Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7449

van Louis Ide (N-VA) d.d. 28 november 2012

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De studie "Does an exclusion of incapacity benefits work?"

arbeidsongeschiktheid
invaliditeitsverzekering
herintreding

Chronologie

28/11/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2661

Vraag nr. 5-7449 d.d. 28 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een groep adviserend geneesheren van de CM voerde op eigen initiatief een onderzoek met betrekking tot de werkhervatting van sociaal verzekerden na een beslissing tot einde van de arbeidsongeschiktheid die bij vonnis werd bevestigd.

Geachte heer staatssecretaris, naar aanleiding van deze studie zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1) De onderzoekers concluderen dat uitsluiting van het recht op uitkeringen gevolgd door een gerechtelijke procedure niet werkt. Uit de studie blijkt dat de kans op werkhervatting in dergelijke gevallen bijzonder klein is.

Hoe staat u tegenover deze conclusie ?

2) De onderzoekers concluderen dat na een bevestiging door de rechtbank van de beslissing van de adviserend geneesheer een verplicht re-integratieproces moet worden opgelegd.

Hoe staat u als bevoegd politiek verantwoordelijke tegenover een dergelijk verplicht traject ? Kan - bijvoorbeeld voor arbeidsongeschikten voor wie het duidelijk is dat er een restcapaciteit is - ook gedacht worden aan een verplicht traject van (gedeeltelijke) werkhervatting/herscholing/opleiding tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid ?

3) Acht u het nuttig gelijkaardig onderzoek uit te voeren met betrekking tot de beslissingen van andere ziekenfondsen en andere gerechtelijke arrondissementen ?

Antwoord ontvangen op 4 februari 2013 :

In antwoord op uw vraag, kan ik u het volgende meedelen.

Ik nam kennis van de studie van de Christelijke Mutualiteiten “Does an exclusion of incapacity benefits work”?, waarnaar u in uw vraag verwijst.

Ik stel vast dat het om een zeer beperkte studie gaat die slechts betrekking heeft op de gevolgen van verplichte werkhervattingen van gerechtigden die zijn aangesloten bij de Christelijke Mutualiteit van Mechelen en die zijn bevestigd door de arbeidsgerechten.

Deze studie kan vanuit wetenschappelijk oogpunt niet als representatief worden beschouwd voor de totaliteit van de arbeidsongeschikt erkende gerechtigden die worden geconfronteerd met een beslissing tot verplichte werkhervatting.

Wanneer een sociaal verzekerde door de adviserend geneesheer van zijn ziekenfonds of door de Geneeskundige raad voor invaliditeit van de Dienst voor uitkeringen arbeidsgeschikt wordt verklaard en hiertegen beroep aantekent bij de Arbeidsrechtbank, dan dient hij zich, ter vrijwaring van zijn rechten in de sociale zekerheid, in te schrijven bij de werkloosheid.

Tijdens de duur van de gerechtelijke procedure ontvangt hij (provisionele) werkloosheidsuitkeringen.

Indien de uitsluitingsbeslissing door de arbeidsgerechten wordt bevestigd en de betrokkene het werk niet kan hervatten om andere dan medische redenen (bijvoorbeeld, beperkte kansen op de arbeidsmarkt wegens de economische crisis), dan zal hij verder ten laste blijven van de werkloosheid.

Het komt dan toe aan de werkloosheidsinstanties om desgevallend een proces tot re-integratie op te starten met behulp van de daartoe geëigende instanties (onder meer Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), GTB, Werkwinkel,…..).

Anderzijds wens ik uw aandacht erop te vestigen dat de professionele re-integratie van arbeidsongeschikt erkende gerechtigden voor mij een absolute prioriteit is.

De wijze van herinschakeling zal afhangen van het feit of de betrokkene zijn oorspronkelijke activiteit nog kan hervatten en zo niet, of er een actualisatie of heroriëntering noodzakelijk is om een ander beroep te kunnen uitoefenen.

In het eerste geval kan de re-integratie worden nagestreefd via het systeem van de geleidelijke werkhervatting met toelating van de adviserend geneesheer, in het andere geval via het volgen van een programma van beroepsherscholing.

De beide maatregelen maken geen onderscheid naargelang van de duur van de ongeschiktheid. Ze gelden zowel tijdens de periode van primaire ongeschiktheid als tijdens de periode van invaliditeit. Zij hebben geen verplicht karakter.

Ik heb in het kader van mijn plan “Back to Work” een aantal initiatieven genomen tot verbetering en vereenvoudiging van de beide maatregelen, teneinde de arbeidsongeschikt erkende gerechtigden te stimuleren om te werken aan hun professionele re-integratie.

Wanneer een arbeidsongeschikte gerechtigde in het systeem van de toegelaten werkhervatting stapt, wordt het inkomen uit de toegelaten activiteit volgens bepaalde inkomensschijven aangerekend op de ziekte-uitkeringen. De berekening van die inhoudingen werd per 1 januari 2012 aangepast.

Daardoor wordt een werkhervatting financieel aantrekkelijker voor de betrokkene.

De procedure van toegelaten werkhervatting wordt vereenvoudigd.

De voorafgaande toestemming van de adviserend geneesheer voor deeltijdse werkhervatting wordt afgeschaft en wordt vervangen door een goedkeuring achteraf.

Voor de gerechtigden die een programma van beroepsherscholing volgen, is de premie waarop zij aanspraak kunnen maken per gevolgd uur opleiding sedert 1 september 2011 opgetrokken van 1 euro naar 5 euro en het bedrag van de forfaitaire tegemoetkoming voor de gerechtigden die een programma van beroepsherscholing succesvol hebben beëindigd werd verhoogd van 250 euro naar 500 euro.

Teneinde meer arbeidsongeschikte gerechtigden aan het werk te helpen via trajecten op maat werd ervoor geopteerd om samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten tussen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV), de verzekeringsinstellingen en de regionale diensten die bevoegd zijn op het vlak van tewerkstelling, beroepsopleiding en integratie van personen met een handicap.

Het lijkt me tot slot inderdaad aangewezen om de studie uit te breiden tot een onderzoek naar de gevolgen van de beslissingen tot verplichte werkhervatting van alle ziekenfondsen /evenals van de Geneeskundige raad voor invaliditeit van het RIZIV en van de gerechtelijke beslissingen hieromtrent. Allen zo kan men, vanuit wetenschappelijk oogpunt, tot meer significante statistische conclusies komen.