. Zwitserland, een meerder talige confederale Staat, is eveneens lid van de IOF en heeft maar één zetel. De vertegenwoordiging van meerder talige Staten bij de IOF gebeurt met flexibiliteit en in de diversiteit.