Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-7438

van Willy Demeyer (PS) d.d. 28 november 2012

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

De integratie van het begrip opheldering in de nationale cijfers

straffeloosheid
criminaliteit
misdaadbestrijding
politie
officiële statistiek

Chronologie

28/11/2012Verzending vraag
19/3/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-2249

Vraag nr. 5-7438 d.d. 28 november 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Een prioritaire doelstelling voor de Directie van de operationele politionele informatie is “per kwartaal, de automatische internetpublicatie van de cijfers met betrekking tot de geregistreerde criminaliteit en de opname van het concept opheldering in de nationale cijfers” (Parl. Stuk. 53-1945/011, p.37). De publicatie van de ophelderingsgraad is nieuw voor België. Immers heeft “vanuit de Federale Politie nog geen externe publicatie plaatsgevonden van ophelderingscijfers” (schriftelijke vraag 5-2234).

In Frankrijk, waar die gegevens wel gepubliceerd worden, wordt de ophelderingsgraad gebruikt om het politiewerk te evalueren. Dit hangt samen met de in 2002 ingevoerde “resultaatgerichte benadering”, een trendbreuk met de “nabijheidspolitie” van de regering-Jospin. De ophelderingsgraad wordt vanuit de politiek met argusogen bekeken. Sommige politieanalisten nemen een verschuiving van de politieactiviteiten waar na de introductie van de ophelderingsgraad als maatstaf. Ze zouden toegespitst worden op de meer “rendabele” misdrijven, veeleer dan op de meer “complexe” zaken. Als rendabele zaken worden beschouwd de zaken die meteen na de vaststelling opgelost zijn, zoals de aanhouding van mensen zonder papieren of die in het bezit zijn van drugs. Minder rendabel zijn klachtmisdrijven die onderzoeksdaden vereisen, wat meestal geldt voor diefstal, bijvoorbeeld. De politiediensten zouden de neiging hebben daar minder werk van te maken.

De publicatie van de ophelderingsgraad kan nuttig zijn, maar toch lijkt enig voorbehoud aangewezen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de doelstelling om de ophelderingsgraad op te nemen in de nationale cijfers en hoe wil de minister dat dit concept wordt gehanteerd? Heeft de minister de voor- en nadelen van het gebruik van de ophelderings-cijfers laten analyseren en zo ja, wat is het resultaat van die analyse?

Antwoord ontvangen op 19 maart 2013 :

  1. Ik kan bevestigen dat het concept "opheldering" nog geen integraal onderdeel uitmaakt van de criminaliteitsstatistieken die periodiek worden gepubliceerd, en dit sedert nu al meerdere jaren, door de directie van de operationele politie-informatie van de federale politie.

    Over dit concept van "opheldering", kan ik verduidelijken dat een definitie, met daaraan gekoppeld duidelijke criteria, reeds werd ontwikkeld op basis van een consensus tussen de twee politieniveaus. Echter, de modaliteiten voor externe publicatie van gegevens betreffende dit concept moeten nog worden bepaald om hun behoorlijke interpretatie te vergemakkelijken.

    In dit verband zal de publicatie van gegevens met betrekking tot de opheldering tijdens de eerste fase, uitsluitend plaatsvinden ten behoeve van de politiediensten en dit om de betrouwbaarheid van de gegevens te na te zien. Tijdens deze eerste fase, zal er worden overgegaan tot de inzameling van adviezen en voorstellen van de operationele medewerkers met het oog, indien nodig, op de versterking van de kwaliteit en de relevantie van deze informatie en de modaliteiten van het coderen in de database te verbeteren.

    Als deze eerste fase succesvol is, zal het mogelijk zijn, in een tweede stap, een externe verspreiding te overwegen van de gegevens met betrekking tot het concept "opheldering." Deze verspreiding moet vergezeld gaan van een methodologische toelichting om verkeerde interpretatie of misbruik van de gegevens te voorkomen.

  2. Inderdaad, men moet bijzonder waakzaam zijn ten opzichte van het risico dat kan voortvloeien uit onoordeelkundig gebruik van het criterium van "opheldering". Het voorbeeld dat u in uw vraag aanhaalt, die betrekking heeft op de publicatie in Frankrijk van de ophelderingsgraad om de effectiviteit van het politiewerk te meten, is vrij illustratief voor een afwijking die absoluut moet worden vermeden. Inderdaad, de "resultaatcultuur " kan in geen geval aanleiding zijn voor de politie om complexe onderzoeken achterwege te laten om zich in de eerste plaats te richten op “rendabele” misdaad, dat wil zeggen die welke zodra ze zijn vastgesteld leiden tot een snelle opheldering, zoals de arrestatie van een sans-papier of iemand die in het bezit is van drugs.

    Ik zal in het bijzonder aandacht besteden aan de afbakeningen die zullen worden uitgevoerd door de politiediensten, om de nadelige gevolgen te vermijden die kunnen voortvloeien uit deze "resultaatcultuur" die georiënteerd is op feiten waarvan de opheldering eerder gemakkelijker is. Bovendien kunnen we niet ontkennen dat het criterium van opheldering niet voldoende is om de effectiviteit van het politiewerk te meten, op het risico af dat men zou beschouwen dat de onderzoeken die tot niets hebben geleid zouden getuigen van de inefficiëntie van de politie.

    Ten slotte kan men zich afvragen of het begrip "opheldering" niet tevens dient rekening te houden met de gerechtelijke uitkomst die aan een onderzoek wordt gegeven. Inderdaad, de vraag is of we kunnen van mening zijn dat een inbreuk opgehelderd wordt wanneer een verdachte is geïdentificeerd, of zelfs in beschuldiging gesteld of gearresteerd, terwijl hij het vermoeden van onschuld geniet tot zijn eventuele uiteindelijke veroordeling. Als zodanig zou het passend zijn om het begrip "opheldering" te overwegen mits eveneens rekening te houden met schuldigverklaring van de verdachte.